In de laatste jaren van de oorlog had de ellende in Neder
land verder toegeslagen: bedrijven gingen dicht en dui
zenden kwamen op straat te staan. Castricum stelde een
'Werklozencommissie' in. In 1919 ontvingen 26 mannen
een uitkering, waarvan de helft door het rijk werd betaald.
De oorlogsmoeheid, de schaarste en de rantsoenering
drukten de stemming en verhoogden de onvrede. De
Spaanse griep maakte duizenden slachtoffers. Het sterfte
cijfer in Castricum (54) zonder Duin en Bosch was onge
veer 20 hoger dan in de jaren voor en na de griepgolf. Ook
in het ziekenhuis zelf waren er veel slachtoffers. In 1919
werden 78 mensen op de begraafplaats van de inrichting
begraven.
BropdllÈ&rten
niytlvve iri^ISi i;aluit w£>nlan uit£.e-
ivifct ju L^ufcutfi \»|i li-111jiu 11 ia
LfcüiJi; 11 ut V) SSv: 'JL' ij1 L
:J i ytoK
Een nieuwe tijd
De heersende Spaanse griep was voor de regering een
reden temeer om na de wapenstilstand van 11 november
1918 zo snel mogelijk te demobiliseren. De Duitse keizer
Wilhelm trad af en vestigde zich in Doorn. Het eiland Wie-
ringen werd het verbanningsoord voor zijn zoon, kroon
prins Wilhelm. De geallieerden legden Duitsland zware
vredesvoorwaarden op. De verontwaardiging in Duitsland
was enorm en de kiem voor de Tweede Wereldoorlog was
alweer gelegd.
De gemeenteraadsverkiezingen van 1919 werden de eer
ste met algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen.
Castricum met voor het overgrote deel een rooms-katho-
lieke bevolking stemde massaal op de R.-K. Staatspartij
die vijf zetels haalde. Een zetel was er voor de combinatie
CHU+ARP en eveneens een voor de SDAP.
Al eerder ging burgemeester Mooij na 30 dienstjaren met
pensioen. Hij heeft in de laatste jaren van zijn loopbaan
niet gemakkelijk gehad, al kreeg zijn gemeente niet te
maken met grote aantallen vluchtelingen en met interne
ringskampen. Op 1 augustus 1918 trad de jonge en ambi
tieuze burgemeester Lommen aan. De gemeente bouwde
een ambtswoning voor hem aan de Stationsweg. Het is
de eerste woning die op het elektriciteitsnet werd aange
sloten. In zijn periode veranderde er veel in het dorp. De
woningbouw kwam op gang, er werden scholen gebouwd,
nieuwe wegen aangelegd, waterleiding verving de wel
putten, de VVV Castricum Vooruit werd opgericht en het
inwoneraantal steeg. Er ontstonden nieuwe kansen voor
het dorp.
Niek Kaan
Opvang van kinderen na de Eerste Wereldoorlog
Er heerste nog jaren na de oorlog hongersnood in
Oostenrijk en Hongarije. Vanaf 1919 werden dui
zenden kinderen naar Nederland gehaald om aan te
sterken. Het plaatselijk r.-k. huisvestingscomité onder
voorzitterschap van mevrouw Lommen-Maury zette
zich daarvoor in. Weense kinderen, 'Wienerferienkin-
derwerden ze genoemd, vonden hier een goed ont
haal. Vanaf 1920 verschenen er regelmatig bericht
jes in het Weekblad voor Castricum over groepen die
aankwamen of vertrokken. In 1920 waren er volgens
pastorale notities tachtig kinderen uit Wenen gearri
veerd. Er was een collecte gehouden om het reisgeld
bij elkaar te krijgen. Op woensdagmiddag werden in
het Duits aparte godsdienstlessen gegeven aan deze
kinderen. Onder hen ook Edmund Travnicek (1914
2000) en zijn halfbroer Leopold Leitner (1911- 1962)
Ze zijn nooit meer terug gegaan naar Oostenrijk
en groot gebracht bij hun pleegouders. Hun ouders
waren te arm om voor hen te zorgen. Travnicek en
Leitner werden bekende namen in het dorp. Als dank
aan de Castricumse gemeenschap voor de geboden
hulp ontvingen burgemeester Lommen en zijn vrouw
beiden een onderscheiding van het Oostenrijkse Rode
Kruis.
r
Bekendmaking van de uitreiking van de broodkaarten.
Edmund Travnicek (1914-2000).
44