Ode aan de Korendijk
Langs het Krengenbos
en door het lage land
verbind je al eeuwenlang
de duinzoom met Heemstee,
beschermde je de grazige weiden,
in het Castricumse polderland.
Je keerde het water vanuit het Wijkermeer,
door de wind opgestuwd
door de restgeulen van het Oer-IJ.
Eens werd het watergeweld je teveel.
Je hield het niet meer en brak door.
Met een dijklus werd de wond geheeld
en kon het water weer worden gekeerd.
Je verhief je groene rug boven het maaiveld uit.
Je verschafte de landman met paard en wagen
een begaanbare weg naar het land.
Tegen het landbouwverkeer van nu
was je niet bestand.
Je lichaam werd breder en platter.
Je kruin raakte diep gegroefd.
Je verloor je schoonheid.
Je werd een modderpoel.
Je ondergang leek nabij.
Gelukkig kwam er een reddingsplan.
Je flanken zijn weer strak
en je kruin weer vlak.
Parmantig lig je er weer bij,
gehard tegen tractorengeweld.
Wandelaars, fietsers en paardrijders,
zij zullen je gaan waarderen.
Zij zullen je verheffen
tot de promenade van Castricum.
Ernst Mooij (2010)
Na aankomst bij het doorbraakgat voeren de wethouder en
de gedeputeerde kort het woord. Piet Blom, oud-voorzit
ter van de Werkgroep Oud-Castricum, draagt daarna vol
overgave een lofdicht voor over de Maer- of Korendijk.
Wandelaars, fietsers, ruiters en het lokale landbouwver
keer kunnen nu goed gebruik maken van deze parel in het
Castricumse buitengebied.
Bronnen:
Ernst Mooij
Documentatie over Maer- of Korendijk, Werkgroep Oud-
Castricum;
Termes, P., Maerdijckje ofte Cooredijck, Heemskring nr.
37, Historische Kring Heemskerk, 2007;
Westenberg, J., Kennemer dijkgeschiedenis, Amsterdam
1974.
Pieter Blom, oud-voorzitter van de Werkgroep Oud-Castricum brengt
een ode aan de Korendijk.
47