De lijfknaap van Castricum (1005) Voor 't hooge Huis te Castricum Daar blaast een horen luid. Heer Gozzo zat in de opperzaal, En zag het boograam uit: "Wat wil die barsche stierenhuid? Wat wil die Friesche hond? Ik was nog nooit in een landouw. Waar ikzo'n landreus vond!" - - "Heer Gozzowijn van Castricum! En houd u niet zoo blind: Hier staat Rienc IJfs, de Winckelaer, en vraagt uw liefste kind; "Hier staat Rienc IJfs, de Winckelaer, en eischt haar tot zijn bruid - Of anders staat ge uw erf hem af En trekt uw burchtpoort uit." - Haar 'lijfknaap', haar page, die het jaar daarvoor op de vlucht door Heer Gozewijn gastvrij was opgenomen, biedt zich aan om haar eer te verdedigen. Toen trad heur wakkre Lijfknaap toe, Van onbekenden stam: "Gy naamt my op in 't vorig jaar, Toen ik hier vliedend kwam - Nu zegge ik, dat mijn proef van trouw Ten dank u blijken ga: Hier zet ik u mijn eed ten pand, Dat ik dien Fries versla." - Als hij erin geslaagd is de reusachtige Rienck te ver slaan, maakt hij zich bekend als Sijvaert, of Siegfried, de zoon van graaf Aernout van Holland. (De 'Sifriedstraat' in Bakkum is vermoedelijk naar de held van deze bal lade genoemd.) Daarop vraagt Sijvaert aan Gozewijn zijn dochter ten huwelijk: - "Dan weet - ik vraag uw erf niet, neen! Maar schenk me uw kind ten loon: Want ben ik niet van Kenmer bloed - Ik ben Grave Aernouts zoon. En kwam ik hier als zwerver aan, Vermomd in vreemd gewaad - Dat was wijl ik een Ridder sloeg, In onbedachten raad". - De titelpagina van deel 3 van Kennemerland, Balladen', waarin de drie Castricumse balladen zijn opgenomen. Prinses Sophie van Würtemberg in 1863; zij was na haar huwelijk met Koning Willem III, koningin der Nederlanden (1849-1877). 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2016 | | pagina 12