Het zorgen voor de ouderen, zoals in de beginjaren van de bejaardenhuizen het geval was ('gaat u maar zitten, wij zorgen voor u') werd meer en meer een gezamenlijke ver antwoordelijkheid van de bewoners en de medewerkers. In onderling overleg werden afspraken over de zorg vast gelegd in een zorgplan, waardoor de ene partij de zorg op een goede manier kon uitvoeren en de andere partij aanspraak kon maken op die zorg. Herinneringen van Nanny Boelen-Hovenier Nanny Boelen-Hovenier (1942) was in de periode 1969-2002 een groot aantal jaren in dienst van De Boogaert als hoofd verzorging verpleging en locatie manager. Zij wist zich nog het volgende te herinneren: "Ja, het was een heel andere tijd toen ik bij De Boogaert begon te werken. Het huis had bijvoorbeeld een slaap- wacht die gebeld kon worden als een bewoner hulp nodig had. Met het toenemen van de zorg kregen we een nachtzuster die ook de zorg had voor het uitzetten van de medicijnen. Toen het bejaardenhuis zorgcen trum werd, kwam er gelukkig een tweede nachtzus ter bij. Dit kwam zeker de nachtelijke veiligheid ten goede. We kenden rond 1970 een inwonende direc trice (mevrouw Hettema) en ook waren er kamertjes voor inwonende verzorgenden. Dagelijks was er een verpleegkundige in huis die de bewoners een keer per week een douche- of badbeurt gaf en tevens hun haren waste en de nagels knipte. Ook werden de bewoners iedere dag in hun eigen kamertje door de verzorging indien nodig gewassen en geholpen met aankleden. Het geloof speelde nog een belangrijke rol, want pas toor Minneboo droeg nog twee keer per week de mis op. Je kan je het bijna niet meer voorstellen, maar het gebeurde ook dat, als de groenteboer was geweest, een groepje mannen gezellig onder een kopje koffie of een borreltje de aardappels ging pitten of de boontjes ging afhalen... Er kwam een menucommissie, waarin bijvoorbeeld de dames Snoek, Zeeman en Zeestraten zitting had- Het voltallige personeel begin jaren '90. 26 Nanny Boelen achter haar bureau in de jaren '90.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2014 | | pagina 26