Tijdens mijn tweede tour in 1958 won ik de eerste prijs van
de zogeheten 'kleine jongens'. Ik reed voor de ploeg Gems,
maar weet eerlijk gezegd niet meer waar die naam voor
stond. Als prijs kreeg ik een standaardje dat ik jarenlang
bewaard heb. Ook ontbraken de bloemen niet. Natuurlijk
was ik enorm trots dat ik deze prestatie met een gewone fiets
en een lager gezet stuurtje had bereikt en mijn droom was
toen wielrenner te worden. Het jaar daarop deed ik bij de
grote jongens mee en had echter geen schijn van kans meer.
In 1960 werd ik 16 jaar en kreeg toen andere interesses
Omdat ik goed gepresteerd had, mocht ik met mijn
vader naar het Olympisch stadion
de goede geest onder de deelnemers te bevorderen, om
de gemeenschapszin aan te kweken en om de deelnemers
een lichamelijk en geestelijk verantwoorde ontspanning te
bieden... Mijn vader zat jarenlang in de keukencommissie
en kookte onderweg.
Ik weet nog goed dat we met een grote groep aankwamen
bij een boerderij, waar we in het hooi sliepen. Onderweg
werden er verschillende tijdritten gereden, zowel individu
ele- als ploegenritten van 5 a 7 kilometer. Daarvoor wer
den stille wegen in bijvoorbeeld de Flevopolder gebruikt,
want nergens werd volgens mij de rijweg afgezet. Overi
gens gingen we niet helemaal om het IJsselmeer heen en
namen we ook de boot van Enkhuizen naar Stavoren of
van Urk naar Enkhuizen.
Henk Hommes (1945), de vroegere bode van het gemeen
tehuis en beheerder van De Kern, was deelnemer aan de
Tour de Flevo in de jaren 1957 tot en met 1960. Ook bij
hem kwamen er nog wel wat herinneringen naar boven:
"Zelf beschikte ik niet over een fiets, maar gelukkig kreeg
ik er een te leen van mijn oom Paul, de melkboer. Zijn fiets
had echter drie versnellingen en het was niet toegestaan om
die tijdens de tijdrit te gebruiken. Dat deed ik als eigenwijze
Hommes toch, werd gesnapt en vervolgens gediskwalificeerd.
De saamhorigheid in de groep was heel groot. We hadden
zoiets als: kom op jongens, we maken er met z'n allen wat
moois van, ook omdat we de naam van de sponsors hoog
wilden houden.
In 1959 reed ik voor de ploeg Vitesse'22. Mijn vader was
secretaris van die voetbalclub en omdat ik dat jaar in de
tour goed gepresteerd had, mocht ik als beloning met hem
mee naar een wedstrijd van het Nederlands elftal in het
Olympisch stadion.
Ook werd er eerst gezamenlijk ontbeten. Hier onder leiding van meester Cees
Bodewes.
De Vitesse-ploeg in 1959. V.l.n.r.: Jan Rademakers, Nico Zonneveld, Jan Hoebe, Peter Houtenbos,
Henk Hommes, Johan Mohrs, Theo Zijlstra en Ber Castricum.
Nico Ruckert (met bril) wordt in 1958feestelijk ingehaald
als winnaar van de 'kleine jongens'.
17