gende percelen: de Braecken, Copperven, Joosten ven, de
Sijlven, drie geersz, 't verndel van 't Stet, Louw Gerritsz
Camp en IJselweel.
Het bezwijken van de dijk in 1717
Regelmatig zijn er klachten over het gebrekkige onder
houd van de dijk en genoemde bannen schieten hierin
schromelijk tekort. Er bestaat geen dijkbestuur en er is
geen toezicht op de dijk. Elke banne is verantwoordelijk
voor een deel van de dijk en staat dus onder toezicht van
schout en schepenen, zijnde het bestuur van de betref
fende banne. Deze maken ook lijsten van de verstoeling:
de namen van allen die moeten zorgen voor dat deel van
de dijk dat bij hen in onderhoud is.
Het systeem heeft veel bezwaren wat de oorzaak is van
een groot aantal geschillen, want iedereen tracht zijn las
ten op een ander af te wentelen. Dit systeem bestaat nog
steeds als in 1717 de Assendelver Zeedijk, die op dezelfde
wijze 'verhoefslaagd' is als de Sint-Aagtendijk, tijdens
een hevige storm rond Kerstmis op verschillende plaat
sen doorbreekt met het gevolg dat ook de Sint-Aagtendijk
de waterdruk niet weerstaat en op twee plaatsen breekt.
Grote delen van Assendelft, Heemskerk en Uitgeest wor
den overstroomd.
Na deze ramp ziet men in dat het zo niet langer kan. In de
Crommenije wordt de Nieuwe Dijk aangelegd, een dwars-
dijk die de Sint-Aagtendijk en de Assendelver Zeedijk met
elkaar verbindt, waardoor de bestaande zeewering met
7% km wordt bekort en er bovendien 150 hectare grond
wordt gewonnen. Ook wordt bij besluit van de Staten van
Holland en West-Friesland van 23 juni 1719 het Heem
raadschap van de Sint-Aagtendijk opgericht, dat staat
onder supervisie van de Gecommitteerde Raden van het
Noorderkwartier. In plaats van een verstoelde dijk wordt
de Sint-Aagtendijk nu een 'gemeenen' dijk, onder direct
toezicht van dit heemraadschap, waarbij de kosten van
het onderhoud van de dijk worden omgeslagen. De totale
lengte van de dijk bedraagt 5570 meter. De onderhouds
kosten over deze lengte worden verdeeld over de dorpen
Heemskerk (1790 m), Uitgeest (1254 m), Wijk aan Duin
(805 m), Castricum (712 m), Bakkum (464 m), Limmen
(208 m) en de Damheren, de bestuurders van de Nieuwe
Dam (337 m).
Het Heemraadschap van de Sint-Aagtendijk bestaat uit
zeven heemraden, een van elk der onderhoudsplichtige
partijen. Uit hun midden kiezen ze zelf een dijkgraaf en
een secretaris-penningmeester. De dijkgraaf treedt na
twee jaar af en de secretaris-penningmeester is telkens één
jaar in functie. Zo bekleedt Leonard Tempelaar, schout
van Bakkum en van Castricum, van Pasen 1771 tot Pasen
1772 de functie van secretaris-penningmeester.
De rekening van Leonard Tempelaar in 1771
Het financiële verslag over het jaar 1771 van Leonard
Tempelaar is nog bewaard gebleven en te vinden op het
Regionale Archief te Alkmaar. De ontvangsten in dat jaar
worden gevormd door de bijdragen van de onderhouds
plichtige gemeenten die acht stuivers betalen per roede
lengte van de dijk. Zo wordt er betaald door:
f 212.07.0
95.09.0
148.14.0
40.00.0
54.04.0
84.00.0
24.12.0
A. Coevenhoven voor Heemskerk
Jan Schaap als poldermeester van de
Wijkerbroek
Cornelis Emilius voor Uitgeest
Cornelis Emilius voor de Damheren
Leonard Tempelaar voor Bakkum
Willem Amze voor Castricum
Tijs Bosman voor Limmen
De bedragen werden vroeger genoteerd in guldens - stui
vers - penningen (een gulden=20 stuivers; een stuiver=16
penningen). De dijklengten werden in de rekening van
Tempelaar heel nauwkeurig opgegeven in de toen gang
bare lengtematen van roeden, voeten en duim.
De belangrijkste uitgaven in 1771 waren de sloot- en dijk
werken, de lonen voor de zeilmaker, de mole
naar en de timmerman, kosten van het maken
van op- en afritten, het aanplakken van biljet
ten en dergelijke.
Op het Regionaal Archief in Alkmaar zijn
de rekeningen bewaard gebleven uit de jaren
1778 tot en met 1808 van de bijdrage van het
dorp Bakkum in de kosten van de Sint-Aag-
tendijk.
In 1777 was Joachim Nuhout van der Veen,
als secretaris van de gemeenten Bakkum en
Castricum, Leonard Tempelaar opgevolgd.
Nuhout van der Veen begon in 1778 allerlei
soorten heffingen en belastingen nauwgezet
te administreren om voor de gemeentebe
sturen de ontvangsten en uitgaven te kunnen
verantwoorden. Jaarlijks werd de rekening ter
goedkeuring voorgelegd aan de schepenen en
enkele ingelanden
De Nieuwe Dijk, een dwarsdijk aangelegd in 1718.
36