De Castricumse familie Bos Al vanaf 1981 wordt jaarlijks de geschiedenis en de stamboom van een Castricumse familie in het jaarboek gepubliceerd. Inmiddels zijn er 28 verschillende families aan bod gekomen. In die voorgaande periode zijn alle grote Castricumse families in de jaarboeken verschenen. Nu zijn de wat kleinere families aan de beurt. In dit jaarboek betreft het de familie Bos. De stamvader Klaas Janszoon Bos woonde al voor 1778 in Castricum. De oudste generaties van de familie waren vooral veehouder, later tuinder (kwekerij Sumatra), melkslijter en vracht rijder. De stamvader Klaas Janszoon Bos Klaas Janszoon Bos is geboren in 1753 en trouwt op 46-jarige leeftijd in 1800 met de weduwe Aagje Ariens- dochter Morsch, die eerder gehuwd was met Simon Louter. Aagje komt van Limmen en woont vanaf haar eerste huwelijk in Castricum. Uit haar huwelijk met Klaas Bos krijgt zij vier kinderen. De ouders van Klaas zijn onbekend gebleven. Het enige dat we weten is dat zijn vader Jan heet. Verder zal Klaas nog een zus Neeltje Jans Bos gehad hebben die genoemd wordt als getuige bij de doop van het eerste kind van Klaas en Aagje. Dezelfde Neeltje wordt met Klaas Jansz Koppes genoemd als getuigen bij de doop van het tweede kind. Neeltje zal waarschijnlijk gehuwd zijn met Klaas Jansz Koppes. Uitvoerig onderzoek naar de ouders van Klaas heeft ook niet het echtpaar Kop- pes-Bos weten op te sporen. Klaas Jansz Bos is landbouwer en veehouder te Castri- cum. Hij koopt in 1815 een boerderij met land aan de Westerweg in Limmen. Deze boerderij was eerder van zijn schoonouders Arie Pietersz Morsch en Maartje Ger- rits de Boer. Zijn schoonvader was al in 1784 overleden en zijn schoonmoeder in december 1813 op 80-jarige leeftijd. Op verzoek van de erfgenamen - kinderen en kleinkinderen van Maartje Gerrits de Boer - wordt op 19 oktober 1815 de openbare verkoping gehouden. Gerrit Klaaszoon Bos op de boerderij nabij de Papenberg De eerste vermelding dat ene Gerrit Bos woont op de boerderij nabij de Papenberg, op het zuidelijke deel van het huidige Vitesseterrein, vinden we in het jaar 1851 in de beschrijving van de nalatenschap van Arnoldus van de Velde, koopman in Alkmaar en lid van de gemeente raad aldaar. Zijn vele bezittingen bestaan onder andere uit de genoemde boerderij en een aantal nabij gelegen percelen weiland ter grootte van in totaal 6,5 hectare. Deze boerderij en de landerijen worden op basis van een mondelinge overeenkomst verhuurd aan Gerrit Bos voor 250 gulden per jaar. Arnoldus van der Velde had dit onroerend goed gekocht in 1827. Niet bekend is vanaf wanneer Gerrit Bos de boerderij heeft gehuurd. Dat maakte het interessant om de voorgeschiedenis van de boerderij te onderzoe ken. De boerderij was tot 1816 eigendom van en werd bewoond door duinmeijer Cornelis Bakker. In dat jaar verkoopt deze Cornelis de boerderij met de omliggende stukjes land aan de 25-jarige Arie Spaans, boer, gebo ren in Alkmaar en al in 1811 wonende in Castricum. Het ziet er naar uit dat Arie Spaans het financieel niet kan opbrengen, want hij verkoopt zijn bezittingen bin nen drie jaar, in 1819, aan Jan Seelen, goud- en zilver kashouder te Alkmaar. Arie zal de boerde rij nadien huren, want hij blijkt er bij de volkstelling van 1830 nog te wonen met zijn vrouw Guurtje Lot, zijn drie kinderen en een boerenknecht Jan Groen. Arie Spaans overlijdt op 14 april 1835. Guurtje hertrouwt in 1836 met weduwnaar Jan Brakenhoff. In datzelfde jaar trouwt Jannetje Brakenhoff, dochter uit het eerste huwelijk van deze Jan Brakenhoff, met Ger rit Bos. We mogen aannemen dat Guurtje in dat jaar is gaan wonen in de Oosterbuurt met haar kinderen Spaans op de boerderij van haar nieuwe echtgenoot Jan Brakenhoff en dat Gerrit en Jannetje in de leeggekomen boerderij zijn getrokken. Gerrit is dus huurder van de boerderij bij de Papenberg vanaf 1836. In de loop der jaren lukt het hem om wat bezit op te bouwen. Zo koopt hij in 1853 drie stukken weiland, genaamd 'De Hooge Berg', 'Het Paarden- Boerderij aan de Beverwijkerstraatweg; op de achtergrond de Papenberg. 84

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2014 | | pagina 84