Roland Wefers Bettink (1904-1977) neemt nog even een trekje van zijn sigaret voor hij de
filmcabine weer induikt.
De initiatiefnemers van het Corsotheater
Aannemer Jan Res zag rond 1937 wel
iets in de bouw van een vaste bioscoop in
Castricum. Het dorp telde nog geen 7000
inwoners, maar er was belangstelling ge
noeg, zoals bleek uit de wekelijkse uittocht
van jongelui naar bioscopen in de omge
ving. De oom van Jan Res, bakker Gerrit
Res, die we tegenwoordig ook projectont
wikkelaar zouden noemen, beschikte over
een mooi centraal gelegen stuk terrein aan
de Dorpsstraat, naast het patronaatsgebouw
voor jongens ('Kerkzicht'). Jan Res keek er
vanuit zijn huis recht op.
Roland Wefers Bettink uit Alkmaar en Jan
Res kwamen met elkaar in contact. Wie
van de twee het initiatief heeft genomen
weten we niet. Roland was bedrijfsleider/
operateur in het Alkmaars Bioscoop Thea-
zijn. Het kerkbestuur bedong een huurprijs van 400 gul
den per jaar, plus de eventuele opbrengst van de exploi
tatie. Voor de gemeente gaf de doorslag dat de dorpskern
een stuk zou opknappen als van de tuingrond een feest
en kermisterrein gemaakt werd. De muziektent zou daar
ook kunnen komen. Het bleek een perfecte plaats. Wim
Kuijs met zijn vriend Dirk Schotvanger en hun kamera
den hebben daar heel wat gezellige uurtjes beleefd. Tot
na de oorlog, toen de Verlegde Overtoom werd aangelegd
en er woningen gebouwd werden, heeft de kermis er ieder
jaar gestaan. De reizende bioscoop, die behalve tijdens de
kermis nog wel eens vaker langs kwam, heeft er nog jaren
veel publiek getrokken, maar in 1935 viel het doek. Op 2
en 3 november van dat jaar gaf De Jong's biograaftheater
op de Kerkeweide zijn laatste voorstellingen.
Margaretha (Gré) Bettink-Weel (1906-1975) werd wel de 'Spaanse
schone' genoemd.
In de doorrijstal
"Het volgende bioscoopgebeuren vond plaats in de doorrijstal van De Rustende Jager. De exploitanten waren Thijs
Olgers en Kees Schermer. Zij vertoonden films over uiteenlopende onderwerpen. Op zaterdag en zondag gaven zij enige
voorstellingen.
Het hooggeachte publiek kwam langzaam op gang. Er kwamen zelfs bezoekers lopend uit Limmen. In die tijd begonnen
ook de eerste Amerikaanse films Europa binnen te komen. De toegangsprijs was 25 cent en er waren geen rangen en geen
rookverbod. Het doek werd natgespoten om het mooi strak te krijgen. De films waren zeer brandbaar, zodat er naast het
toestel steeds twee emmers water stonden met natte dweilen. Een nieuwigheid was de ondertiteling op het doek. Ooit werd
in mijn jeugd steevast luid meegelezen. Dit ten gerieve van degenen die niet meer zo goed konden zien.
Witte Bioscoop
"De zakenman Thijs Olgers zag wel brood in het succes van de film. Hij was de man die de eerste vaste bioscoop liet
bouwen in Castricum. Jazeker en het leukste is dat deze vaste bioscoop er nog staat.
Ik zal u even de weg wijzen, als u er bij geïnteresseerd bent, zodat u nog eens op uw gemak dit heden ten dage nog kan
zien.
In de Kramersweg, na 1918 Burgemeester Mooijstraat geheten, stond het café van Piet Lute op de plaats waar nu de
banketbakkerij van Hoedjes (redactie: nu 'De Roset') staat. Ernaast links een smal huis van Daan Rozenbroek en rechts
was een groot erf. Ongeveer in 1900 kocht een vooruitstrevend zakenman, de heer Olgers, het pand. Het café van Lute
werd gesloten en het werd een zaak in tweedehands meubelen (voor Castricum uniek).
Olgers zag wat in het bioscoopgebeuren en bouwde een wit stenen zaaltje achter het huis; vanaf de Henri Schuytstraat
nog te zien. De bioscoop ging in 1918 van start en gaf zaterdag en zondag voorstellingen.
6