Tuinderij
Cor Mooij werd in 1920 geboren in Bakkum. Zijn geboor
tehuis aan de Bakkummerstraat, vlakbij hotel Borst, staat
er nog. Zijn vader had een tuinderij, waar nu een woonwijk
is gebouwd. Grootvader Mooij heeft de grond rechtstreeks
van de prinses Von Wied, eigenares van het duingebied,
gekocht. Het terrein waarop de in 1904 gebouwde openbare
lagere school stond, had ze aan de gemeente geschonken.
"Grote bedrijven waren er nog nietzegt Cor. Je moest
alles nog met de hand doen. De tuinderij van mijn vader
besloeg ongeveer 2 hectare. We teelden aardbeien, bonen,
peulen en doperwten en we hadden ook bessenstruiken.
Het hele gezin moest meehelpen. Ik dus ook van jongs af
aan.
De groente ging naar de veiling in de Dorpsstraat. Je ging
er vanaf de Burgemeester Mooijstraat in en kwam er aan
de Dorpsstraat weer uit.
In de crisisjaren was het moeilijk om rond te komen. Je
bracht een bakfiets groenten en dan werden die soms door
gedraaid. Aan de overkant op het kermisterrein stonden
een paar vrachtauto 's en daar kon je het spul opgooien
voor veevoer. Daar had je dan de hele week voor gewerkt.
In de winter konden de tuinders wat steun krijgen van
de gemeente. Je moest er wel wat voor doen. Er bestond
een zogenaamde spitregeling. Dat betekende dat je kon
gaan diepspitten bij een tuinder. Een ander kwam dan
weer bij jou spitten. Er werd ook gecontroleerd of het
werk wel gedaan was. Jan Duijn was de controleur van
de gemeente.
werd later het parkeerterrein van de camping aangelegd..
Alleen in de oorlog werd er nog wat geteeld op het Wolfs-
veld bij Vogelwater. Het Vogelwater zelf was al voor de
oorlog bebost. Arie Kaandorp, Willem Schermer en Jan
Nijman hadden daar land. Ze teelden van alles. Niet
alleen aardappelen, maar ook erwten, tuinbonen en sper
ziebonen."
Schooltijd
"Ik ging vlakbij mijn ouderlijk huis naar de openbare
school aan de Van Oldenbarneveldweg en kreeg les van
meester Nijsen, Philipoom en juffrouw Bakker. Er waren in
het begin maar drie lokalen en twee klassen per lokaal. De
In de duinen huurden veel tuinders ook grond. Vooral
de mensen die zelf niet genoeg grond hadden. Er
werden aardappelen en bonen geteeld. Voor
bemesting werden in Alkmaar de tonnen bij
de mensen opgehaald. Dat werd in grote
putten gestort en daar werd dan huisvuil
doorheen gemengd. Het werd op het
Schulpstet per schip aangevoerd door
de gebroeders Hollenberg. Vandaar
werd het met paard en wagen de dui
nen ingebracht. Mijn vader heeft me
nog wel eens verteld over de fees
telijke ontvangst van de 1000e kar.
Dat zal in het begin van de vorige
eeuw geweest zijn.
Zo 'n beetje de helft van de tuinders
had land in het duin. Het raakte
over toen het PWN in 1920 water
ging oppompen. Toen verdroogde
de grond. Dat de duinen uitdroog
den door de wateronttrekking werd
door de provincie eerst ontkend. Toen
de pompen begonnen te werken zag je
het water zo weg zakken. Binnen twee
jaar was het gedaan met de tuinders.
Herinneringen aan die tijd zijn er nog
genoeg. Er was een landje dat 'het Hoekie
van Kale Gerrit 'werdgenoemd. Iets voorbij
Johannes Hof had je 'het Leppie van Klaas
VeldtDe officiële naam is het Grote Leb. Daar
24
katholieke kinderen uit Bakkum vertrokken 's mor
gens naar hun school in het dorp.
Die staken schuin over door de weilanden en
tuinderijen via landpaden naar de school
in het dorp. Ze passeerden het Schulpstet
en de spoorwegovergang aan de Eerste
Groenelacm. Na schooltijd werkten de
tuinderskinderen natuurlijk ook altijd
nog even mee op de bedrijven van hun
vaders.
Familie Mooij geworteld in de dui
nen
"Mijn grootvader Pieter Mooij kwam
van Egmond-Binnen. Hij woonde in
de Schaapherderswoning, een kleine
boerderij die achter Zeeveld heeft
gestaan. Hij trouwde met Aafje van
der Schinkel. Niet lang na de geboorte
van mijn vader overleed Aafje en zij
werd bij de dorpskerk begraven. Oud-
Castricum heeft met medewerking van
aannemer Ton Borst en schilder Jan
Breeh'eld de bijzondere houten gedenkte
kens van haar en haar familie een paar jaar
geleden laten opknappen.
Schaapherderswoning. Vanaf 1888 woonde de familie Mooij in het
duingebied. Eerst in de niet meer bestaande schaapherderswoning en
later op de boerderij Zeeveld (tekening van Cor de Groot).
Cor Mooij en zijn neefje Piet Mooij bij Zeeveld in de jaren twintig.