reden door de stoomtram, die toen dagelijks door de straat reed. Jan de Graaf en zijn familie werden in de oorlog ook het slachtoffer van de gedwongen evacu atie, in dit geval naar Uitgeest. Het gezin keerde na de oorlog niet meer in Castricum terug. In 1950 werd het pand gekocht door Cornelis (Cor) Druij- ven. Dit gedeelte van de Dorpsstraat had kennelijk een grote aantrekkingskracht op leden van de familie Druij- ven, want zoals we in het voorgaande hebben gezien, woonden zijn twee broers Piet en Theo vlakbij, respectie velijk op nummer 122 en 124. Cor Druijven was getrouwd met Maria Mooij en zij kregen drie kinderen. De inmiddels bejaarde Cor, die met zijn echtgenote nog steeds Dorpsstraat 132 bewoont, noemde het wel 1 gezel lig om met directe familieleden zo dicht bij elkaar te wonen. Op de vraag of de achterliggende tuinen en het aangrenzende erf van Baltus geen oase vormden voor de vele kinderen van de hier kinderrijke families, antwoordde hij ontkennend. Het erf van Baltus was het domein van zijn vee en dus niet geschikt voor spelende kinderen, die voor zover zij zich toch op zijn land waagden, toesprak met 'oprotten\ De voornaamste speelplek voor de kin deren vormde het tegenoverliggende schoolplein van de Augustinusschool. Dorpsstraat 134 (Alkmaarderstraatweg 30, woonhuis) Eerste koper van dit pand was in 1932 Reinier de Ruij- ter, een Castricummer die in 1921 trouwde met Catharina Geertruida (Cato) Res. Hier komen we voor het eerst een direct verband tegen tussen een koper van het huis en de bouwer, want Catharina was een dochter van Jacobus Res, bouwer van de huizen van de Rooie Buurt. Na de oorlog werd het pand vanafjuli 1947 een korte peri ode bewoond door Petrus Boomars en echtgenote, die met hun in dat jaar geboren dochter in 1949 verhuisden naar de hiervoor besproken woning Dorpsstraat 114. Het pand werd daarna vrij lang, vanaf 1953 tot 1973, bewoond door Kunder Gort, waar hij kantoor hield als financieel adviseur. Verder genoot hij onder andere bekend heid als secretaris van schietvereniging De Vrijheid. Sinds 1974 woont er het echtpaar Willem Witte en Renske Kok. Dorpsstraat 136 (Alkmaarderstraatweg 32, woonhuis) Als eerste koper wordt in 1921 vermeld de melkslijter Willem Bruijn, tot dan woonachtig te Heerhugowaard. Hij lijkt niet in Castricum te hebben gewoond en over zijn persoon, familie en de motieven van zijn aankoop tasten we in het duister. Mogelijk verhuurde hij het pand. Nog voor 1965 wordt als bewoonster de weduwe van Wilhelmus (Willem) Druij- ven genoemd. Deze Willem Druijven, fabrieksarbeider en tuinder, werd in 1887 geboren in Limmen, waar nog veel leden van de familie Druijven woonachtig zijn. Hij trouwde in 1913 met Catharina Bruin en uit dit huwelijk werden onder andere de zonen geboren die we tot dusver zijn tegengekomen als bewoners van de Rooie Buurt. Wil lem overleed in 1947. Zijn weduwe overleed in 1965 en de bewoning van het pand werd sindsdien voortgezet door zijn zoon Willem Druijven, getrouwd met Adriana Boon. Hij was de vierde van de broers die we hiervoor hebben leren kennen als bewoners van dit gedeelte van de Dorps straat. Willem Druijven jr. verhuisde in 1991 met zijn echtge note naar de Offenbachstraat. Sindsdien zijn de bewoners Aarnoud van der Plank en Jozina Stitzinger. Dorpsstraat 134. Dorpsstraat 136, ca. 1936. 79

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2014 | | pagina 79