eens een racefiets won. Zelf had ik een goeie fiets van
het merk Union. Hoe kan het ook anders, want deze was
geleverd door mijn ome Tinus die een rijwielzaak aan de
Mient had! Na 1958 fietste ik niet meer mee met de Tour
de Flevo en ging mij toeleggen op tourritten van zo'n 500
a 600 kilometer. Die heb ik twee a drie keer gereden van
Amsterdam-Maastricht-Amsterdam of van Brussel-Parijs
Brussel."
De winnaar van de laatste wedstrijdtocht was Nico van de
Ven (1946). Hij wist het volgende te vertellen:
"In de jaren 1959 tot en met 1961 mocht ik meedoen aan
de Tour de Flevo. Voor heel veel jongens in de leeftijd van
12 tot en met 16 jaar in Castricum was dat hét hoogtepunt
van hun zomervakantie, want slechts weinig kinderen gin
gen in die tijd met hun ouders uitgebreid op vakantie. Een
groot deel van het jaar leefde je er naar toe. Wekelijks ging
je naar het jeugdhuis aan de Overtoom om een kwartje te
brengen, zodat de uitgave niet in één keer zo groot was.
Vaak werden die avonden ook opgefleurd door de verto
ning van een film. Als de zomer naderde, steeg de span
ning. Na bekendmaking van de ploegenindeling werden de
eerste ploegenfoto 's genomen. Ook de fietsenkeuring was
een markant punt op weg naar de start van de tour.
De serieuze ploegen gingen ook echt in training door
samen bijvoorbeeld tijdritten te oefenen op de Zeeweg
22
en dan met name hard tegen de kluft op naar
het strandplateau. In 1959 deden we dat met de
ploeg Garage Geluk, waardoor ook ongetwijfeld
de winnaar van dat jaar uit onze ploeg kwam.
Dat was Nico Lute, de jongere broer van de toen
bekende renners Cees en Toon.
In 1960 kwam ik in de ploeg IJs De Toekomst met
een groep maatjes die de wedstrijden niet zo serieus
namen, maar meer voor de keet en de lol meegin
gen. Bijna werd een deel van onze ploeg halverwege
de tour nog naar huis gestuurd wegens nachtelijk
rumoer op de gang van ons onderkomen, een kloos
ter ergens in het Gooi. Gelukkig mochten we alle
maal blijven, maar het winnen van het puntenklas
sement (laten we zeggen de braafste ploeg) zat er
niet meer in. De winnaar dat jaar was Karel Hille
(Ketel).
Het jaar 1961 werd voor mij echt onvergetelijk.
Ingedeeld in de ploeg Zijlstra 's Rijwielhandel wist ik de
tour te winnen door de beste overalltijd in de tijdritten
neer te zetten na een nek aan nek race met Henk Heijne.
Henk heeft ook nog een dag in de gele trui gereden, maar
in de laatste tijdrit wist ik die te heroveren.
De terugkeer in Castricum was ook een belevenis. We
mochten met de hele karavaan een ronde rijden over het
parcours van de Ronde van Castricum, waarlangs natuur
lijk veel publiek stond. Vervolgens door naar Hotel Borst
in Bakkum, waar de feestelijke prijsuitreiking plaatsvond
en we een afsluitende maaltijd kregen.
Wat me verder nog is bijgebleven: de etappeplaatsen
waren vaak grote boerderijen, kloosters of seminaries.
Je sliep vaak op stromatrassen en de maaltijden waren
geweldig. Een keukenteam zorgde altijd weer tijdig voor
een prima ontbijt, een voedzame lunch voor onderweg en
een stevige avondmaaltijd Ook de renners hadden met
toerbeurt keuken- of opruimdienst.
Opvallende etappes waren in die jaren de overtocht van
Enkhuizen naar Stavoren (of andersom) per boot en de
fietstocht naar Friesland over de Afsluitdijk.
Van de begeleiding noem ik kapelaan Van der Wel voor
ons geestelijk welzijn en wachtmeester Van Scheppingen
van de Rijkspolitie, die zorgde dat we overal veilig moch
ten doorrijden. Daarnaast Ton Settels van de techniek,
Een foto uit een regenachtig Friesland in 1961.
Jan Brakenhoff (links) eindigde in 1958 in de gele trui en Jan van de
Wetering veroverde het rode tricot.
Prijsuitreiking in 1961 met Nico van de Ven die de winnaarsbeker in de wacht sleepte.