tegen elkaar leggen. Ze haalden wel grappen
met me uit. Dan moest ik een letterzeef halen
bij de smid bijvoorbeeld. Dan bleef ik mooi de
hele middag weg, dus daar stopten ze mee. Ik
weet nog dat ik eens een bidprentje heb gezet.
Dat is met het kleinste lettertje dat er is. Nor
maal gesproken moet dat wel in twee of drie
uur lukken. Ik liet het uit mijn handen vallen.
Nu word ik ontslagen, dacht ik, maar ze von
den het niet erg. Het hoorde bij het leerpro
ces. Voor afbeeldingen in de krant maakte je
van loodautotypen of clichés. We hadden een
groot gasstel en daar zetten we een pan op. De
oude clichés gingen er in en dan kreeg je dus
een pan met gesmolten lood. Dat lood werd
in een matrijs gegoten. Het spatte soms tegen
het plafond aan. Je moest dus gieten zonder
te kijken met je hoofd afgewend en hopen dat
het goed ging. Bij de machine van de typo
graaf, die werkte met letters aan een draadje,
ging ook vaak iets mis. Dan riep de typograaf:
onderuit! Dan gingen we gebukt staan, want
dan spoot de machine lood.
Invouwen en insteken van de krant, we hielpen
met alles mee. Als de krant uitkwam, wist je
nooit hoe laat je thuis kwam. Het moest allemaal maar
net goed lopen. Het was heel hard werken. Ik heb ook bij
verschillende andere grafische bedrijven gewerkt, maar
vanaf mijn schooltijd is muziek voor mij toch het belang
rijkste geweest."
Cor Lof van drukker tot acquisiteur
Mijn vader Cor Lofwerd hoofdzetter bij Boesenkool
en ik rolde er vanzelf in. Eerst als bezorger van het
Nieuwsblad in Heemskerk. Ik begon in de zestiger
jaren als krullenjongen bij Boesenkool en volgde
een dag per week een opleiding als boekdrukker. Ik
maakte de overgang mee van het loodtijdperk naar
het fotografisch zetten. Dat werken met lood was
niet erg gezond. Veel melk drinken was een remedie
tegen de looddampen, zo werd gezegd.
Langzamerhand nam ik het ophalen van adverten
ties over van Ad van de Velde. Ik kreeg een goede
band met de adverteerders en maakte met de gege
vens die ik van ze kreeg, de advertentie zelf op.
Door de vereenvoudiging van het drukproces en
de grotere mogelijkheden kwamen er in de jaren
negentig steeds meer eigen folders en verminderde
de hoeveelheid advertenties. Toen er nog abonne
mentsgeld werd geheven, was de verhouding 40%
tekst en 60% advertenties. Toen de krant gratis
werd, veranderde dat in 25% en 75%.
De overgang naar tabloidformaat in november
2006 veranderde ook de berichtgeving. De hoeveel
heid nieuws bleef minstens gelijk, maar de tekst
werd korter en puntiger. Zo konden we meer berich
ten op dat kleinere formaat kwijt. In mei 2012 ben ik
na 48 jaar gestopt.
Redacteuren
Huug Kortekaas volgde in 1953 Bram Borst op. Korte
kaas kwam oorspronkelijk uit Wassenaar en kwam in de
hongerwinter in Heiloo terecht. Oorspronkelijk werkte hij
bij een loodgietersbedrijf, maar hij kreeg ernstige long
klachten. Zwaar werk kon hij dus niet meer doen. Net
als Bram Borst combineerde Kortekaas de verslaggeverij
met het werven van advertenties en alles wat er verder te
doen viel. Hij maakte ook foto's en ontwikkelde ze in zijn
huis aan de Leo Toepoelstraat. Kortekaas werd in het dorp
'Volle maan' genoemd vanwege zijn kaalhoofdigheid.
Huug overleed al op 43-jarige leeftijd in 1966.
Zowel Bram Borst als Huug Kortekaas werkten wel samen
met andere freelancers zoals de onderwijzer meester Kat-
testaart en de oer-Castricummer Quirinus (Rinus) de Ruijter.
De Ruijter werd geboren in het duin in een uit 1836 date
rende stolpboerderij die de Kroftwoning werd genoemd.
Hij verzorgde onder andere de loonadministratie voor de
Dienst Uitvoering Werken (DUW) belast met werkver
schaffingsprojecten. Hij schreef graag over historische
onderwerpen. Zijn authentieke volksverhalen heeft hij
gebundeld in het boek 'Schippers van het Stet', dat hij in
1975 ten doop hield.
De plaatselijke verslaggevers verdeelden de taken; de
een ging bijvoorbeeld naar het toneel en de ander naar
de gemeenteraad. Ze gebruikten carbonpapier en op het
station, vanwaar hun producten naar de diverse redacties
werden vervoerd, wisselden ze de doorslagen uit.
Karel Hille
In de loop van 1965 betrad de toen 20-jarige Karel H. Hille
de Castricumse arena. Hij had zich al verdienstelijk gemaakt
voor het Nieuwsblad met het verzorgen van een rubriek voor
36
Verslaggever Huug Kortekaas (1922-1966) in actie bij de start van een wielerronde voor de
jeugd: de Tour de Flevo.