1 i k 'WN I Volgens de publicatie was de vrouw sinds twee jaar weduwe van een onderofficier bij de koloniale landmacht, "die zich deze twee jaren van weduwestaat ten nutte had gemaakt, om door een kleine winkelnering zoveel te bespa ren, dat zij (steeds met haar kinderen aan de landziekte laborerende) zich in staat meende naar het vaderland terug te keren, met het voornemen, daar met bespaarde gelden een soortgelijk bedrijf voort te zetten. Nu ziet zij zich in hare hoop en vooruitzichten teleurgesteld, daar hare geheele bezitting van hare gespaarde gelden (circa f600,- benevens hare kleederen en lijfsieraden ter waarde van f300,- is verloren geraakt) en bijkans naakt nog haar leven heeft mogen redden met dank aan haar redders Het bericht van de notabelen eindigt met de oproep: "Wel dadige Landgenoten! Het gezegde 'wie spoedig geeft, geeft dubbel' is hier bij uitnemendheid van toepassing, want dit gezin kost dagelijks onderhoud en de kosten daarvan hoe zuinig ook geconditioneerd, zouden eerst van het bedrag uwer bijdragen af moeten om haar met het meerdere in staat te stellen haar plan te volvoeren door iets bij de hand te nemen, om voor het bestaan van haar en hare kinderen te kunnen zorgen." Het eerste beroep dat op de goedgeefsheid van de burgers werd gedaan, zorgde ervoor dat binnen een paar dagen maar liefst f 468,34% uit het hele land werd opgehaald. Het succes van een inzamelingsactie hing ook toen samen met het bespelen van de gevoelens. Zo blijkt ook weer uit de kranten van toen. Uit het Algemeen Handelsblad van 26 september 1860: "WELDADIGE LANDGENOOTEN. Onze roepstem was, Gode zij dank, niet die eens roe pende in de Woestijn; hij is over een vruchtbaren akker gegaan. Wij twijfelen dan ook niet, of er zouden honder den gevoelige, warme harten in ons Weldoend Vaderland gevonden worden, tegen ééne ijskoude van den ontaarden booswicht, die, in plaats van hulp te bieden, in het gezicht der Schepelingen en van onze Arme Weduwe, die zich met 36 hare Drie Kinderen aan zich geklemd, Tien Uren lang aan het wand heeft weten vast te houden, voor dat er door het dik weder hulp kwam opdagen, haar van hare duur ver worven bezitting beroofde." Dat de actie succesvol was, bleek wel begin oktober. In minder dan veertien dagen was een bedrag van f 981,45 voor de weduwe ontvangen. Wie was die weduwe en hoe is het met haar en haar kinde ren afgelopen? Is daar na meer dan 150 jaar nog achter te komen? De militaire stamboeken en de burgerlijke stand van Paramaribo brachten geen uitkomst. De hulp werd ingeroepen van de stadsarchieven van Breda en Harlingen en van het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG). Een grote stap dichterbij een antwoord op de vragen kwam uit de Opregte Haarlemsche Courant van 2 oktober 1860. Daar staat een dankbetuiging in voor de geslaagde actie waarin de naam van de weduwe wordt onthuld. "Het geleden verlies is alzoo rijkelijk vergoed. Cornelia van Aperen, weduwe van Hendrik Veltman is alzoo door uwe spoedige en milddadige hulp in staat gesteld aan haar voor nemen, om voor haar en hare minderjarige kinderen in het vaderland een middel van bestaan te zoeken, gevolg te kun nen geven. Zij weet met ons niet genoeg hare overvloedige dank uit te drukken; 'voor uwezoo ruimschoots betoonde hulpvaardigheid en kan slechts 's Hemels beste zegeningen afbidden over de goede werken van zoovelen, die haar uit een voor haar zoo donker vooruitzicht hebben opgebeurd en haar uit een zoo betreurenswaardige nood hebben gered". Nu de naam van de weduwe bekend was, kon meer infor matie over haar opgespoord worden. Cornelia van Aperen werd geboren in Hoeven (NB) op 19 november 1814 en overleed in Breda op 18 oktober 1878. Ze was een dochter van Jan van Haperen en Hendrina de Rooij. Eigenlijk zou ze dus ook Van Haperen moeten heten, maar het gehoor van de ambtenaar van de burgerlijke stand van Hoeven liet misschien te wensen over. Volgens de papieren was Cornelia naaister van beroep. Ze had vijf kinderen van onbekende vaders. Het eer ste kind Johannes stierf kort na zijn geboorte; de andere kinderen waren Pieter (geb. 1838), Carolina (geb. 1843), Hendrikus (geb. 1846) en Johanna (geb. 1849). Cornelia ontmoette in Breda Hendrik Veltman. Eindelijk had ze toch een huwelijkspartner gevonden en op 38-jarige leef tijd op 20 juni 1853 is ze getrouwd. Hendrik heeft er even over moeten nadenken, maar tenslotte heeft hij de kinde ren erkend en veranderde hun naam van Van Aperen in Veltman. De meisjes werden erkend op 20 november 1856 en de jongens op 7 augustus 1857. Echtgenoot Hendrik Veltman, geboren in 1810 in Amster dam en gedoopt in de Westerkerk, had een wonderlijk leven achter de rug. Hij was als een soort kindsoldaat in 1817 ingeschreven bij het 6e Bataljon Artillerie van de Nationale Militie en schopte het tot tamboer en kanonnier. Hij vertrok in september 1829 naar Batavia. Hij kwam terug in 1841 en werd tenslotte in 1852 gepensioneerd als foerier van het 1e Regiment Vesting Artillerie in Breda. Een jaar later trouwde hij met Cornelia. Misschien beviel het hem niet in Holland. Hij had tenslotte ruim tien jaar van zijn leven in de tropen doorgebracht, maar het blijft gissen. Volgens een bericht in 1 -F. De woeste zee met strandpaal als monument voor de Wilhelmina Frederika en de heldhaftige redders.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2015 | | pagina 36