Koninklijk Landgoed Bakkum (deel 2) Het aanzien van het duingebied is het resultaat van natuurlijke processen en menselijk handelen. Er werd gejaagd, er vond akkerbouw plaats, vee graas de in de duinen en er werd zand afgegraven. Voor dit alles was toestemming nodig van de duineigenaar, veelal van adel of een rijk geworden koopman. In 1829 kocht koning Willem I het duingebied achter Bakkum aan voor ontginningsdoeleinden. Vooral in die periode is het menselijke ingrijpen in het duin milieu groot geweest. Na koning Willem I was land goed Bakkum nog twee generaties lang koninklijk bezit. Prins Frederik der Nederlanden (1797-1881) Na het overlijden van koning Willem I in 1843 te Ber lijn is bij de verdeling van de nalatenschap de Bakkumse bezitting eigendom geworden van zijn tweede kind prins Willem Frederik Karel. Deze prins Frederik werd in 1797 in Berlijn geboren. Tijdens zijn leven bekleedde hij meer dere militaire functies. Zo nam hij ook deel aan het beleg van Brussel in 1830. In 1825 trouwde hij met zijn nicht Louise van Pruisen. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren, waarvan zijn twee zonen jong zijn overleden. In 1840 trok hij zich terug uit het openbare leven en ging op zijn landgoed De Paauw in Wassenaar wonen. Hij heeft daar tot aan zijn dood in 1881 gewoond. Prins Frederik bezat behalve landgoed De Paauw nog veel meer buiten- plaatsen. Zo bemachtigde hij in die tijd ook de Drie Pape gaaien, Ter Horst, Groot Haesebroek, Backershagen, de Hertekamp, Raaphorst en Eikenhorst. Het vervolg Over 1843 en de verdere eigendomsperiode van prins Fre- derik zijn niet zulke uitvoerige gegevens over het land bouwbedrijf op landgoed Bakkum bekend als daarvoor. De schaarse gegevens die wel beschikbaar zijn, zijn van belang omdat daarmee de voorspelling waaraan Gevers zich in zijn bekroonde verhandeling had gewaagd, globaal is te toetsen. Volgens Gevers waren de duinbezittingen tot rentegevende bezittingen te maken. Geconcludeerd kan worden dat de Bakkumse onderneming boven de koop som van rond 23.000 en gedurende de jaren 1829-1849 een investering van 100.000, vijftig jaar na het ontgin- ningsavontuur als de hoogste netto-opbrengst 3.000 opleverde. Dat is gerekend over het gehele areaal van rond 1000 ha gemiddeld 3 per ha. Over de resultaten van de exploitatie van het aangren zende duinterrein van Gevers zijn ook geen reeksen gegevens over een langere periode bekend. Ook Gevers zal hier nauwelijks voor zijn energie en durf beloond zijn geworden met rentabiliteit van zijn bezitting. Gevers is in zijn duinterrein niet overgegaan tot stichten van nieuwe landbouwbedrijven met gebouwen. De uit omstreeks 1770 daterende boerderij De Brabantse Landbouw is in het Geversduin dan ook de enige gebleven. Ook heeft Gevers de schapenhouderij op het grondgebied van de koning Prins Frederik der Nederlanden (1797-1881). Voorzijde van het in classicistische stijl gebouwde landhuis De Paauw. Na de aankoop door de gemeente Wassenaar in 1925 is het landhuis in gebruik als raadhuis.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2016 | | pagina 17