De Brabantse Landbouw was eens de grootste boerderij
van Castricum
Jachtopziener Cees Schoen, geboren en getogen
in het Geversduin, heeft in 1938 op uitnodiging
van het PWN opgeschreven wat hem bekend
was over de boerderij 'De Brabantse Landbouw'.
Zijn verhaal begint als volgt:
"IVie tegenwoordig een wandeling maakt door het Castri-
cumse duinterrein voorheen Geversduin en ongeveer
halfweg tussen Kijk Git' en het strand 'de Brabantse
Landbouwpasseert, %al sjch nauwelijks kunnen voor
stellen dat dit nog het woonhuis is van een van de grootste
boerderijen van Castricum, o niet de grootste."
Ooit omvatte het bedrijf zo'n 250 ha duingebied tussen
Kijk Uit en Johanna's Hof. De Amsterdammer Andries A.
Deutz van Assendelft, tevens eigenaar van kasteel Assum-
burg, was in de 18e eeuw eigenaar van het Castricumse
duingebied. Deze familie heeft de boerderij omstreeks
1763 gesticht.
Het bedrijf gold als bewijs voor de stelling dat verdere
ontginning van de duinen goed mogelijk zou zijn. Er was
wel een goede afwatering nodig. Een staartmolen maalde
het winterwater uit de vallei van de daar stromende Hoep
beek en voerde het af naar de Schulpvaart.
Bij de boerderij hoorde een stal voor ruim 30 koeien, die
zo was ingericht dat de koeien met de koppen naar elkaar
stonden, zodat over een middelgang daar tussendoor ge
lopen kon worden. Het vee werd overdag geweid in de
duingraslanden en 's nachts werd het weer binnengehaald.
De mest die 's nachts werd geproduceerd, werd vermengd
met stro, waardoor de hoeveelheid toenam. Aan deze Bra
bantse wijze van boeren dankt de boerderij zijn naam.
Op 13 ha bouwland, waarvoor de mest hard nodig was,
werden naast granen zoals tarwe, rogge, haver en gerst
ook peulvruchten en aardappelen geteeld.
Naast een stal voor 8 paarden, waren er ook kalverenhok-
ken, verder een gedeelte waar kaas gemaakt werd, een
groot vierkant voor hooi- en zaadberging en een 'dorsch'
van ongeveer 15 bij 8 meter waar het verbouwde graan
bewerkt werd.
Op enige afstand, zuidelijk van de boerderij, stond de
schaapherderswoning, waarbij een schaapskooi van vijf
tig bij vijftien meter hoorde. Eenzelfde kooi was op enige
afstand ten noorden van de boerderij gebouwd. Dagelijks
trokken twee schaapherders met hun kudde van 300 scha
pen de zeeduinen in die achter de weilanden lagen.
De boerderij nog met de schuur erachter.