i
mij dat zeggen kan? De Groenteman!'
Het kernassortiment van de traditionele
groenteboer bestond uit de zogenaamde
AGF-producten: aardappelen, groenten en
fruit. Dat assortiment is in de twintigste
eeuw aanzienlijk uitgebreid. Onder andere
werden zelfgemaakte salades, soepen en
stamppotten toegevoegd. Ook startte men in
deze branche met biologische producten en
het aanbieden van cateringdiensten aan het
bedrijfsleven.
Een grote verandering is ook de afname van
het aantal veilingen in de loop der jaren.
Door de steeds minder wordende aanvoer
van groenten gingen de tuinders eind jaren
'60 hun producten elders veilen, waardoor er
geen bestaansrecht meer was voor de Castri-
cumse veiling en de gebouwen in november
1970 werden verkocht. De geschiedenis van de plaat
selijke veilingen wordt uitgebreid beschreven in het
19e Jaarboekje (1996) van de werkgroep.
Uit onderzoek door de organisatie voor het midden- en
kleinbedrijf (MKB) is gebleken dat het aantal groen-
tewinkels in Nederland in tien jaar tijd (1994-2004)
ongeveer de helft verminderde en dat er één groente
winkel op zo'n 10.000 consumenten kon bestaan. Dit
komt ongeveer overeen met de huidige situatie in ons
dorp.
Stengs was 73 jaar een begrip
Veel Castricummers zullen wel eens aardappelen, groenten
of fruit hebben gekocht bij Stengs in de Burg. Mooijstraat
37. Jan Stengs (1915-2000) opende daar in 1938 zijn winkel.
Tot zijn 65e jaar heeft hij leiding gegeven aan zijn bedrijf en
daarna namen zijn zoons Jaap (1944) en Henk (1949-2012)
het over. Jaap: "Het waren in het begin moeilijke jaren voor
mijn vader door de crisis en de oorlog, maar dankzij een
enorme wilskracht en keihard werken is het hem gelukt om
van zijn groentewinkel een topzaak te maken. Hij verkocht
alleen maar de beste kwaliteit groenten en fruit door zelf
drie keer per week naar de veiling in Alk
maar en elke donderdag naar de grossiers-
markt in Beverwijk te gaan. Daarnaast had
mijn vader tot 1978 ook een winkeltje op
het kampeerterrein Bakkum. Hij deed dat
samen met groenteboer Nic Scheerman en
ik hielp ook regelmatig mee. Dat was een
gezellige tijd. Vader kocht het pand van
Nic aan de Dorpsstraat 35 in 1964. Mijn
zus Gré begon daar toen in de garage een
groente- en fruithal als filiaal van de Burg.
Mooijstraat, terwijl haar man Theo Beste
man in de vroegere winkel een snackbar
ging exploiteren.
Ik weet nog goed dat onze winkel in 1961
verbouwd werd. Daarvoor trok het hele
gezin zes weken in bij opa Hein Stengs
aan de Doodweg. De verkoop ging ech
ter gewoon door in een schuur van slager
Sneekes. Tot 1988 heb ik in de zaak gewerkt.
Daarna heb ik mij alleen bezig gehouden met de aardap-
pelhandel. Tot 1976 gebeurde dat vanuit een loods in de
Geelvinckstraat, maar omdat het laden en lossen steeds
meer problemen gaf door toename van het parkeren, zijn
we daar gestopt. Toen ben ik verder gegaan in een grote
loods achter mijn woning aan Schoutenbosch 60. Ik kocht
de aardappels doorgaans rechtstreeks bij de boeren, maar
reisde 's zomers ook wel naar Tholen om ze daar te kopen
via de veiling. In de loods verpakte ik ze in hoeveelheden
van 2,5 of 5 kilo en distribueerde ze naar de groenteboe
ren. Mijn grootste afzetgebied was eerst Amsterdam, maar
dat verplaatste zich later naar de Zaanstreek, Beverwijk,
De huidige winkel van Beentjes in Geesterduin.
De winkel van Stengs in 1961 met v.l.n.r. de kinderen
Gré, Lida en Jaap, vader Jan en moeder Guurtje.