200 200 200 50 200 200 200 50 50 Rijks-Brood kaart 50 5<? 200 200 200 50 200 200 200 50 De Distributiewet werd in 1916 aangenomen en aanslui tend werden ook in Castricum verdere distributie- en rant soeneringmaatregelen getroffen. De gemeenteraad richtte een distributiedienst op die het 'Levensmiddelenbedr- ijf' werd genoemd. Ondanks alle overheidsmaatregelen ging het met de voedsel- en brandstofvoorziening steeds slechter. De aanvoer van met name aardappelen stag neerde. De prijzen van het belangrijkste voedsel, aardappelen, waren voor sommigen niet meer op te brengen. Begin juli 1917 was sprake van een regelrechte oproer in de hoofd stad, die de 'aardappeloproer' werd genoemd. De winter van 1917-1918 was tot overmaat van ramp bij zonder streng. In verband met de schaarste aan brandstof fen besloot de gemeenteraad de schoolkinderen geen vri jaf te geven op woensdagmiddag en in plaats daarvan op zaterdagochtend de scholen te sluiten. Gas werd in 1918 nog maar enkele uren per dag, gedurende de etenstijden, geleverd. In het hele land protesteerden steeds meer mensen tegen het distributiebeleid. Bij de al bestaande problemen kwam voor de mensen ook nog het gebrek aan vlees. De overheid ging omstreeks Pasen 1918 over tot het in beslag nemen van vee dat op de markten en bij slachthuizen werd aange boden. Vlees werd gerantsoeneerd en de regering stelde twee vleesloze dagen per week in. Het vleesrantsoen werd alleen in de vorm van eenheidsworst, een mengsel van 10% varkensvlees en 90% rundvlees, verstrekt. Door de samenstelling leverde 85 kg vlees 100 kg worst op. Grote Jan Brakenhoff, die zijn boerderij aan het Slingerpad had in de buurt Duinkant, slachtte af en toe een schaap en ver schafte de Castricummers tegen een redelijke prijs toch nog een stukje echt vlees, al was dat niet helemaal volgens de regels. Zo zullen er vast wel meer adresjes geweest zijn. Om de voedselvoorziening te verbeteren riep de regering op om grasland te scheuren tot akkers. De overheid bes loot de graanoogst van 1917 op te kopen. Het leger werd ingeschakeld om achtergehouden oogsten op te sporen. Schapenhouders kregen de verplichting om wol aan het rijk te verkopen met name voor legerkleding. In Castricum Uitsluitend ten gebruikt J"van den houder en hei ttuJ gezin wcdrtoi hij behoort werd bij 11 schapenhouders zo'n 300 kg wol ingezameld. De nood was hoog en de winkels verkochten steeds meer surrogaatproducten zoals cichorei in plaats van koffie en kunstsigaren gemaakt van kersenblad of aardappelloof. Petroleum voor de olielampen was ontzettend duur. De gemeenteraad stelde kaarsen beschikbaar voor mensen die geen gas en licht hadden. Die werden in ambtelijke stukken 'lichtloze' gezinnen genoemd. In 1918 waren er in de gemeente nog 116 niet op het gasnet aangesloten woningen. De gemeente plaatste aan de Schoolstraat een houten gebouwtje voor het Levensmiddelenbedrijf, omdat er onvoldoende ruimte was in het raadhuis. Twee ambten aren regelden de geldelijke toeslagen en de verdeling van schaarse goederen. Veldwachter Bleijendaal werd belast met de controle van de regelingen. Het Levensmiddelen- bedrijf begrootte in 1919 de uitgaven op 10.000 gulden. Blijkens een rapportage van de directeur ontvingen gezin nen vier keer per negen dagen bonnen, waarmee brood gekocht kon worden. Het door de bakkers ingeleverde aantal bonnen werd nauwgezet bijgehouden. De verdeling van meel onder de bakkers vond plaats naar evenredigheid van de omzet. Ook rijst, suiker, koffie, thee en boter gin gen op de bon. Voor zieken, zwakken en kinderen beneden 6 jaar bestond de mogelijkheid melk te kopen tegen een verlaagde prijs. Een straatlied uit de oorlog gaf op ironische wijze een indruk van de problemen waar de bevolking mee kampte. Alles op de bon: Een bon voor thee, een bon voor koffie, Een bon voor karnemelkse pap. Een bon voor vet, een bon voor grutten, Een bonnetje bij elke hap, Een bon ook voor een lief klein kindje, Wat de ooievaar ons biedt, Maar als je hem geen bon kunt geven, Krijg je het kindje lekker niet. Een bon voor zeep, een bon voor uien, Aardappelen en verse vis, Steenkolen en bruine bonen, Voorzover....voorradig is. Spoedig krijg je ook nog bonnen Voor cigaretten en voor bier. En je moet een bon meebrengen Bij de meisjes van plezier. Tot grote opluchting van iedereen kwam er in novem ber 1918 een einde aan de verschrikkelijke oorlog. De schaarste aan bepaalde producten, zoals leer en steenkool, was nog niet voorbij; voor deze goederen bleef de distri butie gehandhaafd. Pas in 1921 zou de rantsoenering van kolen worden opgeheven. De kostbare broodbonnen. iMiifiitfriiMi Grain Brood Oram brood o« uroad Gram brood G'si-. -god. Of lih-. ibtair ttcfllnfrfcl ÏMt- - ^*4 Grim braad JSrsjri brood. Grim brood. ftaiMhinarfKfftJlMAr 43

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2014 | | pagina 43