stand gehouden en met name te noemen de Kapiteins
Hibuber, Collaert, Vermeulen, Lechleitner en mijn
twee Adjudanten die zich onderscheidden door hun
houding, talent en moed."
Generaal Brune was eveneens gecharmeerd van De
Quaita's Huzaren en nam het regiment later mee
onder de troepen van Napoleon. Dit regiment nam
onder andere deel aan de zogenaamde Winterveld-
tocht aan de Mainz, waar naar getuigenis van Franse
aanvoerders: "De Bataafse afdeling zich roemrijk
en met name in het gevecht bij Graffenberg (nabij
Neurenberg) op 18 december 1800 onderscheidde
De Quaita ontving in 1807 drie Koninklijke onderschei
dingen, werd op 18 juli 1803 bevorderd tot generaal-
majoor en voerde in die rang het bevel over de Huzaren
van Castricum in oktober 1806 bij de veldtocht in Prui
sen.
Op 7 maart 1812 kreeg hij de onderscheiding Ridder
in de Orde van de Reünie van Frankrijk'.
De Quaita overleed in Maastricht op 20 mei 1817.
Francois de Quaita
Franqois de Quaita werd gebo
ren te Keulen op 11 juni 1743
als Franciscus Maria Aloysius
Barnabas, baron de Quaita.
Al op zijn 18e meldde hij zich
voor het leger als cadet. Reeds
drie jaar later had hij zich
opgewerkt tot luitenant bij het
Kurassiersregiment. Kurassiers
waren zwaar bewapende cava-
leriesoldaten te paard die een
borstharnas (kuras) droegen. Zij
waren op het slagveld de zwaar
ste eenheid, in taak en impact
vergelijkbaar met de huidige
tankdivisies.
Zijn voorliefde om in het leger
met paarden op te trekken werd
alleen maar sterker en met zijn
regiment Huzaren haalde hij er
tijdens de Bataafse Republiek
(1795-1806) zijn grootste suc
cessen mee. Al bij de geboorte
van de Bataafse Republiek
werd hij door generaal van Boe-
cop aanbevolen als kolonel en commandant van het
regiment Huzaren: "Een officier die vele anderen van
zijne brigade in bekwaamheid overtreft."
Eervol zijn de woorden die over hem aangehaald wor
den in het boek 'Geschiedenis van het eerst opgerigte
regiment Hollandsche Hussaren' van J.W. Sypesteijn
uit 1849.
Over het regiment in de Bataafse periode valt letterlijk
te lezen: "De voortreffelijke geest die het bezielde, van
het oogenblik dat het werd opgerigt (1795), tot den
dag waarop het werd ontbonden (1812) en de roem
waarmede het zich onophoudelijk overlaadde, geven
reden te veronderstellen, dat eene voorbeeldige oplei
ding, door den Kolonel de Quaita en zijne officieren,
aan dat regiment is gegeven geworden
Franqois de Quaita stelde zich veelal bescheiden op.
In zijn verslagen schoof hij de eer altijd door naar
hoger geplaatsten, zoals na de beslissende actie op 6
oktober: "Ik kan alleen maar tevreden zijn over de lei
ding. De Officiers van mijn Regiment hebben deze dag
Bronnen:
Alberts, A., De Huzaren van Castricum, een geschiedenis
van de Nederlandse Republiek van 1780 tot 1800, Amster
dam 1973.
Dronkers, J.M.G.A., De generaals van het Koninkrijk
Holland 1806-1810, 1968.
Molhuysen, P.C. en P.J. Blok, Nieuw Nederlandsch Bio
grafisch Woordenboek, deel 5, 1911-1937, Leiden.
Rapport Historique et topographique du colonel Quaita,
commandant le regiment d'Hussard Batave, 1799.
Sypesteyn, J.W. van, Geschiedenis van het eerst opgerigte
regiment Hollandsche hussaren, 's- Gravenhage, 1849.
85