land zijn opgevangen. Tine woont in ver schillende plaatsen. In Haarlem doorloopt zij vanaf de tweede klas de meisjes-HBS en begint daarna aan een opleiding voor onderwijzeres. Zij maakt die opleiding niet af, waarschijnlijk omdat haar ouders van uit Nederlands-Indië naar Nederland zijn teruggekeerd en Tine bij hen thuis nodig is. Het is niet bekend of Tine en Jan Wil lem elkaar in Haarlem hebben leren ken nen. Rond 1894 woont Tine in Breda, waar haar vader in 1897 overlijdt. Het gezin Jacobi Jan Willem Jacobi trouwt op 28 juni 1898 te Breda met Marie Albertine (Tine) van Leersum. Zij krijgen vijf kinderen die allemaal in Amsterdam worden geboren: Hendrik Jan Willem Jacobi trouwde op 28 juni 1898 met Marie Albertine van Leersum. Albertus Willem (Hein) 1899-1979, Maria Louise (Miep) 1901-1941, de tweeling Albertus Marcus (Ab) 1903-1970 en Willem Lodewijk (Wim) 1903-1915 en Ernst Frederik (Ernst) 1908-1994. Eind april 1909 verhuist het gezin vanuit Amsterdam naar de directeurswoning op de hoek Zeeweg-Van Oldenbar- neveldweg, wat nu het PWN-kantoor Fochteloo is. De oudste zoon Hein is dan tien jaar en de jongste zoon Ernst een half jaar oud. De kinderen vinden er een heerlijk ruim huis en een mooie duinomgeving als speelterrein. Doordat ook de andere doktershuizen aan de rand van het zieken huisterrein worden bewoond, zijn er genoeg speelkamera den. Bovendien komen in de zomer tantes met neven en nichten logeren. Samen met personeelsleden van Duin en Bosch doen gezinsleden en familieleden van Jacobi mee met toneelvoorstellingen voor de patiënten. Onder leiding van Hermina Louise (tante Lou), de zus van Jan Willem, worden toneelstukken ingestudeerd en ook de aankleding wordt goed verzorgd. Behalve veel familiefoto's is er ook correspondentie bewaard gebleven. In een brief aan zijn naar Nederlands- Indië geëmigreerde tante Wies (zus van zijn moeder) schrijft Wim: De konijnen, die wij gekocht hebben, groeien heel best en zijn al heel trouw. Als je aan het deur tje komt, al is het eventjes, gaan zij ervoor, want dan den ken zij dat je ze paardenbloemenbladeren wil geven. Nu dag tante, vele hartelijke groeten van Wim". Ab schrijft in zijn brief aan haar: "....Wim heeft u verteld van de konij nen, maar nu zeg ik nog dat wij op zondag 20 Juni door Dr. Melchior gefotografeerd zijn met de konijnen...." Beide brieven zijn gedateerd op 30 juni 1915. Het noodlot In december van dat jaar slaat het noodlot toe. Zoon Wim komt op 23 december 1915 op 12-jarige leeftijd te over lijden, waarschijnlijk door hersenvliesontsteking na een griep. Hij krijgt een laatste rustplaats op de begraafplaats van Duin en Bosch. Wim en Ab, geboren op 5 april 1903, waren een tweeling. In het overlijdensjaar van Wim openbaart zich bij dr. Jacobi een darmaandoening. Na een periode van bed- rust vindt er een licht herstel plaats en verricht hij in de zomer van 1916 weer enkele werkzaamheden. Hij gaat naar Velp om volledig te genezen, maar daar gaat het toch weer slechter. Hij keert naar huis terug en probeert van uit zijn ziekenkamer wat te werken. Wegens verslechte ring van zijn toestand wordt hij in oktober van dat jaar ter observatie en eventueel voor een operatie opgenomen in de Boerhaave Kliniek te Amsterdam. Van dit verblijf zijn drie brieven aan zijn vrouw bewaard gebleven. De laat ste brief dateert van 21 november 1916 en daarin uit hij zich weinig optimistisch. In de nacht van 4 op 5 december, bijna een jaar na het overlijden van zijn zoon, overlijdt Jacobi op 51-jarige leeftijd. Enige dagen na de darmopera tie is een embolie hem noodlottig geworden. Zijn collega prof. Van Walsem, geneesheer-directeur van de psychia trische inrichting Meerenberg te Santpoort, noemt hem in een artikel in de Oprechte Haarlemsche Courant 'een rechtschapen man'. Op 9 december wordt Jacobi onder grote belangstelling begraven. Daarover wordt in het Algemeen Handelsblad van 10 december 1916 uitgebreid verslag gedaan. Een citaat: "Onder zeer groote belang stelling is Zaterdagmiddag op de begraafplaats van het gesticht 'Duin en Boschte Castricum het stoffelijk over schot van nu wijlen dr. J. W. Jacobi aan den schoot van den duingrond toevertrouwd.(....)." Het voltallig bestuur van de psychiatrische inrichting Duin en Bosch is bij de begrafenis aanwezig, maar ook personeel voor zover niet door de dienst verhinderd, vele patiënten en een groot aan tal belangstellenden van elders. De heer Th.M. Ketelaar, voorzitter van de commissie van bestuur, herinnert eraan hoe dr. Jacobi de voorbereidingen en de bouw van Duin en Bosch had meegemaakt en daarbij vele moeilijkheden moest overwinnen. De inspecteur van het staatstoezicht op de krankzinnigen, dr. Schuurman Stekhoven, spreekt onder andere de volgende lovende woorden over Jacobi:

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2014 | | pagina 15