Zuid-Afrika. Daar is hij zijn hele verdere
leven blijven wonen. De andere kinderen
zijn in Nederland gebleven.
December is een rampmaand voor het
gezin Jacobi, want in 1941 slaat het noodlot
opnieuw toe. Dochter Miep, die zich in Arn
hem als kinderarts heeft gevestigd en een
auto bezit, krijgt een ongeluk. Op 20 decem
ber van dat jaar overlijdt zij aan de gevolgen
daarvan.
Het overlijden van Miep moet voor moeder
Tine een enorm verlies zijn geweest, want
Tine bracht regelmatig vakanties door in
Schaarsbergen, dichtbij de woonplaats van
haar dochter.
Tine is nooit hertrouwd en is overleden op
21 april 1947, een maand na haar tachtig
ste verjaardag en na nog geen drie maanden
in een verzorgingshuis te Leiden te hebben
doorgebracht. Zij is niet bij haar man ter
aarde besteld; de crematie heeft in Driehuis-
Westerveld plaatsgevonden.
Miep en Ernst, twee kleinkinderen van dr.
Jacobi, waren aanwezig bij de opening van
de festiviteiten in het kader van het 100-jarig
bestaan van Duin en Bosch. In een woord
van dank voor de uitnodiging schreef Miep:
"Naast het wonderlijke gevoel dit te danken
te hebben aan het optreden van een groot
vader die wij nooit gekend hebben (in mijn
geval was hij ten tijde van mijn geboorte al
24 jaar dood), was het bijzonder interessant
te vernemen hoe het met zijn geesteskind
gegaan is en hoe de nabije toekomst er uit
zal zien."
Het grafmonument
Het grafmonument van dr. Jacobi heeft voor
Castricum en Bakkum een hoge cultuurhis
torische waarde, omdat het onlosmakelijk
is verbonden met de ontstaansgeschiedenis
van Duin en Bosch. Met de komst van de
psychiatrische inrichting veranderde er veel
in Castricum; er kwam nieuwe werkgele
genheid, de woningbouw kreeg een impuls
en ook het verenigingsleven bloeide op. In 1918 werd
de naam veranderd in Provinciaal Ziekenhuis Duin en
Bosch.
Enkele personeelsleden en oud-personeelsleden,
samengebracht in de 'werkgroep historie', vonden dat
de vervallen toestand van het grafmonument van dr.
Jacobi niet verenigbaar was met de viering van het 100-
jarig bestaan. Omdat het graf van dr. Jacobi en dat van
zijn zoon tegen elkaar liggen, werd voor beide graven
een restauratieplan opgesteld.
Nadat het duidelijk was wat er moest gebeuren, wer
den offertes aangevraagd en werd aan Dijk en Duin
gevraagd om de restauratiekosten te willen financieren.
Die toezegging kwam er.
Omdat de begraafplaats een rijksmonument is, werd de
toenmalige Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurland
schap en Monumenten (RACM) van het restauratieplan
op de hoogte gesteld. De rijksdienst wenste enkele aan
passingen. De in de obelisk aangebrachte tekst mocht
niet met witte verf maar moest met goudfolie worden
ingevuld en tussen de grafpaaltjes moesten geen kettin
gen maar stangen komen. Deze aanpassingen maakten
het aanvragen van een tweede offerte noodzakelijk. Tot
een aanbesteding is het toen niet gekomen, omdat GGZ
Dijk en Duin door geldgebrek zich genoodzaakt zag om
het budget voor het restauratieproject in te trekken.
Toneelspel omstreeks 1914. V.l.n.r.: Ab Jacobi, Jan Knap een neef, Hein Jacobi, Wim Jacobi, tante
Dora (een zus van Jan Willem Jacobi), Miep Jacobi en op de grond Gerrit Knap (ook een neef).
Drie kinderen Jacobi genieten met enkele vriendjes van hun konijntjes op een zonnige dag in
1915. V.l.n.r.: Ab, onbekend, Wim, onbekend, onbekend en Ernst.
17