de route Castricum-Egmond eruit gehaald. Daardoor is de boerderij Zeeduin ten westen van de doorgaande weg komen te liggen en is het kadasternummer gewijzigd in sectie B 698. In 1882 vinden er enkele perceelscorrecties plaats en worden de percelen ten westen van de Heereweg overgeheveld naar sectie D; de boerderij krijgt nr. 567. Hiermee is het raadsel van de wijzigende kadastrale num mers opgelost. Aanvankelijk zou de Van Tienhoven Hoeve op 1 augustus 1903 opgeleverd worden, maar wegens een spoorwegsta king in dat jaar moet later met de bouw worden begon nen en wordt de oplevering gesteld op 1 september 1903. Lang heeft Jacob Kuijs niet op de Van Tienhoven Hoeve gewoond, want in 1906 wordt de boerderij door de familie Beentjes bewoond. In 1907 werden op de hoek van de Zeeweg-Van Olden- barneveldweg de directeurswoning en de tuinbaaswoning gebouwd. Na opheffing van de agrarische functie heeft Zeeduin enkele jaren dienst gedaan als bergplaats en als onderkomen voor het tuinpersoneel van het ziekenhuis. Omdat de boerderij niet paste tussen de directeurswoning en de tuinbaaswoning, zou deze al voor 1914 zijn gesloopt. Besluit De verdroging als gevolg van de drinkwaterwinning zal zeker bijgedragen hebben aan de beëindiging van het agrarische duingebruik. In 1924 kwam het hoofdpomp station achter Johanna's Hof gereed en in het Bakkumse en Castricumse duingebied werden kleine pompstations in gebruik genomen die het grondwater uit de duinen gingen onttrekken. Door andere waterwin- en zuiveringstechnie ken, waarbij voorgezuiverd water uit het IJsselmeer wordt ingelaten, is aan de verdroging van de duinen een einde gekomen. Maar ook zonder verdroging zouden de agra rische duinbedrijven door hun kleinschaligheid niet meer hebben kunnen bestaan. Sporen uit het landbouwverleden zijn in het Bakkumse en Castricumse duingebied nauwelijks nog te vinden. De oplettende duinbezoeker vindt hier en daar nog een sloot of restanten van wallen. Een groot gedeelte van de voormalige landbouwgronden is in de jaren dertig van de vorige eeuw in het kader van werkverschaffing met bomen beplant. Een gedeelte van het voormalige Castri- cumse ontginningsgebied is ingericht als infiltratiegebied voor de drinkwaterwinning. De overgebleven duinakker tjes kregen de bestemming 'speelveld' en grotere vlakke terreingedeelten zijn recentelijk omgevormd tot 'natte' natuur. In het Koningskanaal zijn dammen gelegd om het water zo lang mogelijk in de duinen vast te houden. Als onderdeel van het project Schoonwatervallei is de Diepe Sloot in het najaar van 2012 uitgebaggerd en van een schone zandbodem voorzien. Het doel hiervan is dat helder duinwater via deze sloot, een pijpleiding en een klein aquaduct wordt geleid naar de natuurgebieden Zeerijdtsdijkje en de Hooge Weide, gelegen in de duin randpolder aan de oostkant van Bakkum. Voor het overige hebben mens en natuur de omvangrijke ontginningsacti viteiten van weleer toegedekt. Het Bakkumse en Castri- cumse duingebied is nu een onderdeel van het uitgestrekte Noordhollands Duinreservaat. Ernst Mooij Bronnen: Blom, P., De stolpboerderijen in Castricum en Bakkum (7e deel), 33e Jaarboek Oud-Castricum (2010); Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (Prins Frede- rik); Jelles, ir. J.G.G., Geschiedenis van beheer en gebruik van het Noordhollands Duinreservaat (1968); Kistermann, drs. H., Aspekten van de gebruiksgeschie- denis van het duinterrein Bakkum. Een historische verkenning ten behoeve van het natuurbeheer (1989) Archief PWN, Velserbroek; Ruijter, Q. de, Over duinboerderijen en haar bewoners, 4e Jaarboekje Oud-Castricum (1981); Zuurbier, S., De geschiedenis van Johanna's Hof, 27e Jaarboek Oud-Castricum (2004); Zuurbier, S., Beschikbaar gestelde kadastrale gege vens en aantekeningen, o.a. uit het Provinciaal archief Noord-Holland te Haarlem. De ligging van boerderij Zeeduin op de kadastrale kaart van 1832, getekend door FJ. Nautz, met daarop de voor 1841 gewijzigde route van Castricum naar Egmond, waardoor de boerderij aan de westkant van deze wegverbinding is komen te liggen. 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2016 | | pagina 22