Op 8 mei kwamen de eerste de Canadezen als bevrijders Castricum binnen. Er werd onder het Militair Gezag een politieke opsporingsdienst (P.O.D.) gevormd, die zich bezig ging houden met het opsporen en verhoren van personen, die 'heb ben doen blijken van ontrouw'; Cornelis Kulk en Ger van Weel waren bij deze dienst betrokken. Verzetsmensen en politie begonnen met het arres teren van N.S.B.'ers en collaborateurs De arres tanten werden overgebracht naar Duin en Bosch, 1941, zeer provocerend door Castricum. Er ontstonden onder meer bij café Duinzicht op de Beverwijkerstraat weg schermutselingen die gemakkelijk uit de hand had den kunnen lopen. Gelukkig kon veldwachter Johannes Tol dat voorkomen door tijdig bemiddelend en kalmerend op te treden. In juni 1942 kreeg de plaatselijke politie te maken met de ontruiming van Duin en Bosch. In december volgde de evacuatie van vele Bakkummers en Castricummers en vanaf april 1943 de afbraak van 270 woningen en bedrijfs panden. Het aantal inwoners liep toen terug van 9000 naar 2800. De bezetter voerde ook acties uit, zoals de inzame ling van koper en andere metalen, verplichte inlevering van radiotoestellen en vordering van paarden en fietsen. Er zijn toen heel veel schuilplaatsen gecreëerd Castricum met Bakkum werd tot 'Sperrgebiet' verklaard: alleen toegankelijk met een 'Ausweis', gecontroleerd door wachtposten van de Wehrmacht. Het duinterrein en het strand waren vanaf begin 1943 al verboden gebied. Op 1 maart 1943 werd de gemeentepolitie van Castricum samengevoegd met de marechaussee onder leiding van Klaas Reinders, voorheen chef van de veld wachters. De marechaussee moest in een groter pand worden ondergebracht, dat gevonden werd in de voormalige ambtswoning van de burge meester aan de Stationsweg nr. 3. De politie werd gehuisvest in het oude raadhuis aan de Dorpsstraat. De groep politie en marechaussee van de pos ten Castricum en Bakkum bestond op 1 maart 1943 uit vier man: Johannes Tol, Martinus Nieuwenhuizen, Herman van der Leegte, Jan Castricum en verder uit zeven wachtmeesters van de marechaussee: Ger van Weel, Piet Vijn, Gerhard H. van Lingen, Willem J. Weeda, Johannes C. Blom, Evert van Surksum en Cor- nelis Kulk. Johannes Tol en Herman van der Leegte ver trokken in 1943 uit Castricum en Berend Kar- sten uit Nieuwer-Amstel kwam naar Castricum evenals Cornelis de Meester uit Heemskerk. In datzelfde jaar kwamen Frits Schefferlie en Maarten Sjouw uit Velsen naar Castricum. De politie had geen gemakkelijke taak. Tegen criminaliteit, inbraak, diefstal en mishandeling moest gewoon worden opgetreden. De politie werd geconfronteerd met sabotage en acties van het verzet, zoals de liquidatie van de commandant van de Landwachters op 7 september 1944. Wie kon je abso luut vertrouwen? Er was heel veel onzekerheid. Castricum en Bakkum na de bevrijding Op 4 mei 1945 kwam het verlossende bericht dat de Duitse Wehrmacht had gecapituleerd en dat de wapenstilstand op 5 mei 1945 om 08.00 uur inging. Hieraan voorafgaande was op 3 mei een commissie van samenwer king gevormd uit de illegale organisaties met als voorzitter de huisarts Van Nievelt, secreta ris Tjeerd van Eik en de leden Jan Rozing, Cor van der Kaaij, Joop Blom en Ger van Weel. Op 5 mei werd J.J. Nieuwenhuizen, burge meester van Limmen, waarnemend burge meester van Castricum. Henk Nielen, hoofd van het distributiebureau, werd aangewezen als loco-burgemeester. Hij werd in december 1945 burgemeester van Heemskerk. Jan Rozing, Piet van der Goes, Cornelis Kulk, Piet Vijn, Cor van der Kaaij, Gerard Klaasse, Ger van Weel en Joop Blom vieren de bevrijding. 64 De marechaussee van de groep Castricum in ceremonieel tenue marcheert in de jaren 50 door de Dorpsstraat.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2014 | | pagina 64