Castricum - Honderd jaar geleden
Hoewel Nederland in de Eerste Wereldoorlog neu
traal blijft, zijn in die periode ook op plaatselijk ni
veau de gevolgen van deze gruwelijke oorlog sterk
merkbaar. Dat betreft dan vooral de grote schaarste
aan voedsel. De overheid roept allerlei regelingen
in het leven om hieraan het hoofd te bieden. Er
wordt een distributiewet ingesteld met maximum
prijzen voor meerdere levensmiddelen en turf.
Voorschriften worden uitgevaardigd voor onder
andere de voorziening van melk en varkensvlees,
de roggebroodregeling en de suikerdistributie.
De gemeente Castricum start een bedrijf dat le
vensmiddelen aan de inwoners verstrekt.
De gemeenteraad behandelt verschillende verzoe
ken van werknemers in overheidsdienst voor een
salarisverhoging vanwege de prijzen van de le
vensmiddelen.
Castricum telt 3993 inwoners. Dit aantal is op 31 december
toegenomen tot 4075. In het jaar 1916 vestigen zich in onze
gemeente 313 personen, terwijl er 270 naar elders vertrek
ken. Er worden in dit jaar 119 kinderen geboren, er overlij
den 80 inwoners en er worden 27 huwelijken gesloten. Voor
de gemeenteraadsverkiezingen zijn 567 inwoners stemge
rechtigd.
2 februari 1916
Door de Tuinbouwvereniging ‘Ons Belang’ is verzocht
om de Mient te bestraten. Wethouder Goes stelt voor om
eerst het gedeelte uit te voeren dat eigendom is van de
gemeente en voor het overige deel te overleggen met de
verschillende eigenaren van de weg.
De gebeurtenissen in Castricum van honderd jaar gele
den zijn vooral ontleend aan de gemeenteraadsnotulen,
de inkomende en uitgaande stukken van de gemeente
Castricum, dossiers in het gemeentearchief, de provinci
ale bladen, de burgerlijke standregisters etc.
1 januari 1916
Het gemeentebestuur bestaat uit burgemeester Johannes
Mooij en de wethouders Joseph Goes en Petrus Valkering.
De raadsleden zijn: Gerrit Pzn. Kuijs, Petrus Pzn. Kuijs,
Pieter Twisk, Gerard Louter en Cornelis Spaansen. Hen-
drikus Oostveen is de gemeentesecretaris.
nen voor de bouw van tien arbeiderswoningen aan de Bak-
kummerweg. Het bestuur van Goed Wonen wordt gevormd
door P. Horst Wz, voorzitter, G. Slop Dz, secretaris en
W.M. Maartense, penningmeester.
20 april 1916
Opgave aan de inspecteur der directe belastingen te Alk
maar van de vergunninghouders voor de verkoop van
sterke drank en de huurwaarde voor het bedrijf:
23 februari 1916
Verzoek van de Bouwvereniging ‘Goed Wonen’ aan het
gemeentebestuur om een voorschot van f21.025,- te verle-
114
5 april 1916
Vanwege de hoge prijzen van de steenkolen besluit de
gemeenteraad om de gasprijs te verhogen met 1% cent per
m3.
Verzoek van de baas-fitter van de gasfabriek om de titel
van directeur te voeren; zijn verzoek wordt ingewilligd.
Ook wordt het verzoek behandeld van Mattheus Kools,
stoker aan de gasfabriek, om zijn weeksalaris van f 13,75
te verhogen naar f 15,- “dat het salaris in normale tijden,
hoewel bekrompen, toch beter was om te leven met vrouw
en kinderen als nu daar de toenemende duurte het thans
onmogelijk maakt voldoende in het levensonderhoud te
voorzien."
De R.-K. Bond voor personeel in Openbare Diensten en
bedrijven St. Paulus, afdeling Castricum, neemt het voor
de stoker op. De bond vraagt burgemeester en wethouders
voor de stoker:
1e een wekelijkse vrije dag, zoveel mogelijk op zondag;
2e een maximum arbeidsduur van 10 uur per dag of 60 uur
per week;
3e gelegenheid om iedere zondag naar de kerk te kunnen
gaan;
4e ’s winters 1 hectoliter cokes per week;
5e een tijdelijke duurtetoeslag van 1 gulden plus 25 cent
voor elk kind per week.
De gemeenteraad besluit om het salaris van de stoker te
verhogen naar f15,- per week.
De raad besluit om voor de personen die aangesloten zijn
op elektriciteit, de gasprijs met 2 cent per m3 te verhogen
(in verband met de concurrentie voor de eigen gemeen
telijke gasfabriek). Met deze prijsverhoging gaat de pro
vincie niet akkoord, omdat deze alleen geldt voor de gas
verbruikers, die aangesloten zijn op de elektriciteitskabels
van de Kennemer Electriciteitsmaatschappij“Aan het
recht der ingezetenen om zich zoowel van gas als van elek
triciteit te bedienen, mag naar ons oordeel in geen enkel
opzicht tekort worden gedaan, de ingezetenen moeten in
dezen volkomen vrij worden gelaten."