de winter kon er vaak niet betaald worden. De schulden werden dan 'opgeschreven' en als er weer wat inkomsten waren, werden die vaak maar gedeeltelijk afbetaald. Zo is binnen de familie het verhaal overgeleverd over een dorps schilder die door moeilijke gezinsomstandigheden de hoog opgelopen rekening niet kon betalen. Geertje zou toen heb ben gezegd: Weet je wat Simon, schilder mijn klompenhos- sie maar aan de binnenkant, dan zijn we quitte. Maanden daarna liepen haar kinderen nog met blauwe handen. De man had geen geld voor behoorlijke verf en het goedkope spul bleef in lengte van dagen maar afgeven. Sociale activiteiten Haar man Huibert was ook veilingmeester en deze had de zorg over de emballage die het eigendom van de veilingver eniging was. Na het overlijden van Huibert in 1927 werd het agrarische bedrijf door Geertje en haar kinderen voortgezet. Zoon Willem zorgde voor de inname en de reparatie van de veilingemballage, zoals kisten, sloffen en juten zakken. Niet in het minst door het komen en gaan van tuinders met hun emballage bleef het om haar huis een levendig middelpunt van het dorp. Over de hagen, die haar tuinderij omzoomden, hingen soms honderden juten zakken om te laten doorwaaien. De oudste zoon Mathijs was in 1925 getrouwd. Rechts van de huidige toegangsweg naar de parkeergarage onder het Bakkerspleintje had hij in 1928 aan de Bakkummerweg - later Kleibroekerweg, nu Torenstraat - een woonhuis met daarachter een bollenschuur laten bouwen. Hij huurde en later kocht hij het eerdergenoemde stuk tuinbouwgrond dat langs de Torenstaat tussen zijn huis en de doorrijstal lag en met de achterzijde aan de gronden van zijn ouders grensde. Guurtje, een zus van Geertje, was getrouwd met Jan Asjes. Dit echtpaar had meer dan 40 jaar een kruidenierswinkel in Egmond-Binnen. Na het overlijden van Guurtje in 1928 is Jan bij zijn schoonzus Geertje in komen wonen. Met de woorden: "Ik moest maar bij je komen wonen voegde hij de daad bij het woord. Geertje ging met haar sociale acti viteiten gewoon door. De eindejaarsfeesten werden bij haar thuis met haar kinderen en buurkinderen uitbundig gevierd. Vermaard was de grote en mooi versierde kerstboom die in de huiskamer tot aan de zoldering reikte. Op tweede kerst dag werd voor het kerstfeest van de Zondagsschool geheel belangeloos door haar 80 liter chocolademelk gekookt. De warme chocolademelk werd op het juiste moment in melk bussen naar de dorpskerk vervoerd. Zij kreeg daarvoor een stichtelijke plaat met bijvoorbeeld een afbeelding van de goede herder met een lam op zijn schouders. Zo'n plaat kreeg dan zeker een plek in de huiskamer. Er is een tijd geweest dat er maar liefst 16 melkventers waren en er op een dag soms drie of meer venters door een straat kwamen. De leden van de in 1932 opgerichte melkslijtersvereniging maakten één keer per jaar een uit stapje maar tot samenwerking kwam het nauwelijks. Het heeft dan ook lang geduurd totdat er een wijkverdeling kwam. Met steun van de heer Van Eik, directeur van de Links aan de zijkant: Maria Terpstra, de huishoudster. V.l.n.r. achter: Jan, Mathijs, moeder Geertje, Leentje Blokker een logerende nicht uit Limmen; voor: Trijntje, Maria, Guurtje, Leentje, Huibert en Willem ten Wolde.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2012 | | pagina 55