Een briefschrijver zegt dat de kwestie tussen dominee Leenhouts en de kerkenraad niet te benoemen is. Van 'zon dige wandel' of van dwaalleer is geen sprake. Het is meer een kwestie van geloofsgevoelen. Hij ziet de oplossing in het vervangen van de hele kerkenraad. Er vormt zich een groep die kerkscheuring vreest en zich tot de classis richt met het verzoek de kerkenraad te bewegen af te treden. De pastores Leenhouts, Papineau Salm (hervormd) en Heemskerk (rooms-katholiek) konden het blijkbaar goed met elkaar vinden, want in de zomer organiseren zij bij Johanna's Hof een openluchtspel rond de vraag, wat God en godsdienst betekenen in de realiteit van het dagelijks leven. In januari 1958 deelt ds. Leenhouts de kerkenraad mee dat hij zijn ambt neerlegt en stuurt hij elk gemeentelid per soonlijk een herderlijk schrijven ten afscheid: "Er moet mij nog iets van het hart: blijf om Christus wil trouw aan de Gereformeerde Kerk. Ga niet weg, ik doe het ook niet. Nergens zullen we een volmaakte kerk aantreffen, nergens volmaakte leden, nergens volmaakte predikanten. Wat mijn toekomstige arbeid betreft, neem dit van mij aan: ik blijf bij dezelfde BAAS, bij dezelfde PATROON. Ik blijf mijn leven lang dienaar van het goddelijk Woord Als eind februari een geheel nieuwe kerkenraad wordt geko zen, laat ds. Leenhouts weten het daar absoluut niet mee eens te zijn. De tegenstellingen tussen de medestanders van de predikant en die van de kerkenraad verscherpen zich. Op 20 augustus 1958 verschijnt in de Friese Koerier een artikel onder de kop 'Schisma in Gereformeerde Kerk Castricum'. Ook in andere bladen waaronder Trouw ver schijnen dergelijke berichten. Op diezelfde dag neemt Leenhouts in hotel Borst afscheid van vrienden en bekenden, onder wie veel leden van de Gereformeerde Kerk. Omdat persberichten de indruk wekken dat het om een officieel afscheid van de Gere formeerde Kerk gaat, laat de kerk de kranten weten dat daarvan geen sprake is. Al maandenlang was Leenhouts voorgegaan in diensten buiten de Gereformeerde Kerken, zoals in bioscoop Corso en in de Vrije Evangelische Gemeente Beverwijk. Eind augustus vertrekt hij met zijn gezin naar Amsterdam. Hij had zich, zoals hij bij zijn afscheid in hotel Borst had meegedeeld, onttrokken aan de Gereformeerde Kerken in Nederland. Een tientallen jaren later gemaakte analyse van de kwes ties uit de tijd van Leenhouts zegt: 'Uiterlijk werden deze toegespitst op de onwilligheid van Leenhouts om kerkle den, die regelmatig de middagdiensten verzuimden, onder kerkelijke tucht te plaatsen.' Eerder, in 1965, had Leenhouts de kerkenraad geschreven: Doorslaggevend om het ambt neer te leggen was dat er geen openheid was voor het fungeren van de bijzondere gaven des GeestesU)." Leenhouts was ervan overtuigd dat hij de bijzondere gave had om rechtstreeks boodschappen van God(s Geest) te ontvangen. Hij meende dat de kerken raad hem te weinig ruimte gaf om vanuit die geloofserva ring als predikant werkzaam te zijn. Eind 1958 stuurt de kerkenraad brieven naar leden die in verband met de gemeentelijke onenigheid de laatste tijd de kerkdiensten niet hebben bijgewoond: wil de ker kenraad u ernstig vermanen om in de kerkelijke weg der gehoorzaamheid terug te kerenDat geeft tegenreacties: Ik weiger mij aan ambtsdragers te onderwerpen die de eenheid der Kerk stuk voor stuk in de weg staanen "Ons verstand staat er bij stil, hoe durft u ons te vermanenNa een uitspraak van de Generale Synode keert de kerkelijke rust langzaam terug. Oecumenische ontwikkelingen In 1966 vinden de rooms-katholieke en de protestantse kerken elkaar in de oprichting van de Interkerkelijke Commissie Kerk-Recreatie ten behoeve van het evange lisatiewerk op kamp Bakkum. Tien jaar later blijkt uit een enquête dat de vakantiegangers de daar gehouden kerk diensten op prijs stellen, vooral vanwege het oecumenisch karakter. In november 1967, precies een jaar na de oprichting van het IKV (Interkerkelijk Vredesberaad), vindt er in de ker kenraad een discussie plaats over kernbewapening. Na overleg met de andere Castricumse kerken leidt dat tot invoering van de Vredesweek. Bij de kerkenraad komen in die periode kritische brieven binnen over allerlei ontwikkelingen in de kerk (samen werking met de hervormde kerk, vrouw in ambt, liturgi sche vernieuwingen, veranderde gezangmelodieën). Ook de sterke groei van de kerk levert bedenkingen op: het bezwaar tegen toetreding tot de kerkenraad van mensen die onbekend zijn voor de hier al lang wonende kerkleden. Moeten we leden in de raad kiezen die wij niet kennen Passend bij de bestaande interkerkelijke activiteiten als evangelisatie en vredesberaad (gereformeerd, hervormd, rooms-katholiek), vinden de drie kerken elkaar in 1967 in de werkgroep Oecumene Castricum12), waaraan aanvan kelijk ook kerken uit de IJmond meedoen. Deze samen werking krijgt in 1976 de naam 'Voorlopige Raad van Kerken', totdat eind 1986 de toevoeging 'Voorlopig' ver valt en de Raad van Kerken Castricum ontstaat (formeel per 1 januari 1987). Nieuw elan Ds. Y. Stienstra is in februari 1963 als predikant bevestigd in de Maranathakerk. In augustus 1967 is hij vertrokken naar Zuidland. De commissie, die een opvolger zoekt voor dominee Stienstra, komt in april 1969 de naam van drs. B. Boelens, predikant bij de Christian Reformed Church in de VS, ter ore. Al snel begint correspondentie, waarin de kerkenraad hem informeert over Castricum, over de kerke lijke situatie en over de samenwerking met andere kerken die vrij gering is: Niet uit onwil, noch van deze, noch van andere zijde, maar meer door gebrek aan stimulansen Op 31 augustus van dat jaar wordt B. Boelens bevestigd als predikant van de Gereformeerde Kerk van Castricum. Dat gebeurt in de R.-K. kerk in Bakkum. De Maranatha kerk biedt daarvoor te weinig ruimte. Koningin Wilhelmi- nalaan 3 wordt de pastorie. 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2013 | | pagina 23