kelijk in het duister over deze benaming, maar zij zou volgens de overlevering te maken hebben met prostitu tie die lang geleden in een van de panden schijnt te zijn bedreven. Maar het is in de herinnering van oude Cas- tricummers te lang geleden. Dat kan wel kloppen, want zoals in de inleiding al vermeld, zijn de elf woonhuisjes gebouwd door Jacobus Res rond 1907 en dus meer dan honderd jaar geleden. In de verhalen over de bouw wordt steeds een link gelegd met psychiatrisch centrum Duin en Bosch, dat werd gebouwd in de periode 1904-1909. Volgens de overleve ring zou voor de bouw van de rooie buurthuisjes gebruik zijn gemaakt van (afgekeurd) bouwmateriaal van Duin en Bosch. Wat betreft de gegevens die men in het kadas ter vindt over de koop van deze huizen, valt op dat deze veelal plaats vond jaren nadat ze waren gebouwd. Wat was dus de bestemming in de tussentijd? Een veron derstelling is dat ze werden verhuurd. Het lijkt wat dit betreft niet onmogelijk, dat bij Res ideële motieven - het bouwen van betaalbare huurhuisjes voor arbeiders - een rol hebben gespeeld en dan kom je aan een alternatieve verklaring voor de benaming Rooie Buurt. Hierna gaan we wat nader in op de geschiedenis van de verschillende woonhuizen in dit speciale buurtje, met vooral aandacht voor opmerkelijke bewoners, die kans zagen in hun woninkje toch een bedrijf uit te oefenen. Dorpsstraat 116 (Alkmaarderstraatweg 12, woonhuis) De oudst bekende bewoner van het huidige Dorpsstraat 116 was Lambertus (Ber) van Benthem, grondwerker en kleinzoon van Maria Res en Bertus van Benthem, die we in het 29e Jaarboek (2006) hebben leren kennen als beheerder van het café De Vriendschap (later d'Oude Schimmel en Sam-Sam). Ber van Benthem was getrouwd met Cornelia van Vliet; met haar en hun drie kinderen ver trok hij in 1939 naar Voorburg. Het woonhuis, toen nog Alkmaarderstraatweg 12, kwam vervolgens in handen van Jacob Schermer, kort na zijn huwelijk in 1939 met Adriana Nieuwland. Hij was werkzaam als monteur en chauffeur. Na een evacuatie in de oorlog van enkele jaren naar Beverwijk keerde Jacob in oktober 1945 terug in zijn woning, na een moeilijke periode, want in april van dat jaar was zijn echtgenote overleden. In 1946 hertrouwde hij met Maria van Steijn, die een kind meebracht uit een eerder huwelijk. Jacob Schermer woonde met Maria nog tot november 1950 op de Alkmaarderstraatweg, waar nog vier van zijn kinderen het licht zagen. Daarna verhuisde hij naar de Tetburgstraat. De familie Schermer werd opge volgd door het echtpaar Antoon Duinmeijer en Maria Maters. Zij woonden er een lange periode, van 1950 tot 1984, waarna dochter Ingrid Duinmeijer, gehuwd met Meinhardus Beentjes, hier is gaan wonen. Dorpsstraat 118 Alkmaarderstraatweg 14, woonhuis) Van dit pand was de eerste koper Jan Tool, een huisschil der, die er in januari 1923 zijn intrek nam vanuit zijn geboorteplaats Wognum. Hij werd in 1943 op het adres uitgeschreven om te vertrekken naar Zaandam, wat ook in dit geval te maken had met de oorlogssituatie, waardoor veel inwoners van Castricum hun huizen moesten verla ten. Na de oorlog keerde Tool op dit adres niet meer terug. Enkele opvolgers woonden er maar kort, met uitzondering van ene Peter Lust, een zoon van de Jan Lust, die in een vorig artikel ter sprake kwam als bewoner, winkelier en makelaar op Dorpsstraat 12. Peter Lust was getrouwd met Aaltje Meyberg en het echtpaar woonde hier vanaf 1960 een lange periode. Foto uit 1987 van de nog bestaande rij lage huisjes, Dorpsstraat 116-136. 76

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2014 | | pagina 76