De geschiedenis van de Schoolstraat
Het dorpscentrum heette in die periode
Kerkbuurt en de huizen hadden binnen de
hele gemeente een doorlopend volgnum
mer; de huizen aan wat later de Schoolstraat
is gaan heten, waren in dat jaar genummerd
87 t/m 95. Het betreft volgens het Kadas
ter de percelen in de sectie B de nummers
405 t/m 417. In het onderstaande kaartje
zijn deze perceelnummers aangegeven. De
huizen worden onderstaand behandeld in
deze volgorde. Daarbij wordt de straat ge
makshalve Schoolstraat genoemd, ook al
In dit artikel wordt een beeld geschetst van de
Schoolstraat, zoals die er omstreeks 1830 heeft
uitgezien. Dit beeld omvat dan vooral de huizen
met hun bewoners. De percelen zijn in die peri
ode voor het eerst voor het Kadaster nauwkeurig
opgemeten en geregistreerd. Ook is er in datzelfde
jaar een volkstelling gehouden. Met behulp van
deze gegevens en die van het Kadaster zijn
de bewoners van de negen huizen aan de
Schoolstraat terug te vinden
Huizen en bewoners in 1830
405 en 406: het timmerbedrijf van Hendrik Beugeling
De 55-jarige mee ster-timmerman Hendrik Beugeling
woont hier met zijn vrouw Naatje Bakker, de 4-jarige
kleindochter Naatje van Twuijver (van de inmiddels over
leden dochter Eva Beugeling, gehuwd met Pieter van
Twuijver) en de 13-jarige werkbode Aaltje Bergering uit
Velsen.
Hendrik Beugeling (1774-1831) heeft de aan elkaar gren
zende huizen 405 en 406 in bezit. Het eerste is ingericht
als timmermanswinkel.
Hendrik heeft deze huizen geërfd van zijn vader Herma-
nus Beugeling (1750-1823), timmerman en wagenmaker,
geboren in Beverwijk, die in 1766 als 16-jarige met zijn
ouders in Castricum is komen wonen. Deze Hermanus
koopt in 1812 voor afbraak de korenmolen en het naast
liggende huis aan de Alkmaarderstraatweg (toen Soomer-
wegh), hoek Boogaertsdijk, ook Molendijk genoemd.
Zoon Hendrik Beugeling verkoopt beide panden aan de
Schoolstraat op 24-12-1829 aan Klaas de Vries, timmer
man uit Zaandijk, die het timmerbedrijf op deze locatie
voortzet; hier worden zijn vijf kinderen geboren. Klaas
verkoopt het bedrijf in 1842 aan Hendrik Handgraaf, die
op dat moment timmerman is in Santpoort. Na diens over
lijden verkoopt zijn echtgenote in 1865 het timmerbedrijf
aan Johannes Res. In 1870 vinden er gedeeltelijke sloop
en verbouwing plaats met als gevolg dat er een groot huis
met erf (844 m2) en een afzonderlijk huisje zonder erf
bestond deze naam toen nog niet. Het woonhuis en bedrijfspand van Jacobus Res (1868-1952) omstreeks 1920. De man met
de zwarte pet is de eigenaar.
Op het kaartje zijn de perceelnummers vermeld; de huizen aan de
Schoolstraat zijn in rood aangegeven. Rechtsboven nog zichtbaar het raadhui,
van Castricum. Daaronder een groot, driehoekig terrein dat de dingstal werd
genoemd en in vroeger eeuwen diende om een buurspraak te houden. Dit
was een volksraadpleging in opdracht of met toestemming van schout en sche
penen. Op deze centrale plaats in het dorp kwamen de inwoners (toen ook
buren geheten) bij elkaar.
68