in het gemeentelijk erisiseomité. Alle hens aan
dek was nodig om hulpbehoevende burgers bij
te staan. Dat was een zorg die de diaconie in
haar kerkenwerk al volop kende, 'stille hulp'
aan leden die het finaneieel niet meer konden
bolwerken.
Bij de Nederlandse Zuivelcentrale wordt een
aanvraag ingediend voor het beschikbaar krij
gen van vet, reuzel en margarine als kerstgift
aan degenen die die hulp hard nodig hebben.
De meisjes- en jongelingsverenigingen zijn
volop aetief, de evangelisatieeommissie ver
spreidt wekelijks het blad de 'Goede Tijding' en
intern wordt veel tijd besteed aan huisbezoek,
dat toeneemt met de groei van het aantal leden.
Eind december 1934 is dat aantal op 125 geko
men en zal in 1939 tot 210 stijgen.
In 1937 behandelt de kerkenraad het synodale
rapport over de NSB en de CDU
(Christen Democratische Unie;
pacifistisch). De synode spreekt
daarin uit: Dat er geen plaats is
voor leden onzer Gereformeerde
Kerken in organisaties die uitgaan
van het leidersbeginsel, van de
nationalistische totalitaire macht-
staat en van de antimilitaristische
verwerping van de oorlogDit rap
port zal van invloed geweest zijn op
de houding van veel gereformeerde
Castricummers.
Op 29 september 1938 wordt een
dienst van gebed gehouden van
wege de kritieke internationale situ
atie. Duitsland dreigt verder te gaan
dan de bezetting van Oostenrijk: het
is bezig troepen samen te trekken
bij Sudetenland.
De oorlogsjaren
Op 10 mei 1940 vallen Duitse legers Nederland binnen.
Tijdens de kerkenraadsvergadering op 3 juni van dat jaar
zegt voorzitter Krüger: "Er is reden om de adem in te hou
den van schrik, maar dat Gods Woord nog gebracht mag
worden, daarvoor is dankbaarheid en wij bidden dat wij
het getrouw mogen blijven doenEr wordt een collecte
gehouden ten behoeve van de 'zwaar geteisterde gerefor
meerde kerken in Rotterdam'.
Regelmatig ontvangt de kerkenraad een circulaire van de
Generale Synode. Deze dragen vaak het stempel 'Niet
voor publicatie bestemd'. In een eerste brief roept de
Synode op 'uw inzicht te laten bepalen door Gods Woord
en dat u waakt tegen elke machtsuitoefening van de Staat.'
Samenwerking met de door de Duitsers ingestelde 'Winter
hulp' wordt de kerkenraad afgeraden in een circulaire van de
Centrale Diaconie: de actie Winterhulp houdt geen rekening
met de aard en de bedoeling van de kerkelijke armenzorg en
bevestigt de vrees van inmenging in onze aangelegenheden.
In juni 1941 wordt dominee Krüger door de
Duitse politie van huis gehaald. De kerken
raad spreekt er zijn vreugde over uit dat hij
nog dezelfde dag vrij komt. Ook gemeen
telid Krösschell wordt gearresteerd, zit een
tijd gevangen en komt 5 oktober in dat jaar
de kerkenraad begroeten.
Organist van de kerk is Van Ginhoven.
Al langere tijd wordt hij wegens afwezig
heid vervangen door de reserve-organisten
Doekes, Kuperus jr. en Van de Vliet. Op 8
mei 1941 wordt Van Ginhoven2) in Amster
dam door de bezetter gearresteerd wegens
spionage en sabotage. Bijna twee maan
den later, op 30 juni, wordt Age Kuperus
in Schoorl gevangen gezet en later naar
Buchenwald overgebracht3). Ook Bel-
graver wordt gevangen genomen. Op 18
december 1942 komt Kuperus weer thuis.
Belgraver zou pas kort voor de bevrijding
vrij komen. Naast Huibert van Ginhoven
hebben ook Gerrit Krösschell, Simon Bel-
graver en Age Kuperus, leden van de Gereformeerde kerk,
zich actief afwerend tegenover de bezetter opgesteld.
Huibert van Ginhoven
Op 4 oktober 1941 hoorde Huibert van Ginhoven
in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in
Amsterdam het doodvonnis tegen zich uitspreken. Na
de uitspraak hief mevrouw Van Ginhoven, bijgevallen
door anderen, het Wilhelmus aan.
Op 11 november 1941 schrijft Huibert van Ginhoven
vanuit zijn gevangenis in Amsterdam aan de leden van
de Gereformeerde Kerk in Castricum4)
"Ruim vijfjaar5) mocht ik onder u verkeren. Mijn werk als
organist was mij lief. Ik zou dit allen wel willen inhameren.
Besef toch welke zegeningen gij wekelijks ontvangt in de
Bediening des Woords, in Catechisatie en Vereniging.
Het interieur van de Gereformeerde kerk aan de Beverwijkerstraatweg in 1934.
19
Dominee Johannes Krüger.