Veldwachters en politie in Castricum (deel 1)
Misschien zijn er nog ouderen die zich het beeld
herinneren van de dorpsveldwachter, die in uni
form door het dorp liep, uitgerust met sabel en
opschrijfboekje. Bekende namen uit het begin
van de vorige eeuw zijn Piet Bleijendaal en Ariën
Gorter en de rijksveldwachter Pieter Koelewijn,
die in Bakkum was gestationeerd.
Jongeren zullen veldwachters kennen uit jeugd
boeken of van de TV: Flipsen uit Dik Trom of
Bromsnor uit de belevenissen van Swiebertje.
Bij de handhaving van de orde in de gemeente
hadden naast de veldwachters ook anderen een
rol, zoals de nachtwachten en jachtopzieners.
In dit artikel worden de ontwikkelingen van ta
ken van de veldwachters en politie in de gemeen
te Castricum beschreven en ook aanverwante
functies kort belicht.
Het onderwerp wordt in twee delen behandeld.
In het eerste deel de periode tot 1940 en in het
tweede deel dat volgend jaar verschijnt de peri
ode van 1940 tot heden.
Algemeen
burgers zich moesten houden waren door de baljuw en het
plaatselijke bestuur vastgelegd in keuren ofwel verordenin
gen waarop bij overtreding een straf kon worden opgelegd.
Voor de duingebieden waren door de eigenaren duinmei
ers (jachtopzieners) aangesteld, voornamelijk voor toe
zicht op de jacht (konijnen en fazanten) en om stroperij en
diefstal van hout tegen te gaan.
In de steden en dorpen, waar de politiezorg beperkt was,
werden schutterijen opgericht, die ondergeschikt waren
aan het plaatselijk bestuur en konden helpen bij het hand
haven van 'orde en tucht'.
Aan het eind van de 18e eeuw heerste armoede en werkeloos
heid door achteruitgang van de nijverheid en visserij. De patri
otten, tegenstanders van het Oranjehuis, organiseerden demon
straties en er leek een revolutie te ontstaan, zoals die ook in
andere landen plaats vond. Frankrijk trok in de winter van
1794 het land binnen en het Staatse leger bood geen verzet.
Na het vertrek van het Huis van Oranje naar Engeland is
met de komst van de Fransen in 1795 veel veranderd, we
spreken over de Bataafse Republiek van 1795-1806.
In de Franse tijd zijn veel hervormingen doorgevoerd:
het Wetboek van Strafrecht, het Burgerlijk Wetboek
en de burgerlijke stand, een nieuw belastingstelsel en
nationale verkiezingen. Ook vrijheid van meningsui
ting en scheiding van kerk en staat waren belangrijke
bijdragen aan de ontwikkeling van de democratie
In 1798 werd de Acte van Staatsregeling (de eerste
Nederlandse Grondwet) vastgesteld, omvattende: de
scheiding van de wetgevende, uitvoerende en de rech
telijke macht:
De wetgevende macht werd opgedragen aan de rege
ring en de Staten Generaal; vorming 1e en 2e Kamer,
zijnde het parlement;
De uitvoerende macht werd opgedragen aan de rege
ring, de Koning en de ministers, zijnde de minister
raad;
De rechterlijke macht kwam in handen van onafhan
kelijke rechters.
Na de inlijving bij Frankrijk in 1810 werden rechtbanken
ingesteld in de hoofdplaatsen van de arrondissementen en
in Haarlem en Alkmaar (rechtbank in eerste aanleg) en
werd er geen recht meer gesproken door schout en schepe
nen of door de ambachtsheer. Er kwamen vredegerechten
(de latere kantongerechten). Naar Frans voorbeeld werden
in de steden commissarissen en agenten of dienaren van
politie benoemd en in kleine gemeenten en dorpen veld
wachters; ook werden boswachters aangesteld om eigen
dommen en de oogst te beschermen Door het land werd
patrouille gelopen door de 'gendarmerie' (gens-d'armes
bewapende mannen), die ook bij grote onlusten konden
worden ingezet, maar ook militaire taken vervulden.
De handhaving van de openbare orde en veiligheid heeft
een lange geschiede
nis, waarbij vorm,
organisatie en func
ties veel veranderin
gen hebben onder
gaan. De zorg voor
de orde in een dorp
was vanaf de middel
eeuwen de taak van
de schout, bijgestaan
door gerechtsdiena
ren. Dienaren in uni
form en nachtwach
ten assisteerde hem.
De dorpsdienaren
liepen rondes, uit
gerust met een stok,
soms met een ratel
of een bel en sloe
gen alarm bij onraad.
Regels waaraan de
Veldwachter Flipse (van
Dik Trom) brengt een
arrestant in het cachot.
70