De ligging van de spoorlijn ten westen van
Castricum noemde de stedenbouwkundige
Joel Meyer de Casseres in 1928 uiter-
mate ongunstig en een probleem voor
de opstelling van een rationeel uitbrei-
dingsplan. Binnen het grondgebied van
de gemeente waren acht spoorweg-
overgangen, waarvan vier onbewaakt.
De overwegen bij het station bestem
pelde De Casseres als bijzonder hin
derlijk voor het verkeer.
Zou de spoorlijn aan de oostkant zijn
gelegd dan zou die nu midden door het
dorp gelopen hebben wat zeker ook de
nodige problemen had opgeleverd.
naar Castricum gemaakt worden. In een com
mentaar van het Rotterdamsch Nieuwsblad
van 23 december 1878 werd de bocht van
Thorbecke niet het mooiste en het voor-
deligste monument genoemd. “Een
wat al te grote eerbied voor de letter
van de wet”, aldus de krant. Profes-
sor I.J. Brugmans schreef in 1958
een boekje over Thorbecke waarin
hij opmerkte: “dat deze markante
man niets had van hetgeen men
tegenwoordig met een slap mode
woord ‘soepelheid’ pleegt te noe-
men.”
Dat Castricum niet ook het vertak-
kingspunt richting Haarlem is gewor-
den, kwam door wijziging van de plaats
van de sluizen in het Noordzeekanaal,
dichter bij het strand, waardoor de spoor
weg hier geen gebruik van zou kunnen maken.
48
STAATS-SPOOBWEGEA.
Gedeelte van de onteigeningskaart met de bijzondere spoorboog (1865).
Minister Johan Rudolf Thorbecke geboren in
Zwolle op 14 januari 1789 en overleden op 4 juni
1872. Hij was een van de grootste staatslieden die
ons land heeft gekend.
Lijn K, Sectie 1.
Gedeelte ALKMAAR IJDI.IK.
Blad N°.^
Gemeente é&éérPZ
Sectie 73
233 3/y
2S33/3 c
32/
z 3Z3
f 321/
325
326
iZjZ o
■>2<9 t
'°2 <e/\
,.S,H z
<V
d’3' - -
9 2 5 Zd
$22/ S
<,23- J
334 NPe*.
333
3 3 d det
3$7 -
333
340
341
342 <7^ f’c.sK/c
260 344
2S}"34d
263 347/ Ja'’/''/
3^0 '//f'vseji /ZerZA Sr
J7<j>
f/y J
32/ -...Z
6^4 .V,
640 -
4/4 <^'(’■>7- Z-Z-™
7&4 1»-^. r
&Z7