De oorlogsjaren De oorlog gooide roet in het eten. De binnenstad van Rot terdam werd gebombardeerd. Zodra dat mogelijk was reden Arie de Wit en medewerker Cor Beentjes ('Zwarte Cor', de latere eigenaar van café Funadama) naar Rotter dam om Arie Bresijn te zoeken. Er was geen andere manier om te weten te komen of Arie en zijn gezin het overleefd hadden. Ze troffen allen in goede gezondheid aan in hun aan de bombardementen ontsnapte woning. Het Centraal Bodehuis was echter door het bombardement verdwenen. Na enkele maanden werd er weer een bodehuis geopend en kon de firma Gebroeders De Wit de dienst op Rotter dam hervatten. Niet in de frequentie van voor de oorlog, want de brandstof ging op de bon en het werd steeds moei lijker de dienst uit te voeren. De Rijksverkeersinspectie probeerde (concurrerende) bedrijven te koppelen om brandstof te besparen. De Wit werd gekoppeld aan het Alkmaarse bedrijf P&P Zuidam, maar tot een vruchtbare samenwerking kwam het niet. Cor Geluk wist aanvanke lijk olie op de zwarte markt te kopen, maar dat werd steeds moeilijker en uiteindelijk kocht De Wit generatoren waar mee de vrachtwagens op hout en/of turf konden rijden. EXPEDITIE FA. G E B R. DE WIT AMSTERDAM ROTTERDAM DEN HAAG HAARLEM ALKMAAR ZAANSTREEK Hoofdkantoor: CASTR1CUM Mient 41 - 43 In 1942 kwam er een meisje op het kantoor. Dat was Han- nie Zijlstra (1926). Hannie had na haar mulo-opleiding al enige administratieve ervaring opgedaan bij Steeman's kolenhandel. Volgens Hannie bestonden haar werkzaam heden - die ze vooral in de achterkamer van Arie en Gré de Wit uitvoerde - uit het maken van en controleren van fac turen. Ook de vrachtbrieven werden door haar gemaakt en als het druk was schroomde ze niet om in stofjas te helpen bij het overladen van de vracht. Toen Hannie na een jaar meer kon verdienen op het postkantoor in Zaandam, nam ze ontslag. Dat betekende niet het einde van de relatie met de familie Zijlstra, zoals later zou blijken. Hannie denkt nog met genoegen terug aan een wapenfeit uit die jaren: "Een leverancier stuurde elke maand een 50 rekening voor allerlei zaken. Ik ontdekte dat het bedrag voor een bepaalde levering aan het eind van de ene maand op de rekening was gezet en daarna aan het begin van de nieuwe rekening weer, zodat voor dezelfde levering dubbel betaald werd. Op deze manier kon ik de firma een behoor lijk bedrag besparen en mijn baas was er blij mee, want die kreeg het dubbel betaalde terug." In 1942 werd Bakkum en het westelijk deel van Castricum onderdeel van het 'Landfront', de verdedigingslinie aan de landzijde van de 'Atlantikwall'. Ziekenhuis Duin en Bosch werd ontruimd, waarna de Duitse troepen de gebou wen in gebruik namen. De firma De Wit kreeg opdracht om goederen van Duin en Bosch te verhuizen naar Biltho- ven en Medemblik. Later kwamen er opdrachten om van woningen die van de Duitsers ontruimd moesten worden, de inboedels te verhuizen naar de plaats waar de evacués werden ondergebracht. De Mient lag in de 200m-zone, het schootsveld van de verdedigingslinie. Alle woningen moesten worden ontruimd en de woningen aan de west zijde van de Mient werden gesloopt. De gezinnen van Cor en Arie verhuisden eerst naar de Geelvinckstraat en later naar de Pernéstraat. Het bedrijf werd verplaatst naar de voormalige doorrijstal van De Rustende Jager op de hoek van de Dorpsstraat en de Torenstraat. Overigens weigerde Jo Lute om van de Mient te vertrekken. Hij heeft nog een half jaar als enige op de Mient gewoond, totdat het te gevaarlijk werd. Na Dolle Dinsdag op 5 september 1944, toen iedereen ervan overtuigd was dat het land ieder moment van de Duitsers kon worden bevrijd en er spontane feesten uitbra ken, trad de bezetter nog meedogenlozer op en vorderde al het rijdend materieel. Het bedrijf kwam stil te liggen. De gebroeders hadden de banden inmiddels van hun trailer gehaald en verstopt. Nu niet langer transportwerk kon worden verricht en er toch brood op de plank moest komen, besloten de broers ieder een route met gaarkeukenkarren te lopen. Dat betekende 's morgens met een handkar een bepaalde wijk in om potten en pannen bij de mensen op te halen, bij de gaarkeuken te laten vullen en daarna weer gevuld terug te brengen. Daar mee verdienden ze toch nog f 22,65 per week. Na de oorlog Na de bevrijding wisten de firmanten al snel enkele wagens rijklaar te krijgen, waarmee de eerste evacués met hun huisraad weer naar Castricum konden terugkeren. Cor Geluk wist opruimwerk te krijgen van het Militair Gezag en er volgden opdrachten om meerdere evacués terug naar Castricum en Bakkum te brengen. Iedereen was blij toen de normale bode- en lijndiensten op Amsterdam en Rot terdam weer hervat konden worden. Voor het administratieve werk kwam de jongere zus van Hannie, Annie Zijlstra (1928) op kantoor werken. Ter versterking van het wagenpark werden 'Bellewagens' aangekocht voor respectievelijk Amsterdam en Rotter dam. Dit waren kleinere bestelwagens, die in de binnen stad goed van pas kwamen. DAGELIJKSCHE AUTODIENSTEN OP Stroomarkt 19, tel. 43919 Aleidisstraat 31, tel. 38277 Lange Beestenmarkt 70 Spaarnwouderstraat 30 Paardenmarkt 5, tel. 2932 Ged. Gracht 5, tel. 4772 Smit, tel. 81348 tel. 111531 tel. 11726 Telefoon 439, Kengetal K 2518 Postrek. 208935 CASTRICUM. vflnr unn «FRR. DE WIT Rekening voor bakker André Groot te Bakkum.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2016 | | pagina 50