Dorpsstraat 120 (Alkmaarderstraatweg 16, woonhuis)
Over de geschiedenis van deze woning valt wel wat meer te
vertellen, want dit pand was behalve als woning ook jaren
in gebruik als een soort kantoor door Johan
(Jan) Stuifbergen, die direct na de oorlog in
de vrijgekomen woning zijn intrek nam, kort
na zijn huwelijk in 1944 met Frederika Prein.
Hij was toen 46 jaar. Uit advertenties in de
plaatselijke krant blijken zijn veelzijdige acti
viteiten: verzorger van familiedrukwerk, ver
koper van kinderboeken, verzekeringsagent en
werver van advertenties en abonnementen op
kranten en tijdschriften, waarbij hij een peri
ode was verbonden aan het Nieuwsblad voor
Castricum. Jan Stuifbergen zal in zijn activi
teiten zeker geïnspireerd zijn door zijn vader
Willem Stuifbergen, postbode, boekhandelaar
en eveneens krantenverkoper met een winkel
gelegen aan de Dorpsstraat naast slager Admi
raal (zie 31e Jaarboek, 2008).
Over de persoon van Jan Stuifbergen komen
we meer te weten uit de herinneringen van
Siem Scheerman, die werden opgetekend
in het 23e Jaarboek (2000): "Ik heb nog een
halfjaar bij Jan Stuifbergen, bijgenaamd 'de
Koet', gewerkt. Dat was een krantenman. Ik bracht de
Castricummer, andere kranten en tijdschriften rond. De
Castricummer kostte toen nog 70 cent in de maand en dat
geld moest je iedere maand weer ophalen. Jan was een
bijzonder mens. Hij woonde in de Rooie Buurt. Hij schreef
voor de krant en was ook een halve advocaat
Jan Stuifbergen was in zekere zin een concurrent van de
op Dorpsstraat 96 gevestigde boekhandel en winkel in
religieuze artikelen van Kees Stuifbergen en zijn zoon (zie
het 36e Jaarboek, 2013), die zich onder andere ook met
de werving van advertenties bezig hielden. Er is tussen
de vele Stuifbergen's in Castricum altijd wel een familie
relatie, maar die gaat in dit geval verscheidene genera
ties terug, zeg maar die van verre neven en dat zal dus de
concurrentieverhoudingen niet in de weg hebben gestaan.
Jan Stuifbergen vertrok in juni 1955 met zijn gezin van de
Dorpsstraat naar de Beverwijkerstraatweg; hij overleed in
juni 1968.
Na de periode Stuifbergen werd het pand betrokken door
de 25-jarige Petrus de Graaf en zijn echtgenote Ursula de
Groot. Hij trof volgens zijn zeggen een wat verwaarloosd
pand aan en voerde nog in 1955 een vrij drastische ver
bouwing uit, waarbij onder andere de vloer en de muren
onderhanden werden genomen. Hij woont er nu dus al
bijna 60 jaar, maar vanwege het overlijden van zijn echt
genote verhuist hij dit jaar naar De Boogaert.
Dorpsstraat 122 (Alkmaarderstraatweg 18, woonhuis)
Ook dit pand was niet alleen maar een woonhuis. Het
diende sinds 1922 als werkplaats voor de koper van het
pand, Johannes Schaap, bekend geworden in Castri-
cum als schoenmaker. Voordien was hij gevestigd op
Dorpsstraat 54 in een pand dat hij had gehuurd van de
familie Kehl. Opvallend is dat Schaap, in tegenstelling
tot andere Castricumse schoenmakers, voor zijn acti
viteiten, voor zover wij hebben kunnen nagaan, niet
adverteerde. Hij genoot kennelijk een goede reputa
tie, wat ook blijkt uit de viering in augustus 1949 van
zijn 50-jarig huwelijk met Magdalena Roozing met
een druk bezochte receptie en een aubade door fan
farecorps St. Aloysius. Ook de krant memoreerde het
gouden huwelijksfeest van de 76-jarige heer Schaap,
die "Vele jaren als schoenmaker werkzaam was aan
de Alkmaarderstraatweg en ook als aanspreker. Na de
oorlog keerde het echtpaar in de oude woning terug en
geniet daar van een rustige levensavond
Schaap was dus een bekende Castricummer en wordt
ook beschreven door Q. de Ruijter in zijn boek 'Schip
pers van het Stet', die daarbij opmerkt dat Schaap in de
functie van aanspreker altijd een zwart uniform droeg
met witte tressen en een hoge hoed.
Na de periode Schaap werd het pand in 1954 betrokken
door Petrus (Piet) Druijven, die het er bijna veertig jaar
volhield. Hij was gehuwd met Tekela van Dijk en zijn
gezin telde drie kinderen.
Dorpsstraat 124 (Alkmaarderstraatweg 20, woonhuis)
De oudste gegevens over dit pand gaan terug tot het
jaar 1918, toen het werd gekocht door Grietje de Waard,
weduwe van de in 1906 overleden Dirk Schotvanger,
een agrariër. In 1925 kwam de woning in handen van
Petrus Zonneveld, toen 35 jaar en getrouwd met Aaltje
Groot, uit welk huwelijk vier kinderen werden gebo
ren. Voor zijn komst naar de Alkmaarderstraatweg
bewoonde Petrus, die de wat merkwaardige bijnaam
droeg van Vader Abt, als landbouwer de boerderij Vogel
water in het duingebied. In 1937 verhuisde hij met zijn
gezin naar de Sifriedstraat. Sindsdien kende het pand
diverse bewoners, die er relatief kort verbleven, maar
vanaf 1948 kwam hier verandering in en werd het huis
niet minder dan ruim 40 jaar bewoond door het gezin
van Theodorus (Theo) Druijven, die gehuwd was met
De huizen Dorpsstraat 120, 122 en 124 in 1997.
77