500 Gram Zout O We ruilden onderling chocoladeletters Direct na zijn huwelijk met Maartje van Est in 1938 ves tigde de uit Nieuw-Vennep afkomstige Leendert Vaalburg (1907-2001) een kruidenierswinkel op de hoek van de Pernéstraat en Henri Schuytstraat. Later werden daar een drogisterij en speelgoedzaak aan toegevoegd. Zoon Mar tin (1944) werkte vanaf 1959 bij zijn vader en vertelde: "Het vak trok mij wel en ik voelde er weinig voor om door te leren. Ik heb wel de vakopleiding kruideniers in Alk maar gevolgd en ook mijn middenstandsdiploma behaald. In die tijd had mijn vader de zelfbediening ingevoerd en jaren later kon hij een groot stuk aan de winkel bouwen. Wij dachten toen een zelfbedieningszaak te hebben, waar mee we de toekomst aan konden. Er kwamen echter veel grotere vestigingen en daardoor moesten vele kruideniers ermee stoppen. Begin jaren vijftig betrok mijn vader goederen van groot handel Wiegerink die aan de Meerstraat in Beverwijk een pakhuis had. Een pakhuis zoals het toen was: smal met drie verdiepingen en een zolder. Van daaruit werden de goederen naar de winkels gebracht. Later hebben wij ons aangesloten bij de coöperatieve organisatie Enkabe, die eerst in Hoofddorp en later in Assendelft zat. Ik vond het een mooie en gezellige tijd. Boodschappen boekjes bij de klanten ophalen, wat 'vragenof 'horen werd genoemd. Soms vulde ik in wat de klant opgaf of anderen schreven het zelf op, terwijl ik stond te wach ten. Ook heb ik toen het wel eens een baby de fles moeten geven. 's Middags bracht ik de boodschappen, die door het personeel waren ingepakt, met de transportfiets bij de mensen thuis. Je kwam dan ook vaak twee keer op een dag bij een klant. Ook had je klanten die je eens per veer tien dagen bezocht. Die hadden twee kruideniers, maar dat vergat je wel eens en zodoende stond je soms met de bezorger van Albert Heijn uit de Torenstraat of die van Schoute van de Dorpsstraat voor de deur. Tijdens het ophalen van de boekjes had ik een rechthoe kige mand vol met aanbiedingen. Deze mand gebruik ik nog als lectuurmand, maar er zit ook altijd een snoepje voor de kleintjes in. In de jaren '60 veranderde Castricum van een tuinders dorp in een forensenplaats. Alles ten noorden van de Ruiterweg heb ik zien bouwen. In tegenstelling tot de melkboeren hadden de kruideniers en de bakkers geen vaste wijken. Wij hadden dan ook klanten over heel Castricum en Bakkum, met name in de nieuw bouwwijken tot aan de Kooiweg. Mijn vader kreeg samen met bak ker Burgmeijer adressen door van Bedeke die tegenover ons zat met een installatiebedrijf. Bedeke legde namelijk vaak centrale ver warming aan voor de nieuwe inwoners. Mijn vader bezocht ze zelfs in Amsterdam en vertelde wat voor winkel hij had. Vervolgens was hij er op de dag van de ver huizing als eerste bij met iets lek kers en het boodschappenboekje en in negen van de tien gevallen had je weer een klant erbij. Een bezorgwijk was in die tijd zeer belangrijk voor je zaak, maar ook heel arbeidsintensief. In de winkel werd veel op de pof gekocht. Op de toonbank lag een langwerpig opschrijfboek met harde kaft. Meestal eind van de maand werd het openstaande bedrag betaald en dan werd er een krul door gegeven. Het kwam regelmatig voor dat je achter je centen aan moest. Zo wisten wij precies wanneer de Hoogovens uitbetaalden. Mijn oudste zuster Gerrie heeft overigens altijd mee gewerkt in de afdeling levensmiddelen. Castricum was in onze beginperiode overwegend katholiek A ij rtïïCU%£ Leendert Vaalburg met winkelmeisje Rina Admiraal. Martin Vaalburg op zijn transportfiets. 49

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2015 | | pagina 49