De Huzaren van Castricum
De 'Oorlog van 1799' in Noord Holland, die zijn
einde kreeg op 6 oktober in Castricum, wordt ook
wel 'de Vergeten Oorlog' genoemd. Het legeron
derdeel dat uiteindelijk in deze oorlog de beslis
sende actie inzette, is diep in de vergetelheid ge
raakt. Het Bataafse regiment Huzaren is namelijk
onlosmakelijk verbonden aan deze bizarre oorlog.
Toen de Engelsen op 27 augustus 1799 noordelijk van
Callantsoog voet aan wal zetten, hield het regiment
Huzaren onder leiding van kolonel Franpois de Quaita
zich op in de noordelijk provincies. Nog dezelfde dag
ontving commandant Dumanceau, bevelhebber van
Bataafse troepen, orders van generaal Brune om met
een deel van zijn divisie naar Holland af te reizen voor
ondersteuning.
Met zijn regiment Huzaren reisde kolonel De Quaita
vanuit Groningen via Zwolle, Amsterdam naar Velsen
om op 8 september neer te strijken in Heiloo, waar men
tot 3 oktober zou verblijven. Naarmate de spanning op
het strijdveld steeg, lieten de Huzaren zich steeds meer
gelden.
In de 'Slag bij Alkmaar' op 2 oktober van dat jaar
voerden troepen onder leiding van de Franse generaal
Vandamme en zijn Engelse opponent Abercromby bij
Egmond aan Zee fel strijd. Op een gegeven ogenblik
werden tegen de avond de Franse strijders teruggedre
ven tot bij het dorp, maar ze wisten - gebruikmakend
van de invallende duisternis - met succes een tegenaan
val in te zetten, waarbij enkele kanonnen werden ver
overd. Voordat de Fransen deze echter konden wegsle
pen, zochten de Engelsen opnieuw de aanval en wisten
de kanonnen weer in bezit te krijgen.
Zij trachtten direct hierna door te drukken, maar het nu
gearriveerde Bataafse Regiment Huzaren slaagde erin
dit te voorkomen. Daarna hielden de gevechten, mede
door de geheel ingevallen duisternis, voor deze dag op.
Ook op 4 oktober speelde de Huzaren een belangrijke
rol. Tweehonderd Engelse lichte Dragonders onder
namen een verkenningstocht. Zij verrasten een Frans
infanteriepiket en chargeerden stevig, waarna de Fran
sen in een penibele situatie terecht dreigden te komen.
Hierop verscheen het eskadron Bataafse Huzaren, dat
de Engelse formatie deed breken en de manschappen
op de vlucht liet slaan.
Zondag 6 oktober 1799: de dag van de
'Slag bij Castricum'
Vroeg in de ochtend van de 6e oktober vielen al vele
troepenbewegingen waar te nemen. Toen op de toppen
van de duinen kolonel De Quaita waarnam dat minstens
200 Engelse dragonders zich gereed maakten om de
Franse infanterie in de rug aan te vallen, twijfelde hij
geen moment om met de 130 Huzaren, die hem terzijde
stonden, de aanval te beletten. De Huzaren verrasten de
dragonders en het lukte om ze te doen omkeren en te
verspreiden.
Het was al tegen zeven uur 's avonds toen de Frans-
Bataafse troepen omsingeld dreigden te worden. Kolo
nel De Quaita had - mogelijk op eigen verzoek - nu
van zijn meerdere, generaal Brune, de opdracht gekre
gen tijdens de strijd in te grijpen wanneer hij dat nodig
achtte. Hij oordeelde de situatie met het terugtrekken
van Frans-Bataafse eenheden zeer zorgelijk, vond dat
het tijdstip van ingrijpen aangebroken was en werkte
vlug een plan uit. Hij gaf de cavalerie opdracht te char
geren en sprak de manschappen krachtig toe met de
historische woorden: "La Cavalerie charge ne tirez
plus! En avant enfants de la patrie! Battés la charges,
au bajonettes! Pas de charge!" (De cavalerie valt aan!
Niet meer schieten! Naar voren, kinderen van het vader
land, sla de trom voor de bajonetaanval! Aanvalspas!).
Hij gaf de infanterie opdracht om te stoppen met vuren
en de vijand met de bajonet aan te vallen. De aanval van
de Huzaren werd ook ondersteund door Franse dragon
ders en jagers te paard. De Engelsen werden overdon
derd, konden niet anders dan wijken voor de kracht van
deze aanvalsgolf en trokken zich terug in de omgeving
van Bakkum, terwijl de Russen tot over de Schulpvaart
in Limmen teruggedreven werden. Hiermee was feite
lijk de oorlog tot een einde gekomen.
De Huzaren van kolonel De Quaita kregen veel lof
toegezwaaid. Zo deelde generaal Dumanceau enkele
weken later op 1 november via een oorlogscorrespon
dent over het regiment mee: "Er heerst bij dit regiment
een civismus (gemeenschapszin), een ijver en liefde tot
de dienst, die alles overtreft en die volkomen beant
woordt aan de intelligentie van zijne waardige chefs
Met hun acties heeft het regiment Huzaren onder De
Quaita vele successen gekend, maar de opmerkelijk
ste zo niet het grootste wapenfeit zal zijn geweest dat
met één ervan een oorlog beslecht werd, waardoor het
regiment de titel kreeg 'De Huzaren van Castricum'.
Een titel waarmee het Bataafse Regiment Huzaren van
kolonel Franpois de Quaita nog tot in lengte van jaren
met het dorp Castricum verbonden zal zijn.
Paul Kuijper
84