In het veldwachterreglement van 1929 werd het uniform omschreven: hoge zwarte schoenen of laarzen, kousen, broek en jas, met een rij kno pen aan de uniformjas, leren stropdas met koperen vest, ronde grijze hoed of pet. Pas enkele jaren later werd een uni formvoorschrift voor alle veldwach ters in de provincie van kracht. Het uniform bestond uit een tuniek van zwart kamgaren ribcord en een rij broek van dezelfde stof en beenkap pen van zwart leer, een uniformpet en een zwarte legeijas. Verder was hij bewapend met een klewang in een zwarte schede, een soepele gummi stok en een pistool of revolver. Pieter Koelewijn, geboren in 1872 in Katwijk, werd in augustus 1901 aan gesteld als rijksveldwachter, jachtopziener te Castricum en woonde met zijn gezin in de Schoolstraat. Omdat hij niet uit het dorp wilde verhuizen, was hij brigadier titulair, wat betekende dat hij wel de rang had maar niet het bijbehorende salaris. In september 1908 werd hij geplaatst in Bakkum en ging wonen in de toen nieuw gebouwde politiepost aan de Van Oldenbar- neveldweg. Het was een grote, sterke man met een grote baard, die in zijn uniform indruk maakte. Hij had het vertrouwen van de Bakkummers. Bij zijn 25-jarig jubileum kreeg hij van de bevolking een gouden horloge met inscriptie. Het oude woonhuis van de rijkspolitie aan de Van Oldenbarneveldweg 39. De laatste bewoner was rijks rechercheur en speurhondgeleider Herman van der Leegte. Pieter Koelewijn, rijksveldwachter van 1908 tot 1934. De nieuwe politiepost aan de Van Oldenbarneveldweg kwam rond 1939 gereed. 77

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2013 | | pagina 77