Burgerwacht Castricum.
WOESSDAfl 4 A116UST1IS
De oefeningen worden
jfi weder voortgezet. A
LOMMEN,
Aller opkomst DUtNGEND verdocht.
l>t* lAurpemcenter.
De Schutterij
De oprichting van de Schutterij zowel in Castricum als in
Bakkum vond plaats op 27 februari 1785 onder de goed
keuring van Mr. Joan Geelvinck. De Schutterij bestond
uit vrijwilligers, inwoners van Castricum en Bakkum
die minstens 18 jaar oud waren en had tot taak onder het
gezag van de schout goed en ingezetenen te beschermen
teegen alle geweld, moedwil en oproer
De schutters waren gewapend met een geweer met bajonet.
Ook hadden zij een patroontas met bandelier en een sabel. Voor
de bewapening werd bij ontvangst 3 gulden betaald, maar de
hele uitrusting bleef eigendom van de gemeente. De schutter
was verantwoordelijk voor het onderhoud van zijn uitrusting.
Regelmatig werd geoefend in onder meer exerceren. In
Bakkum bestond de schutterij uit 20 schutters. De Cas-
tricumse Schutterij zou uit een 60-tal schutters hebben
bestaan, volgens een rekening voor de aanschaf van 62
sets wapens (15 gulden per set).
Eenmaal per jaar werd een grote exercitie gehouden in de
Dorpsstraat, stram marcherend door het dorp! Wie niet
kwam opdagen kreeg een boete!
voor behoud van het artikel was, maar dat het artikel soe
pel moest worden toegepast. Liever 'je mag hier niets, dan
je mag hier alles'.
Het voorstel om wat meer vrijheid toe te staan, werd in
stemming gebracht en met negen tegen twee stemmen
verworpen. Gedegen toezicht op het strand dus.
Politiefunctionarissen die tussen 1931 en 1936 een tijde
lijk aanstelling kregen als toezichthouder, waren:
IJf Witbaard, Jacob Castricum, Ariën Gorter, Lorenz Cou
perus en Cornelis Beentjes, tegen een vergoeding van
f 5,- per dag en f 7,50 voor de zondagen.
Ook op het kampeerterrein aan de Zeeweg, was toezicht
gewenst. In 1934 werd Maria Margaretha Brakenhoff als
vrouwelijke politieagent aangesteld tot kampwacht.
Zij was belast met 'de handhaving van de openbare
zedelijkheid en controleerde in de zomer de tenten of
niet hier en daar stiekeme zaken gebeurden'.
In oktober 1787 bevolen de Gecommitteerde Raden te
Hoorn om de gehele wapenuitrusting op te sturen naar 's
Lands Magazijn te Hoorn. Hierna was er alleen sprake van
een 'slapende schutterij' of 'een schutterij in ruste'.
In 1826 hadden tien manschappen hun tien dienstjaren bij
het 1e bataljon Schutterij volbracht en konden ontslagen
worden. Dat gold in 1832 voor Pieter Jansz Castricum, Jan
Jansz Stuifbergen, Dingenum de Graaf, Cornelis Castri
cum en Jan Schol (als plaatsvervanger van Jan Tromp). Zij
kregen een onderscheiding voor hun trouwe dienst.
In 1907 werd de schutterij na invoering van de dienst
plicht opgeheven.
Post van de gemeentepolitie op het strandplateau aan de Zeeweg (1930).
Marie
Brakenhoffhield
toezicht op het
kampeerterrein.
Oproep voor oefeningen van de Burgerwacht.
80