De Castricumse familie Hogenstijn
jeuicnow
Jaarlijks wordt de geschiedenis en de stamboom
van een Castricumse familie in het jaarboek gepu
bliceerd. Inmiddels zijn vanaf 1981 al 27 verschil
lende families beschreven. Tot nu toe zijn vooral
de grotere Castricumse families aan bod gekomen,
wat betekent dat tot op heden uitsluitend van ori
gine rooms-katholieke families zijn gepubliceerd.
Het onderzoek en de publicatie van de stamboom
van een Castricumse familie is heel veel werk en dat
verklaart de keuze van vooral de grotere families
om zoveel mogelijk mensen van de betreffende fa
milie van dat vele werk te laten profiteren.
Dit jaar voor de eerste keer de publicatie van een
kleine en protestantse Castricumse familie. De fa
milie Hogenstijn, die oorspronkelijk afkomstig is
uit het Duitse plaatsje Jerichow aan de Elbe, woont
vanaf omstreeks 1830 in Castricum.
Jerichow de bakermat van de familie Hogenstijn
Het plaatsje Jerichow, waar de Castricumse familie Ho
genstijn vandaan komt, ligt 60 km ten noordoosten van
de stad Maagdenburg. Op 30 september 1789 wordt in de
Evangelisch-Lutherse kerk aldaar Johann Friedrich Ho-
henstein gedoopt. Deze Johann zal in 1864 op 75-jarige
leeftijd overlijden in Castricum als Jan Hogenstijn. Hij
heeft dan een bewogen leven achter de rug.
Binnen de familie Hogenstijn is door meerdere genera
ties het verhaal doorverteld dat deze Johann Hohenstein
krijgsgevange is gemaakt door het leger van Napoleon bij
de terugtocht na de verloren oorlog tegen Rusland. Johann
wist echter te ontkomen en is naar Nederland gevlucht:
Tegen de kou droeg hij kranten onder zijn kleren
De geschiedenis van het landelijke stadje Jerichow gaat
terug tot omstreeks 1150. Rond dat jaar wordt in Jerichow
een klooster gebouwd, het eerste klooster in Noord-Duits-
land dat met bakstenen is opgemetseld.
Jerichow ligt langs de rivier de Elbe. De naam heeft geen
enkel verband met de Bijbelse naam Jericho, maar is ont
staan uit een samenvoeging van de Slavische woorden
'jery' en 'chow' en betekent schuilplaats voor de dapperen.
Het stadje telde in 1794 ongeveer 1000 inwoners. De bur
gemeester schrijft in dat jaar aan de Pruisische overheid
dat de meeste inwoners handwerker of dagloner zijn. De
boeren hebben te weinig land om hiervan hun gezinnen te
kunnen onderhouden en zij verarmen.
Vooral in de 18e eeuw komen veel Duitsers naar Nederland,
omdat hier werk is te vinden en er veel meer welvaart is.
De vader van Johann Friedrich is Johann Andreas Ho
henstein, geboren in het nabijgelegen dorpje Zollchow en
timmerman van beroep. Van diens vader, grootvader en
overgrootvader, die allen de voornaam Andreas dragen,
is zeer weinig bekend; die drie opeenvolgende generaties
wonen in Zollchow en zijn respectievelijk werkzaam als
timmermansknecht, melkveeboer en boerenknecht. Tot in
de huidige generatie wonen er in Jerichow afstammelin
gen met de naam Hohenstein.
Johann Friedrich Hohenstein in Ilpendam bij de aan
leg van het Noord-Hollands Kanaal
We komen Johann voor het eerst in Nederland in de archieven
tegen als hij in 1822 in Ilpendam trouwt met Aaltje Ooster-
meijer. Volgens de huwelijksakte woont hij daar dan al twee
jaar. Er is in die periode een heel groot project in Noord-Hol
land in uitvoering, namelijk de aanleg van het Noord-Hollands
Kanaal. Johann zal hieraan ongetwijfeld hebben meegewerkt
en wel aan het gedeelte van Amsterdam naar Purmerend dat
langs Ilpendam loopt. Bij de geboorteaangifte van zijn kinde
ren in Ilpendam komen we als beroep dagloner tegen.
De aanleg van het Noord-Hollands kanaal had oorspron
kelijk ten doel om een waterverbinding tot stand te bren
gen tussen de marinehaven van Den Helder en de mari
newerf van Amsterdam, slechts geschikt voor binnen
vaartschepen. Amsterdam werd bedreigd door de steeds
moeilijker wordende vaart over de Zuiderzee en door een
niet te keren aanslibbing van het IJ en de havens. De stad
eiste dat het plan zodanig werd gewijzigd dat het nieuwe
kanaal breed en diep genoeg zou worden voor de grootste
koopvaarders die in die tijd in gebruik waren. Het 80 km
lange kanaal is in korte tijd gereed gekomen, namelijk tus
sen de jaren 1819 en 1825.
Uit een rapport van 21 mei 1822 blijkt dat het aantal werk
lieden is toegenomen tot 9.000 a 10.000. Het moet toen erg
Jerichow, de geboorteplaats van Johann Friedrich Hohenstein.
94
TimHV!JAUJjJï5ü?it
ivytiH* iv^-