De dood van Arie Hageman Precies een jaar voor de bevrijding op 5 mei 1944 werd Arie Hageman in het duingebied gedood door een kogel van een Duitse soldaat. De toedracht en de gevolgen zijn beschreven door zijn zoon Jan. Bevrijdingsdag is voor het gezin nooit een feestdag geworden. Het overlijden van vader Arie liet diepe sporen na. Mijn naam is Johannes Pancratius Hageman. Jan, geboren 11 november 1934, zoon van Adrianus Cornelis (Arie) Hage man, geboren in Bakkum op 29 mei 1905 en van Margaretha (Griet) Groentjes, geboren in Castricum op 26 februari 1908. Hun trouwdag was 12 juni 1930. Op 2 oktober 1941 werd dochter Catharina Wilhelmina (Tiny) geboren. Mijn vader was eerst vele jaren tuinder en had een depot voor zaaizaden van de firma Zaadnoordijk, gevestigd aan de Kaasmarkt in Alkmaar. De lokale boeren en tuinders konden bij hem het benodigde zaaizaad bestellen. Hij zorgde voor distributie van het bestelde. Kort voor de mobilisatie in oktober 1939 werd mijn vader aangenomen bij de PWN in de bosbouw en als controleur van waterputten in het duinterrein. Hij volgde in die tijd een cursus bosbouw. Ik heb nog steeds een studieboek van hem. Op 30 januari 1943 moesten we evacueren naar Heiloo. We werden ingekwartierd bij bewoners, een oudere man en vrouw, die plaats in hun woning hadden moeten maken. Dat bleken achteraf mensen van Joodse afkomst te zijn, want op een dag kwam ik uit school en was het huis leeg op één afgesloten kamer na. Mijn ouders wilden er naar mij toe niet veel over kwijt, maar later is het mij wel dui delijk geworden. Gedeporteerd! Mijn vader kreeg in Heiloo bericht dat hij naar Duitsland moest om daar te werken, zoals zo velen met hem. De lei ding van de PWN heeft hem toen als onmisbaar verklaard en hij hoefde zich niet te melden. Mijn moeder heeft later heel vaak gezegd: "Was hij maar gegaan dan had hij mis schien nog geleefd." Op grond van die verklaring mochten we op 19 juni 1943 weer terug naar Castricum. Niet naar Bakkum, maar naar de Geelvinckstraat 96, met als buur man dokter Van Nievelt. Het was van korte duur, want op 21 december moesten we weer evacueren, nu naar een hoekwoning in Uitgeest, Nieuwstraat 11. Door al die evacuaties in zo'n korte tijd liep ik een ach terstand met leren op en mijn ouders besloten dat ik weer naar de Augustinus jongensschool in Castricum moest. Samen met mijn vader reisde ik met de trein van 10 over 7 naar Castricum. Ik was dan keurig op tijd voor de H. Mis en kon daarna naar school. (Het misdienaarschap heb ik aan me voorbij laten gaan.) 's Middags ging ik alleen met de trein terug naar Uitgeest. Tweemaal heb ik een beschie ting van de trein meegemaakt en eenmaal een bombarde ment, waarbij we halverwege uit de trein moesten. Paniek natuurlijk. Dat ging zo door tot die fatale 5 mei 1944. Mijn zusje Tiny was heel erg ziek van de mazelen en mijn vader twijfelde nog of hij wel naar zijn werk zou gaan. Maar helaas ging hij toch! 's Morgens vroeg, samen met mijn vader, naar de trein. Afscheid als gewoonlijk. Dag pappa, dag Jan goed je best doen hè. Een kus en ik naar de kerk en hij op de fiets naar het pompstation. En daarna de bossen in. Dat was de laatste keer dat ik hem levend heb gezien. Het gezin van Arie Hageman omstreeks 1943; Arie en zijn echtgenote Griet Groentjes met hun kinderen Tiny en Jan. 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2016 | | pagina 29