maalstenen een specialistisch klusje was. In de Tweede Wereldoorlog werd men gedwongen voor de bezet ter te gaan malen. Het spreekt haast vanzelf dat vader André bij het afleveren van de gemalen tarwe, rogge of haver een portie achterhield. Zijn gezin heeft mede daardoor de hongerwinter goed doorstaan. Na de oor log werd de rogge betrokken van de meelfabrieken, die de rogge grof gebroken of zelfs gesneden aanleverden. Op de koopcontracten van die tijd is nog te lezen dat de zakken rogge van 50 kg afgeleverd moesten worden op zolder in stapels van vijf, met voldoende tussenruimte voor de kat (de muizenvanger). In de zestiger jaren vond vader André het mooi geweest en werd de zaak overgedaan aan zijn twee zonen, te weten Dick en Wim en werd het weer Gebroeders Groot. Zij moderniseerden het geheel, er kwamen nieuwe ovens speciaal voor het bakken van roggebrood en de snij- en inpakmachines wer den aangepast. Het afzetgebied werd uitgebreid en de verkoop via de supermarkt werd steeds belang rijker. De toenemende concurrentie maakte specia lisatie noodzakelijk. Men ging zich toeleggen op de 'klein'verpakking (één en twee plakjes verpakking voor horeca en in het vliegtuig). Ook biologisch rog gebrood kwam op de markt. Na een aantal jaren ver liet Wim het bedrijf en ging Dick verder. Hij ontwik kelde een nieuw soort rond roggebrood dat gebakken werd in hittebestendige kunstdarm. Men verpakte dat in kokers en luxe doosjes, speciaal voor de kaasspe ciaalzaken en in kerstpakketten. Bij gebrek aan een opvolger, zijn kinderen spreidden hun vleugels en trokken de wijde wereld in, werd de zaak overgedaan en inmiddels wordt Groot's Roggebrood in Friesland gebakken. Het bedrijfspand aan de Brakersweg heeft een woonbestemming gekregen. Wat rest is de herin nering aan een toch wel unieke bakkerij. Dick Groot Gerrit Groot nam afscheid van het roggebrood en begon in Bakkum aan de Stetweg een brood- en banketbakkerij en broer André ging door met het roggebrood. De ovens werden in die tijd gestookt met turven, die met de turfschuit over de Schulpvaart werden aangevoerd. Later werden dat takkenbossen, na 1945 stookolie en rond 1960 werd gas als warmtebron gebruikt. Bij het gesneden brood was de beperkte houd baarheid een probleem en dit werd ondervan gen door na het verpakken het gesneden brood te steriliseren. De rogge werd in de tijd voor 1940 zelf gemalen, waarbij het bikken van de De jongste zoon Klaas ging na een korte proeftijd als bakker met zijn bruid Dora Kuijs naar het grote Amsterdam om daar in de 2e Oosterparkstraat een melkzaak te beginnen. Daarna besloot dochter Lien met haar man Gerrit Twisk na enige aarzeling ook naar Amsterdam te 'emigreren' om in de Marnixstraat een melkzaak te exploiteren. De oudste zoon Piet ont plooide zich al snel als een bekwame brood- en ban ketbakker en begon in 1924 op de hoek Burgemeester Mooijstraat-Stationsweg een bakkerij die nog altijd, anno 2016, in bedrijf is (bakkerij Brakenhoff). De broers Gerrit en André begonnen aan de Bra- kersweg een speciale bakkerij met maar één soort brood, namelijk roggebrood. In die tijd was het nog wel gebruikelijk dat iedere bakker zijn eigen rogge brood bakte, maar het consumeren van wit en bruin brood kreeg steeds meer de overhand en menig bakker vond het bakken van roggebrood met baktijden van twaalf uur vaak een te grote belasting. Fries rogge brood wordt bij lage temperaturen van ongeveer 110 °C gebakken (dus min of meer gestoomd), waarbij de donkere kleur van het brood ontstaat door de fermen tatie van zetmeel in suiker. De oven kon gedurende die tijd niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Menig bakker moest worden overtuigd van het feit dat Groot's Roggebrood de kwaliteitsnorm van hun eigen product overtrof en langzaam maar zeker groeide de omzet. Bij het op de markt brengen van gesneden rog gebrood werd deze verleidelijk verpakt in aluminiumfo lie en omhuld met een kleurrijke banderol met de tekst: 'Let speciaal op het merk G.G, dan is men verzekerd van goede kwaliteit'. Dit was in die tijd zeer vooruit strevend, het aantal afnemers nam flink toe en Groot's Roggebrood werd een begrip in Noord-Holland. Men bakte in die tijd niet alleen Fries Roggebrood, maar ook Amsterdams Zoet (roggebrood met melasse stroop en rondom belegd met gebrande zemelen met een bak tijd van 40 uur), Brabants Roggebrood met rog gemeel (baktijd ongeveer 5 uur) en Bossche Rog gestoomd met een mix van roggemeel en gebroken rogge. Het deeg werd in blikjes met schroefdop in een grote ketel met kokend water gaar gestoomd en in de oorlogsjaren werd het door menigeen ook geprobeerd, men kreeg dan een soort broeder. Dick en Gerda Groot met hun kinderen v.l.n.r. Marco, Jane met haar dochter Téa en Chris. 109

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2016 | | pagina 109