Nestor van de Castricumse ondernemers
Renaultdealer Dick Baltus opende in 1965 de vergrote spuiterij.
De derde en vierde generatie
Theo Weda.
Zoals bij vele familiebedrijven het geval is, stond er ook
voor de vestigingen van Weda een derde generatie klaar
om in de opvolging te voorzien.
Uit het huwelijk van Ab Weda en Alie Res werden vier
zoons geboren, waarvan er twee bij hun vader werkzaam
waren. Voor Bert (1951) duurde die periode slechts van
1966 tot 1968, maar Jan (1947) begon in 1962 mee te wer
ken in de zaak in Bakkum. Jan vertelde het volgende: “Na
de lagere school ging ik naar de leao in Beverwijk, waar
ik vakken als boekhouden, handelskennis en verkoop
bevordering met etaleren kreeg. Mijn vader vond dat ik
daar voor het bedrijf wel wat aan had en daarom werd
ik ook betrokken bij afspraken met de etaleur van Ripo-
lin over het inrichten van de etalage. Ik herinner me nog
de vierkante Citroën-bus met uitbundige Ripolin-reclame
waarmee we samen naar de school in Beverwijk reden om
reclamemateriaal af te geven. Hiermee kon ik dan oefenen
en nieuwe ideeën uitwerken. In 1962 begon ik met werken
en ging ’s avonds naar een technische school. Ook volgde
73
De etalage met feestartikelen
maakte veel indruk.
Door de toename van het aan
tal auto’s liet Theo Weda een
grotere spuiterij bouwen met
een voor die tijd revolutio
naire overdrukspuitcabine,
zodat meerdere auto’s per dag
gespoten konden worden. De
spuiterij werd in 1965 geopend.
Ook ging hij zich toeleggen op
radiatoren vanwege de enorme
populariteit van de centrale ver
warming. De groei van de spui-
terij en winkel had echter tot
gevolg dat Theo spoedig stopte
met de schildersactiviteiten.
Evenals zijn broer Ab maakte Theo zich naast zijn werk
op een aantal terreinen verdienstelijk. Als begeleider
in dorpshuis De Kern was hij nauw betrokken bij
activiteiten voor de jeugd. Theo regelde ook jarenlang
de intocht van Sint Nicolaas. Ondanks zijn drukke
bestaan zag hij daarnaast nog kans om in de jaren ’50
mee te gaan als leider tijdens de wielerronde ‘Tour
de Flevo’ en stelde zijn werkplaats beschikbaar voor
opslag van proviand en het keuren van fietsen.
Theo Weda was een van de oprichters en voorzitter van
het Castricumse Ondernemers Verbond. Na zijn aftreden
en benoeming tot erevoorzitter bleef hij tot aan zijn dood
bestuurslid. De schilder uit de Torenstraat was niet alleen
mede-initiatiefnemer voor het luifelplan in die straat, maar
ook een pleitbezorger voor het levensvatbaar houden van
de dorpskern. Ook maakte hij zich sterk voor de aanleg
van het vroegere parkeerterrein achter de Rabobank.
Als voorzitter van het kerkbestuur speelde Theo onder
andere een grote rol bij de succesvolle restauratie van de
Pancratiuskerk. Twintig jaar lang was hij kerkmeester
van de Pancratiusparochie. In
1986 kreeg hij als eerbewijs de
pauselijke onderscheiding Pro
Ecclesiae et Pontifice toegekend.
Tot slot liet Theo zich buiten
de gemeentegrenzen gelden
als bekwaam bestuurder van
het district Noord-Holland
van het Koninklijk Nederlands
Ondernemers Verbond (KNOV),
waarvan hij meer dan tien jaar
voorzitter was. Zijn activiteiten
leverden hem in 1980 de
Oorkonde van Verdienste van
het KNOV op.