5
Kfl
van ouds bekende veldnaam werden aangeduid. Ze had
den een oppervlak van in totaal 15 morgen en ruim 380
roeden, samen zo ongeveer 15 hectare. Het totale bezit
bevond zich voor een deel aan de duinkant en een deel in
de Oosterbuurt. Van de meeste percelen zijn de datum en
de akte van aankoop door Cornelis de Graaf bekend.
Dan volgt een paginalange lijst, per kamer uitgesplitst,
van alle spullen die in elk vertrek apart aangetroffen wer
den. Achtereenvolgens worden genoemd: het voorhuis,
het vertrek aan de muur, de binnenwoning, de zomerwo
ning, het kamertje, de bovenkamer, de koeienstal en de
zolder van de stal.
Het vertrek naast het voorhuis grenzend aan de buiten
muur was de enige ruimte waar tafels staan en veel Delftse
en porseleinen borden en bestek aanwezig is.
De binnenwoning was een grote ruimte, waarin werd
gestookt en gekookt. Hier was de haard, de provisiekast,
een ‘rechtbankje’, een soort aanrecht, weer met vele tien
tallen borden. In de schoorsteen bleken in mei nog vier
zijden spek te hangen en zes stukken rookvlees. In dit ver
trek was het warm en dus werd er ook gewoond zolang
het koud was en vochtig,. Er was een spiegel, een grote
slaande Friese klok met een hekje eromheen. Om dezelfde
reden sliepen Zijtje en haar vier kinderen er ook. Naar het
aantal matrassen, peluwen en dekens te oordelen waren er
drie bedsteden.
De zomerwoning was of een gedeelte van de stal, waar
men in de zomer woonde als het vee naar buiten was, of
een apart vertrek, waar gekookt en in ieder geval gegeten
werd. Er was weer veel bestek, tientallen borden, maar ook
ketels. Stoelen worden in geen enkel vertrek genoemd. Er
zullen vaste banken geweest zijn.
Het kamertje was een voorraadkamer met een kuip pekel
vlees en een met spek en diverse potten en pannen.
De bovenkamer diende als opslagruimte voor minder
bederfelijke waar (koren, erwten) en allerlei gebruiks
voorwerpen, waaronder een spinnenwiel met toebehoren.
Tenslotte stond er nog een glazen kast met beddengoed,
onderkleding, kleden, stoffen, bestek en eetgerei.
Het voorhuis moet de mooie kamer geweest zijn. Er ston
den vier kasten in en een latafel met Zijtjes spullen.
Een gladde kast met dameskleding (boezelaars, strooien
hoeden, boven- en onderrokken) en voornamelijk siera
den: een gouden oorijzer, een ketting van bloedkoraal
met gouden haak en kruis, drie gouden haarnaalden, zes
gouden ringen en nog meer gouden en vooral zilveren
(gebruiks)voorwerpen.
Een kast met dekens, dameskleding (waaronder een rijg
lijf, wanten, boven- en ondermutsen, mouwen, halsdoe
ken en gazen kappen), 18 grote en 10 kleine Delftse tafel
borden en zes stalen vorken.
Verder een latafel met diverse stoffen en kleden, bedden
goed, tafellakens, glasgordijntjes en onderkleding en nog
een hangkast met dameskleding, waaronder twee hoe
pelrokken, vier gestreepte rokken en een goede baaien
rok, twee jakken, een schoudermantel en een keurslijf.
62
Een rijglijf.
Een keurslijf.
i
V