Boesenkool naar Castricum Klaas Boesenkool had in een vakblad gelezen dat er een drukkerij in Castricum te koop stond. Het was de druk kerij van Johan Eriks in de Geelvinckstraat, die daar nog maar een paar jaar (vanaf november 1936) gevestigd was. De toen 26-jarige Eriks verbleef in Duitsland en de druk kerij lag stil. Jan Boesenkool (geb. 1920) vertelt: "Mijn vader kwam oorspronkelijk uit Staphorst, mijn moe der uit Yerseke. Zelfben ik geboren in Rotterdam. Ik ben er nog eens een kijkje wezen nemen. De straat, een zijstraat van de Maashaven, is er nog. Wij zijn in 1941 naar Cas- tricum gekomen. Zo gauw mijn vader zich kon verbeteren, kwam de verhuiswagen en daar gingen we weer. We hebben achtereen volgens in Mijdrecht gewoond, een halfjaar in Soest, in Rotterdam en in Meppel. In Rot terdam was hij in 1920 zelf nog een drukkerij begonnen. Van 1934 tot 1941 hebben we in Mid delburg gewoond. Mijn vader was bedrijfsleider bij drukkerij De Boer. Ik was daar leerling. De stad was op 17 mei 1940 gebombardeerd door de Duitsers, de drukkerij brandde af en mijn vader werd over geplaatst naar Vlissin- gen. Hij heeft nog een halfjaar vast gezeten. Toen hij weer thuis kwam, was een herplaatsing in het bedrijf een probleem. Voor mij dreigde uitzending naar Duitsland. Er moest wat gebeuren. In Cas tricum stond een drukkerij te koop. Daar heeft mijn vader de hand op weten te leggen en zodoende zijn we dus vanuit Middelburg naar Castricum verhuisd. De inventaris van de drukkerij bestond uit letterkasten (zetbokken), een trapde- gel en een 'Johannisberger snelpersmet motoraandrijving. In de Geelvinckstraat was mijn vader de zetter en ik de drukker. We hadden ook een zetter, waarmee we ook in Middelburg werkten. Ik vergeet nooit dat de eerste klant die binnenstapte slager Lakeman uit Bakkum was, die wat nota's liet drukken. We hadden geluk dat we veel werk meekregen uit Middelburg vandaan. We konden zeker een halfjaar vooruit en hier verder de boel opbouwen. Mijn vader had het idee om naast het handelsdrukwerk een krant uit te geven. Dat is het blad 'De Faam 'geworden dat in september 1941 voor het eerst verscheen. Op vrijdag werd het gratis huis aan huis bezorgd. Het Nieuwsblad bestond al, maar dat werd alleen onder abonnees ver spreid. Je had misschien 2500 kranten, meer niet. Na het drukken pakte je je fiets en ging je 's avonds de krant nog bezorgen. Met een lantaarntje liep je tot middernacht met de kranten door het dorp. Mijn vader hielp ook mee. Rond 1943 was het afgelopen. De bezetter besloot geen papier meer toe te staan voor plaatselijke blaadjes. In 34 augustus 1945 zijn we weer begonnen met De Faam, waarin ook het r.-k. blad Nieuwe Banen was opgenomen. Die krant heeft niet lang bestaan. De eigenaren Bos, Vermeulen en Groot kwamen vader vragen of hij interesse had het Nieuwsblad over te nemen. In december 1949 zijn wij daarmee begonnen. We druk ten de krant eerst op de Johannisberger snelpers waar we het papier met de hand in moesten leggen. Enkele jaren later kochten we een 'HeidelbergerEerst werd de krant halfautomatisch gevouwen. Als deze uit meerdere bladen bestond, moest er ingestoken worden. Vroeger werd er met de hand gezet. Ik heb nog een zethaak, waarin de letters geplaatst werden. Toen kwamen de loodzetmachines. We hadden er twee staan. Later kwamen er twee nieuwe bij. Je tikte een letter aan en dan kwam de matrijs aan draden naar beneden. Vervolgens kwam de loodpot naar voren. Als je ziet hoe nu een krant gemaakt wordt en vroeger... Dat kan je je niet meer voorstellen; we hebben wat afge- sappeld. In 1947 kwam Tinus Zijp bij ons werken. Ik zie hem nog komen. Hij werd door zijn vader gebracht op zijn klompies. Hij kreeg een grafische opleiding in Alkmaar en werd zetter en ook drukker. Tinus heeft 43 jaar bij ons gewerkt. Hij was als een broer voor me. Helaas is hij in 2011 overleden Tinus Zijp (1933-2011) "Na de lagere school ging ik naar Boesenkool. Het was in 1947 en ik was 14 jaar. Mijn vader had wel gewild dat ik net als hij schilder werd, maar hij had al snel in de gaten dat dat niets voor mij was. Op zaterdagmiddag ging ik naar de ambachtsschool en daar leerde ik het grafische vak. Normaal werkten we zaterdag de hele dag nog, maar omdat ik dat diploma moest halen, kreeg ik vrij. Tot 12.00 uur moest ik wer ken, dan thuis eten en vervolgens op de fiets naar Alk maar, waar ik om 13.00 uur moest wezen. Zo heb ik hard leren fietsen. Het woonhuis van de familie Boesenkool in de Geelvinckstraat met daarach ter het pand waar de drukkerij gevestigd was. Klaas Boesenkool, oprichter van drukkerij Boesenkool en Zoon.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2013 | | pagina 34