De drie zonen: Jan, Andries en Teunis Johann en zijn eerste vrouw Aaltje Oostermeijer krijgen acht kinderen, waarvan er twee op zeer jonge leeftijd overlijden; de zoons Jan, Andries en Teunis zullen het ge slacht voortzetten. De huidige familie Hogenstijn in Castricum stamt af van de zonen Jan en Andries, is aanvankelijk Luthers, maar sluit zich later aan bij de Nederlands-hervormde gemeen te. De oudste zoon Jan (1822-1902) is arbeider en landbou wer (tuinder), woont lange tijd in de Duinontginning en is gehuwd met Elisabeth Adriana Eckhart; zij krijgen vijf kinderen, waaronder zoon Johan Jacob Hogenstijn (1851- 1912). Deze Johan trouwt met Klaasje van den Berg en koopt later een boerderij op de Brakersweg 20. Op deze boerderij hebben ook zijn zoons Jan Hogenstijn, gehuwd met Johanna Goedmaat en Kees Hogenstijn, gehuwd met Marijtje Modder, geboerd. De tweede zoon Andries (1825-1866) is arbeider en koet sier, woont aan de Lagedijk te Zaandijk, is gehuwd met Margaretha van der Wal. Hij overlijdt op jonge leeftijd, een zoon Jan en een dochter Bartha achterlatend. Marga retha van der Wal hertrouwt met Jan Beusman en gaat in 1871 in Castricum wonen, de plaats waar haar eerste man zijn jeugd heeft doorgebracht en waar haar zwager Jan Hogenstijn woont. Haar zoon Jan Hogenstijn (1861-1915) trouwt met Marijke Ineke. Dit echtpaar krijgt maar liefst zes zonen: Andries, Manus, Dirk, Doris, Albert en Ger- rit. Zij krijgen geen dochters. Overigens hebben deze zes zonen uitzonderlijk weinig kleinkinderen in de mannelijke lijn. Alleen de zonen Dirk (1891-1991) en Gerrit 1899- 1989) krijgen elk slechts één kleinzoon Hogenstijn. De zes zonen zijn in de agrarische sector werkzaam, vooral als tuinder (groente en bloembollen). De oudste zoon Andries 1887-1943) woont aan de Beverwijkerstraatweg, trouwt met Adriaantje de Graaf en heeft acht kinderen, waarvan alleen Jan en Antje trouwen; de anderen blijven ongehuwd. De zoons Manus, Dirk en Dorus wonen aan de Kramers weg in de Duinkant. Manus is ook veehouder, is gehuwd met Tanna van Maarleveld en heeft alleen twee dochters; Dirk trouwt met Leentje Mooij, heeft alleen een zoon en Dorus trouwt met Lena Zuidweg. Dorus en Lena hebben vijf kinderen: vier dochters en een zoon die ongehuwd blijft. De vijfde en zesde zoon van Jan Hogenstijn, Albert (Ab) en Gerrit, gaan de groente ook verkopen en begin nen samen een groentewinkel in de Dorpsstraat. Ab blijft ongehuwd en Gerrit trouwt met Maria ten Wolde (zie over haar een apart artikel in dit jaarboek). Zij krijgen twee kin deren Marie en Huib. De derde zoon van Johann Hohenstein Teunis 1826-1919) trouwt in 1850 als Teunis Hohensteijn met de Alkmaarse Catharina Kors. Catharina is rooms-katholiek evenals de nakomelingen van Teunis en Catharina, die de naam Ho hensteijn voeren en aanvankelijk overwegend in Koog aan de Zaan woonachtig zijn. Teunis kunnen we beschouwen als de stamvader van de Noord-Hollandse familie Hohensteijn. Teunis is koetsier, stalhouder en later veehouder. Uit zijn huwelijk wordt een 96 dochter geboren die op jonge leeftijd overlijdt. Daarna volgen nog vijf zonen die elk voor nageslacht zorgen. Teunis woont na zijn huwelijk in 1850 eerst enkele jaren in Alkmaar, daarna tien jaar in Westzaan, veertig jaar in Koog aan de Zaan en zijn laatste 15 jaren met een huis houdster in Alkmaar. Een familie Hogenstijn uit Velsen en Haarlem Naast de Castricumse familie Hogenstijn afkomstig uit Je- richow, bestaat er ook een familie van die naam uit Velsen met nakomelingen tot in de huidige generaties. Een van hen is dr. Clemens M. Hogenstijn, die veel gepubliceerd heeft over de geschiedenis van zijn geboortestad Deven ter, maar ook onderzoek heeft verricht naar de familie Hogenstijn in Kennemerland. Hij verstrekte de hiernavol gende informatie. De eerste leden van deze familie Hogenstijn zijn te vinden in Velsen in de eerste helft van de 17e eeuw Inmiddels strekt dit geslacht zich uit over elf elkaar opvolgende ge neraties. De naam van de familie wordt op vele verschil lende wijzen geschreven: aanvankelijk vooral Hoogeste- ijn en na de invoering van de burgerlijke stand in 1811 dikwijls Hogenstijn. Van de oudst bekende naamdrager is slechts de voornaam Cornelis bekend. Zijn zonen heet ten Engel en Arie (Adriaan). Beiden kregen nageslacht. De eerste generaties bleven meestal in Velsen of vestig den zich in de omliggende dorpen in Kennemerland. Voor zover beroepen bekend zijn, waren zij veehouder, soms in combinatie met een functie als keurmeester van vee en van hooi. Als nevenfunctie was een van hen 'Rooms Ar- menmeester'. Vrij snel kwamen contacten met de stad Haarlem tot stand en vestigden sommige Hogenstijnen zich daar. In Haarlem kwamen al veel langere tijd naamdragers Hogenstijn voor. Niet weinigen zijn in de Haarlemse regio blijven wonen. Anderen vertrokken naar Amsterdam en het Gooi. De steendrukker Wilhelmus Hogenstijn (1808-1868), aan vankelijk molenknecht in de Haarlemmermeer, vestigde zich in Deventer. Een deel van zijn nageslacht bleef daar tot op heden wonen, een ander deel ging terug naar de omgeving van Haarlem of verhuisde naar Amsterdam. In latere generaties verspreidden de nazaten zich verder. De familie uit Castricum was vanouds luthers, die uit Velsen en Haarlem katholiek. Naast de hiervoor genoemde familie Hogenstijn, die te rug gaat op de broers Engel en Arie, komen nog meer personen met de naam Hogenstijn in Haarlem en el ders in Kennemerland voor. Sommigen van hen leefden (veel) eerder dan de Velsenaren. Enkelen vallen op als gevolg van hun maatschappelijke betekenis. Vooral over de laatsten is, zeker in de afgelopen decennia, enkele ma len gepubliceerd. Tot dusverre is het echter niet mogelijk gebleken een familierelatie te leggen met de Velsenaren. Het gaat hier om de volgende personen: Heer Philips Henricszoon van Hogesteyn, geboren te Egmond, priester gewijd in 1553, achtereenvolgens pas toor van Hazerswoude, waarvan de pastorie toebehoorde

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2012 | | pagina 98