zet, eindigde in een catastrofe, omdat de bezoekers wegens de gladheid nauwelijks over het stoepetje voor Borst durfden. Met krampachtige geestdrift en weinig feestelingen werd het bal gevierd en uitein delijk werd Barrel onder de aanwezigen verloot en is nimmer weergezien. "Reclame kan nooit kwaaddacht Joop Remijnse (Joop Stekenleger) en op 10 februari 1978 crosste hij met zijn oude bont geschilderde caravan (Hossovan) door het dorp, begeleid door het muziekvehikel van Ruud Molenaar en het majorettecorps dat bij de plaat selijke winkeliers de carnavalsposters ophing. Om de komende feesten wat op te leuken had zich een cabaretgroepje uit de carnavalsleden gevormd, dat op de feesten wat voordrachten verzorgde. Zo bracht de Raad van Elf op het prinsenbal een modeshow in dameskledij op de catwalk. Als laatste bijzonderheid kan nog vermeld worden dat na de sleuteloverdracht een touwtrekwedstrijd werd georganiseerd tussen de Raad van Elf en de gemeen teraad, die door eerstgenoemde werd gewonnen (een machtige tractor, die heimelijk aan hun einde van touw was gekoppeld, leek ietwat op vals spel). Ook de feestelijke raadsvergadering in het gemeentehuis droeg een hilarisch karakter. Dit werkstuk is in de archie ven van de vereniging terug te vinden. Prins Dokus In het seizoen 1979-1980 was de Hossovan weer van stal gehaald om de aandacht van Castricum voor zijn eigen carnavalsfeest te vragen. Diverse winkelzaken namen feestartikelen op in hun assortiment en de toen beroemde drogisterij en speelgoedwinkel Vaalburg ging carnavals kleding en -speeltjes verkopen. Carnaval was HOT in Pieperduin en de nieuwe prins, Theo Lute (Theo Gaspedaal), die zich 'Prins Dokus de Eerste' van het feestdorp wenste te noemen, was uiterst populair. Hij had een groot gevoel voor humor, zijn invallen waren vaak hila risch en hij schaamde zich er niet voor om uitbundig te lachen om zijn eigen grappen. Dat hij werd gekozen tijdens de prinsverkiezing op 30 oktober 1979 was dus voorspelbaar. Hij was het ook die de sanitaire stop, zoals die in de optocht was opgenomen, wist uit te bouwen door alle bewoners rondom de Peméstraat erop voor te bereiden dat zij de kans maakten de prins te mogen ontvangen als plek voor dit gebeuren. Dat zou dan een collec tors item opleveren, meende hij. Vol gens waarnemers moet dat adres uitein delijk Brakenburgstraat 39 geworden zijn. 'Wij steken er de draak mee was het motto van onze prinselijke rugbyfa- naat. Dat hij de prins was, werd vooral in de vierde jaargang van de Pieperduinse Hoskrant zichtbaar. Hij plaatste er een artikel in over de Castricumse bijnamen, waarin vele inwoners hun familiebijnaam genoemd zagen. Een stam boom van hemzelf, die terug ging tot de dorpsstichter Petrus Lute in 1850, werd in navolging van de jaarboeken van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum, in de krant opgenomen. Natuurlijk had deze prins veel succes, zowel bij het bestuur van de gemeente met burgemeester Gmelich Meijling (burgemeester Smiling volgens hem) als bij de feestvierders. In een uitvoerig gedicht in de Hoskrant werden de grote kwaliteiten van Prins Dokus weergegeven. Nog bonter maakte het de verslaggever van 'het Nieuws blad voor Castricum', die onder andere een verslag maakte van de vergadering in het gemeentehuis na de optocht. Op alle wethouders van dat ogenblik had prins Dokus commentaar. Aan het beleid van wethouder Wokke ten opzichte van het gemeenschappe lijk gasbedrijf had een luchtje gezeten. Wethouder Roos werd geprezen voor zijn beleid rondom het naaktstrand, maar hij had zich wel als 'Kop van Jut' laten gebruiken bij het verpachten van de kermis. Wethouder Ritzer had maar wat aangeritzeld, maar wel dag en nacht de dorpsmonumenten, 'Beatrixklok' en 's werelds droogste waterfontijn 'Pega sus' bewaakt. Zo stak de wakkere prins met een ieder de draak. In de optocht van dat jaar verscheen voor het eerst de onvergetelijke politie agent met de lange armen, die het ver keer en de stoet van verklede kinderen in goede banen wist te leiden. Modeshow van de Raad van Elf. Prins Dokus (Theo Lute) die in 1986 terug keerde als prins Gahoz.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2013 | | pagina 55