er diverse bekers, medailles en speldjes werden uitgereikt.
Volgens zeggen waren de prijzen in het eerste jaar nog
aan de bescheiden kant, maar daarna werden er zowel
door burgemeester en wethouders als de dagbladen De
Telegraaf en Volkskrant fraaie wisselbekers beschikbaar
gesteld voor de winnaars bij zowel de grote als kleine
jongens. Ook middenstanders schonken bekers voor de
beste of sportiefste ploegen. Later werden de renners ook
beloond met waardevolle artikelen. Zo ontving Karel
Hille (Ketel) in 1960 als beste ploegleider een fototoestel.
Naast de te veroveren prijzen op grond van prestaties,
waren er de eerste jaren prijzen te winnen door verloting
tijdens een tombola op de slotavond. De absolute hoofd
prijs daarvan was een jongensracefiets, maar ook kleinere
prijzen als polshorloges werden fel begeerd.
Voor sommige deelnemers had de leiding bijzondere prij
zen in petto. Theo Zijlstra legde bijvoorbeeld in 1957
beslag op de prestatieprijs, omdat hij de kleinste wielren
ner was. Harry Poeze kreeg in 1959 een vergulde speld
voor het bezit van de kleinste fiets. Ook Ton Stuifber
gen ontving deze speld; de reden daarvan was dat hij de
'kwiekste' jongen was geweest. Verder werd aan een aan
tal jongens de pechprijs toegekend in verband met materi-
aalpech of ziekte. Er bestond zelfs een prijs voor de meest
luie renner, maar de krant leek het beter om de uitslag in
dit geval anoniem te houden.
Winnaars Tour de Flevo
Jaar
Naam
Ploee
Onderdeel
1957
Will van den Berg
Mul
Grote jongens
1957
Hans Tromp
Buter
Kleine jongens
1958
Jan Brakenhoff
Simon Boer
Grote jongens
1958
Nico Ruckert
Gems
Kleine jongens
1959
Nico Lute
Buter
Grote jongens
1959
Ton Molenaar
Plas
Kleine jongens
1960
Karel Hille (Ketel)
Sterovita
Grote jongens
1960
Gé Mul
De Toekomst Kleine jongens
1961
Nico van de Ven
Zijlstra
Grote jongens
1961
Ben Groot
Locomotief
Kleine jongens
De eerste winnaar van het algemeen klassement in 1957
was Will van den Berg (1941). Hij woont tegenwoordig
in België, waar hij dit liet weten: "Verrassend om na 57
jaar de Tour de Flevo weer tot 'levente zien komen. Mijn
tourjaren bestonden uit zegge en schrijven één jaar van
wege het bereiken van de 'pensioengerechtigdeleeftijd. Ik
denk dat ik op dat moment de oudste van het peloton was.
Doordat ik al een paar jaar naar de middelbare school in
Alkmaar fietste, was ik goed getraind. Achter de 'derny
van een van de leraren werd tussen Alkmaar en Castri-
cum - hij woonde in Beverwijk - soms tot thuis gefietst met
een snelheid van circa 35 km per uur. Alleen bij plankgas
moest ik lossen.
De Tour was een zalige belevenis. Ik zie mij nog over
het Uitgeesterweggetje naar Castricum koersen en
uiteindelijk fier op het podium staan: apetrots en in
gedachten al een coureur. Roemloos is de renner in mij
uitgedoofd, alleen een fijne herinnering is gebleven.
In 1957 was de gele trui voor Jan Brakenhoff (1942) nog
ver weg, maar het jaar daarop wist hij deze te bemachti
gen en daarmee over de eindstreep te gaan. Jan: "Ik kan
me niet zoveel herinneren uit die tijd, maar weet nog wel
dat we vooraf trainden door rondjes te rijden rondom de
Marijkestraat. Daar woonde een meneer Lute die twee
kwartjes uitbetaalde aan de winnaar. We gingen dan door
de Korte Cieweg, Torenstraat, Wilhelminalaan en finish
ten bij Lute voor de deur. Zo heb ik wel eens een paar
centen verdiend. Zowel in 1957 als 1958 reed ik voor de
ploeg Simon Boer en dat was goed voor een extra zak
patat. Als winnaar ontving ik naast de gele trui een grote
wisselbeker van De Telegraaf. Jan van de Wetering legde
toen beslag op de rode trui. Hij had de mazzel dat hij bij
de prijsuitreiking tijdens de tombola met zijn lot ook nog
Prijsuitreiking door burgemeester Smeets in 1959.
Will van den Berg, eerste tourwinnaar.
21