1 m De oudste grafsteen in de Dorpskerk dateert uit 1586 en is van Jan Pietersz Castricum, pastoor en later hier bevestigd als predikant. Algemene begraafplaats In 1825 werd bij Koninklijk Besluit het begraven in ker ken verboden, omdat het als zeer onhygiënisch werd be schouwd. Bovendien moesten gemeenten met meer dan duizend inwoners begraafplaatsen buiten de bebouwde kom aanleggen. De begraafplaats bij de kerk is officieel eigendom van de protestantse kerk en bestaat uit twee delen: het gesloten kerkhof aan de noordkant, dat sedert 1969 niet meer in gebruik is en het deel aan de zuidkant, dat nog steeds wordt gebruikt. De begraafplaats werd in 2008 aangewezen als gemeentelijk monument. Het kerkhof was reeds lang de algemene begraafplaats. "De grond rondom de kerk, is reeds sedert onheugelijke jaren en thans nog dienende geweest tot eene algemeene begraafplaats, zo wordt in 1837 vermeld. In dat jaar werd tussen de kerkvoogden en de burgemeester van Castricum vastgelegd dat voor een periode van 10 jaar/35,- per jaar betaald zou worden voor het gebruik van het kerkhof en de huur van een deel van de kerk voor gebruik als school. Later werd de huurprijs voor het kerkhofƒ20, - per jaar en werd de huurperiode op 5 jaar bepaald. In 1875 werd het zuidelijk deel gebruikt door de Hervormde Gemeente en het noordelijk deel door de gemeente Castri cum. Aan de gemeente Castricum werd een recht van opstal verleend dat werd herbevestigd in 1895 en in 1939. Dit deel werd dus ook door de gemeente onderhouden. Eind 1863 werd gerapporteerd door de 'substituut' strandvonder J.B. Vasseur en een proces-verbaal op gemaakt door plaatsvervangend burgemeester C. Schermer: "Hedenmorgen 18 december 1863, omstreeks vier ure op het strand bij mijlpaal nr. 43 is aangespoeld een drenkeldode, zijnde manspersoon, oud naar gis dertig jaren, hebbende lang zwart haar, kleine baard onder de kin door, en kleine knevel, lang 1 el, 6palm 5 duim, aanhebbende rood baaye hemd, gestreept wollen on derbroek, twee paar wollen kousen, lange vetlederen laarzen, grijswollen bovenbroek, blaauwollen borst rok, witte wollen overborstrok, oly kiel en broek, al les ongemerkt, verder niets aan of bij zich hebbende, heeft het lijk doen vervoeren naar Castricum en na behoorlijk te zijn gekist, aldaar op de algemeene be graafplaats heeft doen begraven. Bijna jaarlijks werd een drenkeldode op het strand van Castricum gevonden en in de maand juli 1881 zelfs drie. Tussen 1883 en 1893 bedroeg het aantal drenkel- doden zeven (in dezelfde periode werden 46 inwoners van Castricum op het kerkhof begraven, 15 mannen en 31 vrouwen). De gesloten begraafplaats aan de noordkant van de dorpskerk. In 2007 zijn de drie houten graftekens gerestaureerd. Het noordelijk deel bevat oude graven met grafmonumen ten die meestal zijn uitgevoerd in natuursteen, dikwijls aangetast door de tand des tijds. Ze dateren uit de 19e eeuw. Enkele grafmonumenten zijn in hout uitgevoerd, waarvan de oudste uit 1887 in 2007 zijn gerestaureerd (zie 31e Jaarboek). Ook het graf van juffrouw Vahl, vele jaren vroedvrouw in Castricum, bevindt zich hier. Op het graf staat een gebroken zuil met het opschrift: "J.J. Vahl, geb. 1882, verongelukt en overleden op 31 juli 1931. Zij kwam met haar fiets met motor (en carbid lantaarn) onder de tram van het Provinciaal Ziekenhuis bij haar woning aan de Sifriedstraat. 57

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2012 | | pagina 59