wordt als we het aan zijn lot overlaten. Natuurlijke pro cessen moeten worden hersteld en met grote Europese subsidies worden tal van maatregelen uitgevoerd. Op drie plaatsen zijn inmiddels weer verstuivingen gerealiseerd. Cor Mooij heeft zo zijn bedenkingen over de nieuwe aan pak: "Het beheer van het duingebied is totaal veranderd. Het verdwijnen van de konijnen heeft natuurlijk grote gevolgen gehad en begrazing is een goede oplossing. Nu wordt ook geprobeerd om verstuivingen weer moge lijk te maken. Het heeft weinig zin omdat de begroeiing het meestal toch weer wint. Naaldbossen worden gekapt en ook daar is niet iedereen blij mee. Ze waren vroeger als de dood als er iemand buiten het pad liep. Wie dat toch deed, kon een bekeuring krijgen. Als er ergens een takje werd afgebroken, konden ze je al een bekeuring geven. Nu rotzooien ze alles ondersteboven. De inzichten wijzigen voortdurend. Met mijn groep hadden we in ons rayon de Amerikaanse vogelkers zo goed als uitgeroeid, maar zoveel aandacht wordt er volgens mij niet meer aan besteed. Er groeien duindoorns. Die breiden zichzelf uit. Ze horen in het duin. Nu hakken ze er stukken af, omdat er zoge naamd te vdel duindoorns komen. Het is toch een natuur lijk proces. Daar moet je volgens mij niet op ingrijpen. Het is te gek om los te lopen. Ze gaan tegen de natuur in. Dat vind ik tenminste." Niek Kaan Weergave van gesprekken met Cor Mooij in 2015 en 2016 Bronnen: Jelles, ir. J.G.G., Geschiedenis van beheer en gebruik van het Noordhollands Duinreservaat (1968); PWN, Beheernota 2015-2025; Roos, Rolf, Duinen en mensen Kennemerland, Amster dam, 2009; Ruijter, Q. de, Over duinboerderijen en haar bewoners, 4e Jaarboekje Oud-Castricum (1981). Met dank aan: Adri de Haas-Mooij, Jan Frens en Hidde Posthuma.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2016 | | pagina 28