De Burgerwacht Na het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918 in Europa waren het linkse groeperingen die zich meester maakten van de macht in landen van Oost-Europa. Daarvoor had in Rusland een revolutie plaats gevonden en in Oostenrijk en Duitsland werden in enkele steden arbeidersraden opge richt en trad het burgerlijk gezag terug. In november 1918 ontstond onrust in Nederland door de aankondiging van Pieter Jelles Troelstra dat er een socia listische machtsovername zou plaats vinden; hij kondigde de vorming aan van een Opperste Raad van Arbeiders en Soldaten voor Nederland als hoogste gezag. Tegenstan ders van de revolutie vormden in steden en dorpen burger wachten, die het wettig gezag wilden steunen. In Castricum werd ook een vrijwillige burgerwacht opge richt. De burgerwacht kreeg een gemeentelijk subsidie van 300,- per jaar. Wapenen zouden door de gemeente pas worden uitgereikt als het nodig zou zijn. Burgemeester Lommen was een warm voorstander van de burgerwacht, zoals ook blijkt uit zijn oproep in juli 1920 om de oefeningen voort te zetten. In mei en juni waren de oefeningen onderbroken wegens het aardbeienseizoen. Er gingen al stemmen op om de Burgerwacht op te hef fen. Even nog aarzelde men, toen in september 1920 in de plaatselijke krant, onder de kop Iets nieuws'het vol gende bericht verscheen: Dezer dagen is onder Bakkum een afdeling gesticht van de Communistische partij. Met vijf leden wordt begonnen. Het is nu de taak van onze burgerwacht om flink en kranig op te komen bij de oefeningen, te tonen dat voor Russische toestanden geen plaats is in ons vooruitstrevend dorp'. In december 1922 werd in de raadsvergadering de post Burgerwacht van 100,- toch van de begroting geschrapt. Daarmee kwam ook aan dat instituut een einde. Cornelis Kulk (1903-1991). en twee tijdelijke veldwachters. In Bakkum had Herman van der Leegte de politiepost aan de Van Oldenbarneveld- weg 35 betrokken. Hij was rijksrechercheur en politie hondbegeleider voor Noord-Holland. Hij moest al weer snel verhuizen want het pand werd in 1935 gesloopt en vervangen door nieuwbouw. In 1937 kon het gezin in het nieuwe pand gaan wonen. Cornelis Kulk werd in Castri- cum gestationeerd. Dat was de situatie toen op 10 mei 1940 het Duitse leger Nederland binnenviel. In een vervolg-artikel wordt ingegaan op de steeds gecom pliceerder wordende geschiedenis van onze Hermandad. Piet Blom Herman van der Leegte (1898-1952). Bronnen: Archief Werkgroep Oud-Castricum; Deelen van, D., Historie van Bakkum en Castricum, Schoorl, 1973; Hespe, W. ,Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, 22e Jaar boek Oud-Castricum (1999); Jelles, J.G.G., Ir. Geschiedenis van het beheer en gebruik van het Noordhollands Duinreservaat, Arnhem, 1968; Kaan, N.A., De gemeente en haar raadhuizen, 5e Jaarboek Oud-Castricum (1982); Koelma, A., mr., De Gemeentewet, in het bijzonder voor raadsleden toegelicht, Alphen aan den Rijn, 1933; Kort, Albert L., Bromsnor in Zeeland, een geschiedenis van de gemeenteveldwacht 1795-1943, Vlissingen, 2010; Noord-Hollands Archief te Haarlem, archief van het Pro vinciaal Bestuur Noord-Holland; Regionaal Archief Alkmaar, archief van de gemeente Cas- tricum; Ruijter de, Q., W. Jzn., Schippers van het Stet, 1974; Stichting Historische Verzameling Nederlandse Politie, Westzijde 109, Zaandam; Zuurbier, S.P.A., De Heerlijkheid Bakkum en zijn am bachtsheren, 3e Jaarboek Oud-Castricum (1980). Tot slot In de dertiger jaren van de vorige eeuw, die zich kenmerk ten door economi sche problemen en oorlogsdreiging, was mede door de mobilisatie van het leger ook in Castri- cum en Bakkum de spanning voelbaar. Er werden militai ren gelegerd en met vrijwilligers werd een luchtwacht dienst opgericht. Er moesten verduiste ringsmaatregelen worden getroffen. Het politiekorps bestond in mei 1940 uit drie vaste 81

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2013 | | pagina 81