De opbouw Voor het uitvoeren van het metselwerk was veel kennis en ervaring nodig. De kleurverschillen tussen oud en nieuw De binnenmuren die in de jaren ’50 waren aangebracht, bestonden voornamelijk uit kalkzandsteen en boeren grauw in waalformaat, gemetseld in cementspecie; op een enkele plaats zelfs dubbel dikke klinkers en straatstenen. Door de aannemer werd in september 2015 vrij snel een gewapend betonnen vloer over het gehele vloeroppervlak gestort, waarbij de gevels aan de buitenzijde gestut wer den met gevulde watercontainers als contragewicht. Ook de houten staanders van het vierkant werden boven de betonvloer met ankers in die vloer vastgezet. Het bleek dat de drie vierkanten verschillend waren: de meest oostelijke was opgebouwd uit eikenhout, dat na jaarringonderzoek uit Zuid-Scandinavië afkomstig bleek te zijn met een kapdatum van omstreeks 1563! Tegen dit vierkant zijn later twee grenen vierkanten geplaatst en kreeg de boerderij de huidige vorm. Een verrassing ook voor Maarten Koning. Verder onderzoek naar houtdate- ring en herkomst van het hout, ook in relatie tot enkele omliggende boerderijen, zou een nieuw licht kunnen wer pen op het ontstaan van de boerderijen. De door houtworm en boktor aangevreten slechte delen van het vierkant werden gestut of vervangen en daarna konden de dakpannen verwijderd worden en apart gezet. Het bleek dat de gehele kap met dakhout, tengels en pan latten ernstig was aangetast (zelfs een groot deel van de oorspronkelijke spijkers was weggeroest) en verwijderd moest worden. Met behulp van de opgestelde kraan werd de kap in grote stukken verwijderd en afgevoerd. De boer derij gaf daarna een ‘uitgekleed’ beeld te zien. Ook bleek het noodzakelijk delen van de gevels die ver zakt waren of kwalitatief niet goed waren, te verwijde ren. Ook de kleine stal aan de westzijde naast de boerde rij werd geheel gesloopt, omdat de wanden ontzet waren door intensief gebruik als paardenstal in de winter en als varkensstal in de zomer. Herstel bleek niet mogelijk. In de buitengevels werden nieuwe rode stenen, dik 5,0 cm verwerkt, die moesten aansluiten op de nog aanwe zige geveldelen. Die bestonden uit stenen van verschil lende formaten: 3,6 en 4,5 cm dikte. Zowel in de noord en zuidgevel kwamen roodbruine stenen van 3,6 cm dikte voor en miskleurige stenen van 4,5 cm dikte. De aanslui ting van de nieuwe lagen op het bestaande werk werd uitgevoerd door ‘in te kassen’, zoals ook in de bestaande noordgevel voorkomt. op het zand te liggen, van diverse maten en kleur: ‘een bij elkaar geraapte partij oude stenen’ uit de 18e eeuw, die ook in de wanden waren gemetseld. Het hergebruik van oude stenen was op het platte land overigens heel normaal en droeg bij aan kostenbesparing. Ook oude grijze plavuizen werden aangetroffen en de vloer van de dars was bestraat met straatklinkers van heel veel verschillende formaten. Van de kleine stal werden als eerste de muren weer opge metseld en geïsoleerd en werd de ruimte met nieuwe spo ren en isolatieplaten uitgerust, waarop de oude rode pan nen werden teruggelegd. De erfgrens, de scheidingsmuur tussen de twee te maken wooneenheden, werd vastgelegd, waarna een aantal nieuwe buitenkozijnen en de binnenkozijnen konden wor den gesteld. Vervolgens kon met het metselwerk worden begonnen, nadat waar nodig de fundering van de muren was hersteld. ^'1 Het blauw op het witte stucwerk. De verschillende vierkanten zijn blijven staan. Na het verwijderen van de kap is het vierkant achter de oostgevel duidelijk aanwezig. 66 f l - -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2017 | | pagina 67