1
Klachten van de schelpenvissers tegen de
schout
th
Staten, dat zij hun schelpen niet mogen verkopen, terwijl
volgens artikel 12 van het reglement het aan een ieder vrij
staat om schelpen van de schelpenvissers te kopen. Uit de
vele klachten blijkt, dat de schout vooral zijn eigen belang
dient en hij daarbij niet altijd eerlijk te werk gaat. Ook
Hermanus Beugeling, koopman in schelpen, beklaagt zich
dat hem wordt geweigerd zijn schelpen op zijn beurt te
lossen. Anderen doen een oproep om nog eens te wijzen
op het belang van de schelpenhandel en alles in het werk
te stellen om de reglementen te doen naleven. Daarbij
wordt bovendien gevraagd of de schout zich niet meer
met de schelpenhandel wil bemoeien en wordt geklaagd
over de oneerlijke handelwijze van de schout. Merkwaar
digerwijze wordt na de vele signalen over de schout van
hogerhand zijn functioneren niet ter discussie gesteld. Ook
Dirk Wijnands schrijft een lange brief aan de Gouverneur,
waarin hij een vurig pleidooi houdt voor de instandhou
ding van de schelpenhandel. Wijnands woont sinds 1818
in Castricum, heeft 24 schelpenvissers in dienst en is ook
eigenaar van het ‘Lange Pannenhuis’ aan de Brakersweg.
Er heerst grote vertwijfeling onder de schelpenvissers.
Gedurende de ambtsperiode van de schout
Pieter Kieft zijn er eigenlijk aanhoudend
problemen met de schelpenvissers en zijn er
klachten over het gedrag van de schout, die
tevens als particulier koopman bij de schel
penhandel is betrokken. Dit gaat meerdere
keren zelfs zo ver dat de schelpenvissers
hun toevlucht zoeken bij het provinciebe
stuur. In 1818 beklagen zich enkele schel
penvissers onder aanvoering van Jacob de
Graaf jr. over het willekeurig gedrag van de
schout, die zich niet houdt aan het bij toer
beurt afleveren van de schelpen en bepaalde
schelpenvissers uitsluit van levering, omdat
zij hun schelpen niet voor een lagere prijs
aan hem zouden willen verkopen.
De Staatsraad Gouverneur van Noord-
Holland, die we tegenwoordig commissaris
van de Koning noemen, neemt de klachten
serieus. Hij stuurt de brief naar de gemeen
teraad van Castricum en vraagt om commen
taar. Bovendien geeft hij de heer Van Foreest
opdracht om de klachten te onderzoeken.
Deze komt na enig onderzoek met het voor
stel om het reglement aan te passen, zonder
uitsluitsel te geven of de klachten tegen de
schout gegrond zijn. In datzelfde jaar wordt
door de gemeenteraad een nieuw reglement
vastgesteld, waarbij het kopen en afleveren
van schelpen duidelijker zijn geregeld.
Enkele jaren later, in 1822, beklagen Dirk
Nanne en Pieter Mors, beiden schelpenvis
sers, zich in een brief aan Gedeputeerde
assessoren (wethouders) en Evert Asjes, Cornelis Schrama
en Floris Twisk als raadsleden.
Op 1 mei 1817 wordt op het gemeentehuis van Castricum
om 10 uur ’s morgens voor de schout Pieter Kieft het oude
bestuur ontbonden, treedt het nieuwe bestuur aan en wordt
door de schout de eed voorgelezen, luidende: “Ik zweer
dat ik den mij opgedragen post van lid der Gemeenteraad
van de gemeente Castricum, met alle getrouwheid zal ver
vullen; dat ik mij van alle pligten mij in die betrekking
opgelegd, eerlijk en opregtelijk zal kwijten, overeenkom
stig de Grondwet, de algemeene landswetten, als mede
met hetgeen bij het reglement van bestuur van het plat
teland van Holland is voorgeschreven."
Vervolgens wordt de eed door elk raadslid afzonderlijk
bevestigd met de woorden: “Zoo waarlijk helpe mij God
AlmachtigI.
Door de schout is van deze installatie een proces verbaal
opgemaakt dat door hem, de assessoren en de overige
raadsleden is ondertekend.
N .r-
O/> Donderdag den 3 1817.
/fan
25
Het besluit van de Provincie Noord-Holland tot
vorming van een nieuw bestuur voor de gemeente
'Castricum Bakkum’op 3april 1817.
i f/r, 7f
Extract uit liet Verraai. ran het verhan
delde bij IIi)h Enr.r. Groot Achtbar»;
of. G k n r. i’ u T r. E R r. S T a t f. n van
N o o n n -11 o i. r. a n n.
e» s
p
■f S, iZd//
.Z^z
I IlJN EDEL GROOT ACHTBARE nF. GE D EPUTE BR
UI. STATEN van NOORD HOLLAND,
Gezien hebbende het beflult van Z. M. van den 19 Februari} 1. 1. L1. K
houdende benoeming van Schouten en Sccrctarlsfen ten Platte Lande in de Pro
vincie Noord-Hollandalwaar deze posten zijn gecombineerd;
Gezien de voordrag! van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie,
voor de benoeming van Secretarisfcn in die Gemeenten geene Heerlijkheden
zijnde, alwaar de post van Schout en Secretaris niet is gecombineerd;
Gezien de voordrag! van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie
voor de benoeming van Asfesforen en Leden van den Raad der Gemeenten
ten Platte Lande geene Heerlijkheden zijnde;
Gezien de voordrag! van de respective Heeren van Heerlijkheden of derzel-
ver zaakgelastigde voor de benoeming respcctivclljk van SccrctarisfenAsfesfo
ren en Leden van den Raad der Gemeenten hunner Heerlijkheden
Willende overgaan tot de benoeming van SecretarisfenAsfcsforcn en Leden
van den Raad der Gemeenten ten Platte Lande;
Hebben goedgevonden en verdaan:
Art. 1.
De navolgende organifatic van het Perfoncel der adminillratie voor de Ge
meenten van bet Platte Land der Provincie Noord-Holland daarteftellcn.
ZvZ z-Z ^Z'ZZZZXzzX /,v. Zz.
z z-/ /.-Zz*zr/- Zz.-Z.Zz/Z.z
z r/ k